ECLI:NL:RBOVE:2025:789

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
12 februari 2025
Zaaknummer
11413200 \ CV EXPL 24-2290
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na ontbinding koopovereenkomst tweedehands auto

In deze zaak heeft eiser een vordering ingesteld tegen gedaagde voor de betaling van € 1.750,00 exclusief BTW en kantoorkosten, alsmede rente en buitengerechtelijke kosten, naast een proceskostenveroordeling. Dit bedrag zou zijn afgesproken als schadevergoeding in verband met een reeds ontbonden koopovereenkomst van een tweedehands auto. Gedaagde betwist echter dat er een dergelijke afspraak is gemaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat deze afspraak daadwerkelijk is gemaakt, en heeft de vorderingen afgewezen.

De procedure begon met de dagvaarding en de conclusie van antwoord, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 januari 2025. Tijdens deze zitting was de gemachtigde van eiser niet aanwezig. Eiser had de auto op 23 maart 2024 gekocht voor € 4.500,00, maar kon deze na 6 april 2024 niet meer gebruiken vanwege motorproblemen. Eiser heeft vervolgens de koopovereenkomst ontbonden en vorderde nu een schadevergoeding van gedaagde.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koopovereenkomst rechtsgeldig was ontbonden, maar dat eiser geen bewijs heeft geleverd van de gestelde afspraak met gedaagde over het vergoeden van kosten. De rechter concludeert dat de vordering van eiser onvoldoende onderbouwd is en wijst deze af. Tevens worden de nevenvorderingen en de proceskosten aan eiser opgelegd, aangezien hij in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 11 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11413200 \ CV EXPL 24-2290
Vonnis van 11 februari 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mevrouw A. Rijff van Jakwint Juristen
tegen
[gedaagde] H.O.D.N. [bedrijf 1],
te [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 30 januari 2025, waarbij partijen zijn verschenen. De gemachtigde van [eiser] is niet ter zitting verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
[eiser] heeft een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de betaling van € 1.750,00 exclusief BTW en kantoorkosten, de rente en de buitengerechtelijke kosten naast een proceskostenveroordeling. Het bedrag van € 1.750,00 zou zijn afgesproken als schadevergoeding in verband met de reeds ontbonden koopovereenkomst van een tweedehands auto. [gedaagde] betwist de afspraak. De kantonrechter oordeelt dat [eiser] niet voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat deze afspraak is gemaakt en wijst de vorderingen af.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft op 23 maart 2024 een auto met kenteken [kenteken] gekocht van [bedrijf 2] voor een bedrag van € 4.500,00. [bedrijf 2] was de huurder van een perceel van [gedaagde]. Op enige moment heeft [bedrijf 2] het perceel verlaten.
3.2.
[eiser] heeft de auto na 6 april 2024 niet meer kunnen gebruiken doordat de motor niet meer functioneert.
3.3.
Bij brief van 11 april 2024 heeft [eiser] [bedrijf 2] in gebreke gesteld en verzocht om de gebreken aan de auto te repareren/vervangen.
3.4.
Bij brief van 26 april 2024 heeft [eiser] [bedrijf 2] een brief gestuurd waarin hij tot ontbinding van de koop overgaat omdat [bedrijf 2] niet heeft gereageerd op zijn brief van 11 april 2024.
3.5.
[gedaagde] heeft over de inhoud van deze brief contact gehad met [eiser]. Op 16 juli 2024 is er een ontbinding koopovereenkomst getekend door [eiser] en [gedaagde], waarbij het volgende is opgenomen:
“1. Ontbinding Koopovereenkomst
-
De koopovereenkomst betreffende de auto met het kenteken [kenteken], afgesloten op 23-03-2024, wordt met ingang van 16 juli 2024 [‘Terugkoopdatum] ontbonden.
2. Terugbetaling Koopprijs
- Verkoper zal de koopprijs van €4500,00 terugbetalen aan Koper.
- De terugbetaling zal plaatsvinden via overschrijving naar het volgende bankrekeningnummer van Koper:
(…)
- Ten name van: [eiser]
- De terugbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op 19 juli 2024 [Datum Terugbetaling].
