Uitspraak
1.De procedure
- de akte overlegging stukken van Camps met producties 12 tot en met 17
- de akte van [gedaagde].
2.De feiten
3.De verdere beoordeling
– onder meer – overwogen dat een kostenbeding op basis van een uurtarief zonder verdere precisering niet transparant is, omdat de consument in dat geval niet in staat wordt gesteld om alle financiële consequenties in te schatten die voor hem uit het beding voortvloeien. De advocaat moet als dienstverlener aan de consument vóórdat de overeenkomst wordt gesloten alle informatie verstrekken die de consument in staat stellen bij benadering de totale kosten van de diensten te ramen. Daarbij kan worden gedacht aan een raming van het voorzienbare of minimale aantal uren dat nodig is om een bepaalde dienst te verlenen of een verbintenis om met redelijke tussenpozen tussentijdse facturen of verslagen of tussentijdse verslagen te sturen waarin het aantal reeds gepresteerde werkuren wordt vermeld. [4]
‘zolang de aansprakelijkheid/causaliteit door de verzekeraar niet geheel of slechts gedeeltelijk is erkend, dient de opdrachtgever rekening te houden met door hemzelf te betalen eigen kosten’. Uit deze formulering blijkt niet duidelijk met welke kosten [gedaagde] rekening moet houden en over welke periode. Bovendien vordert Camps in deze procedure alle kosten, behoudens voor zover de kosten al zijn vergoed door Univé en niet alleen de kosten tot aan de erkenning van aansprakelijkheid. Ten slotte is niet gesteld of gebleken dat Camps voorafgaand aan de overeenkomst een indicatie heeft gegeven van de omvang van de kosten die [gedaagde] zelf zou moeten betalen of bijvoorbeeld van de verhouding tussen de kosten die de verzekeraar vergoedt en de te verwachten eigen kosten. Het is gelet daarop onduidelijk of [gedaagde] de financiële gevolgen hiervan heeft kunnen overzien bij het aangaan van de overeenkomst.
: ‘Tot mijn verheuging kan ik u mededelen dat de WA verzekeraar Unive de aansprakelijkheid erkent. We kunnen nu uw schade gaan regelen. Uiteraard wacht ik uw geneesproces eerst af alvorens alles af te regelen. U moet een medisch eindstadium bereiken.’Deze e-mail kan in combinatie met artikel 4 uit de overeenkomst van opdracht de suggestie wekken dat de advocaatkosten vanaf dat moment volledig door de aansprakelijkheidsverzekeraar zouden worden vergoed. Met de aansprakelijkheidsverzekeraar ontstond echter discussie over causaal verband tussen het ongeval en de gezondheidsklachten van [gedaagde] en daarmee over de omvang van de schade. Daarom was de aansprakelijkheidsverzekeraar destijds niet bereid meer schade-uitkeringen te doen aan [gedaagde] en in het verlengde daarvan ook niet bereid alle gemaakte advocaatkosten te vergoeden. Camps heeft tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd toegelicht dat hij niet expliciet met [gedaagde] heeft besproken dat de moeizame causaliteitsdiscussie ook gevolgen zou kunnen hebben voor de vergoeding van de advocaatkosten door de aansprakelijkheidsverzekeraar. Camps heeft [gedaagde] daar ook niet in e-mails op gewezen, terwijl daar wel aanleiding voor bestond mede gelet op artikel 4 en 5 van de overeenkomst van opdracht. [gedaagde] behoefde op grond van de overeenkomst en hetgeen partijen hebben besproken niet te verwachten dat alle overige advocaatkosten rechtstreeks bij hem in rekening zouden worden gebracht. Ten slotte weegt in dit kader mee dat Camps [gedaagde] in een eerdere zaak heeft bijgestaan op basis van een toevoeging (gefinancierde rechtsbijstand). Volgens Camps was die toevoeging in deze zaak niet geïndiceerd, omdat de aansprakelijkheid al direct was erkend en de verwachting bestond dat de advocaatkosten vergoed zouden worden. Vanwege de mogelijkheid van een causaliteitsdiscussie had het wel op de weg van Camps gelegen [gedaagde] explicieter op de gevolgen daarvan te wijzen.
Wat betreft de kosten buiten rechte hebben wij reeds de nodige voorschotten aan uw kantoor voldaan. Wij hebben zelfs meer aan uw kantoor betaald dan aan uw ex-opdrachtgever. Veel schade is er niet en de declaraties kunnen de redelijkheidstoets conform artikel 6:96 BW niet meer doorstaan.’