Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 29 oktober 2024 met producties,
- de conclusie van repliek van 10 december 2024 met een eisvermindering,
- de conclusie van dupliek van 14 januari 2024, met producties.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de eiser, Qredits, een geldleningsovereenkomst gesloten met de gedaagde partij, die onbekend is in woon- en verblijfplaats. De gedaagde heeft zijn maandelijkse betalingsverplichtingen niet nagekomen, waarna Qredits de lening heeft opgeëist. De kantonrechter heeft de vorderingen van Qredits toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente en proceskosten. De procedure begon met een dagvaarding op 17 mei 2024, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in gebreke is gebleven en dat Qredits recht heeft op de gevorderde bedragen. De gedaagde heeft wel een deel van het kredietbedrag voldaan na de dagvaarding, maar dit was niet voldoende om de vordering te verminderen. De kantonrechter heeft de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, en de gedaagde is in het ongelijk gesteld. De proceskosten zijn begroot en de gedaagde moet deze vergoeden. Het vonnis is uitgesproken op 11 februari 2025.