3. Teruglevering Auto
- De auto zal door verkoper worden afgevoerd naar het adres van verkoper op kosten van verkoper.
4. Tenaamstelling
- Verkoper en Koper zullen gezamenlijk zorgdragen voor het opnieuw op naam stellen van de auto bij de RDW.
- De tenaamstelling zal uiterlijk op 19 juli 2024 [Datum Tenaamstelling] zijn voltooid.
5. Vrijwaring
- Partijen verklaren elkaar over en weer te vrijwaren voor alle eventuele aanspraken met betrekking tot de bovengenoemde auto, welke na 19 juli 2024 [Terugkoopdatum] mochten ontstaan.
6. Slotbepalingen
- Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
- Eventuele geschillen die uit deze overeenkomst voortvloeien, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Overijssel – Nederland.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te [adres] [Plaats] op [16 juli 2024 Datum]”.
Deze overeenkomst is door partijen uitgevoerd.
3.6.
Bij brief van 3 september 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] een brief gestuurd aan [bedrijf 2] met de sommatie om gelden zoals vermeld in de specificatie over te maken. Deze kosten zien op de juridische kosten die [eiser] heeft moeten maken voor de ontbinding van de overeenkomst.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat ([gedaagde] te veroordelen tot volledige ontbinding van de koop, en de situatie terug te brengen alsof deze koop nooit heeft ontstaan, en dus het vergoeden van de reeds gemaakte kosten aan eiser):
  • tot betaling van het bedrag van € 1.7500,00 exclusief btw en exclusief 8 % kantoorkosten, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum dagvaarding tot aan de dag van betaling,
  • tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten tot een beloop van € 42,00,
  • tot betaling van de kosten van dit geding,
  • tot betaling van de kosten van het exploot.
4.2.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering omdat dit niet is overeengekomen.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De koopovereenkomst is rechtsgeldig ontbonden
5.1.
Voor zover [eiser] met zijn vordering heeft bedoeld om de koopovereenkomst te ontbinden zal deze vordering worden afgewezen. Tussen partijen is namelijk niet in geschil dat de koopovereenkomst inmiddels al is ontbonden. Dat [gedaagde] niet bevoegd zou zijn om de overeenkomst te ontbinden omdat hij de auto niet heeft verkocht, is door [eiser] niet gesteld.
[gedaagde] hoeft niets te betalen
5.2.
[eiser] stelt dat partijen voorafgaande aan de ontbinding van de koopovereenkomst een contract hebben getekend, waarbij [gedaagde] heeft beloofd alle kosten te voldoen aan [eiser] die [eiser] heeft moeten maken tot het moment van ontbinding. Het gaat daarbij om de kosten van Jakwint Juristen.
5.3.
De kantonrechter constateert dat [eiser] van deze eerdere afspraak geen enkel (begin van) bewijs heeft overgelegd. De overeenkomst is in de dagvaarding ook niet nader toegelicht. Ook is deze afspraak niet in de daarna opgestelde schriftelijke ontbinding van de koopovereenkomst opgenomen of vermeld, hetgeen logisch zou zijn geweest. De gemachtigde van [eiser] is niet ter zitting verschenen om het standpunt van [eiser] nader toe te lichten. [eiser] heeft op dit punt geen toelichting kunnen geven omdat hij niet bij het maken van de afspraak aanwezig was.
5.4.
[eiser] heeft gelet op bovenstaande zijn stelling dat met [gedaagde] is afgesproken om deze kosten te betalen onvoldoende gemotiveerd, waardoor de gestelde feiten niet vast zijn komen te staan. De vraag om welke kosten het gaat en of deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt kan dan ook buiten beschouwing blijven. De vordering zal worden afgewezen.
Nevenvorderingen
5.5.
Aangezien de hoofdvordering is afgewezen, zullen ook de nevenvorderingen worden afgewezen.
Proceskosten
5.6.
Aangezien [eiser] in het ongelijk wordt gesteld, zal hij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten van [gedaagde] worden ambtshalve begroot op een bedrag van € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken op11 februari 2025.