3.3Het oordeel van de rechtbank
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast, waarbij de voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.
[slachtoffer] heeft aangifte tegen verdachte gedaan van belaging. Verdachte en [slachtoffer] hebben van 2015 tot augustus 2023 een relatie gehad. Zij hebben samen twee kinderen. [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte in augustus 2023 is begonnen haar te belagen, nadat zij de relatie had beëindigd. [slachtoffer] heeft in haar aangifte verklaard over meerdere incidenten vanaf dat moment. Zij verklaart dat zij duizenden berichten van verdachte heeft ontvangen, soms driehonderd appjes per dag. Verder ontving zij boze audioberichten en vele wanhopige e-mails. Ook probeerde verdachte haar vaak te (video)bellen. Van oktober 2023 tot en met januari 2024 bleef verdachte haar appen en kwam hij onverwachts langs als zij niet reageerde. In de appjes zegt verdachte dat hij haar terug wil en wil verdachte weten wat [slachtoffer] aan het doen is en waar ze is. Verdachte stuurt foto’s van Allah die op [slachtoffer] bedreigend overkomen, hij beschuldigt haar ervan dat zij een ander heeft, zegt dat zij gewetenloos is en dat zij liegt. Verdachte stuurt appjes waarin hij schrijft dat hij hoopt dat God [slachtoffer] zal straffen. [slachtoffer] verklaart dat verdachte soms zeer vijandig is in de apps en dat hij haar onder andere foto's met seksuele handelingen heeft gestuurd. Verdachte heeft haar ook meerdere
e-mails gestuurd en twee brieven via de mail. De strekking van deze mails was dat zij hem negeerde. In januari 2024 heeft verdachte een naaktfoto van [slachtoffer] als profielfoto gebruikt en ook een foto dat hij bij de school van [slachtoffer] staat. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij meerdere malen heeft gezegd dat verdachte op moest houden met zijn gedrag. Verder heeft [slachtoffer] verdachte op 26 januari 2024 een stopbrief geappt. Ook daarna heeft verdachte nog contact met haar opgenomen. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij zich heel erg zorgen maakt over haar veiligheid en die van de kinderen. Zij is elke dag bang dat verdachte haar en de kinderen iets aan zal doen. Zij durft niet meer alleen met de kinderen de straat op te gaan. Zij is bang dat verdachte ergens staat en dat er iets ergs gebeurd.
Uit de door [slachtoffer] verstrekte gegevens blijkt dat verdachte haar in de periode tussen 23 augustus 2023 en 26 januari 2024 meer dan 21000 WhatsApp berichten heeft gestuurd. Verdachte gebruikte voor zijn contactpogingen verschillende telefoonnummers.
Op 27 oktober 2023 heeft verdachte 52 WhatsApp berichten aan [slachtoffer] gestuurd met het telefoonnummer [telefoonnummer 1].
In de periode van 27 oktober 2023 tot en met 15 november 2023 heeft verdachte in totaal 163
WhatsApp berichten aan [slachtoffer] gestuurd met het telefoonnummer [telefoonnummer 2]. Het gaat om berichten, foto's en audioberichten.
Op 15 november 2023 heeft verdachte 89 WhatsApp berichten verstuurd aan [slachtoffer] met telefoonnummer [telefoonnummer 3].
In de periode van 20 november 2023 tot en met 29 november 2023 heeft verdachte in
totaal 797 WhatsApp berichten aan [slachtoffer] gestuurd met telefoonnummer [telefoonnummer 4]. Dit zijn berichten, foto's, video's en audioberichten.
In de periode van 29 november 2023 tot en met 5 december 2023 heeft verdachte in totaal 803 WhatsApp berichten aan [slachtoffer] gestuurd met telefoonnummer [telefoonnummer 5]. Dit zijn berichten, audioberichten en media.
Op 29 en 30 november 2023 heeft verdachte 50 WhatsApp berichten en een paar media berichten aan [slachtoffer] gestuurd met telefoonnummer [telefoonnummer 6].
Op 15 december 2023 heeft verdachte 59 WhatsApp berichten en een foto aan [slachtoffer] gestuurd met telefoonnummer [telefoonnummer 7].
In de periode van 11 januari tot en met 14 februari 2024 heeft verdachte in totaal 1219 berichten gestuurd aan [slachtoffer] met telefoonnummer [telefoonnummer 8]. Deze berichten bestaan uit foto's, video's, spraakberichten en pogingen om te videobellen of te audiobellen.
Na de stopbrief van 26 januari 2024 heeft verdachte nog zeven e-mails gestuurd. Ook heeft verdachte daarna nog geprobeerd met [slachtoffer] te communiceren via de
statussen van WhatsApp en Facebook. In totaal heeft verdachte, na de stopbrief, nog 144 WhatsApp berichten gestuurd. Deze bestonden uit gewone berichten, video's, foto's en audioberichten.
Verdachte heeft erkend dat hij de hiervoor genoemde berichten naar [slachtoffer] heeft gestuurd. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij haar op een dag wel tweehonderd keer heeft gebeld en dat hij haar met zes, zeven of acht verschillende telefoonnummers heeft geprobeerd te contacten omdat zij hem steeds blokkeerde. Hij heeft haar, terwijl ze daar niet om vroeg, onder andere audioberichten, naaktvideo’s en seksvideo’s gestuurd om een reactie uit te lokken. Verdachte verklaart ook dat [slachtoffer] hem meerdere malen heeft gevraagd om te stoppen met berichten versturen en dat zij hem een stopbrief heeft gestuurd op
26 januari 2024. Na de stopbrief heeft hij nog een aantal mails naar [slachtoffer] verzonden en dingen in zijn status geplaatst. Verdachte heeft ter terechtzitting verder verklaard dat [slachtoffer] niet duidelijk naar hem was. [slachtoffer] vertelde hem dat hij verantwoordelijkheid moest nemen, zij zocht contact met hem en vond het niet leuk als hij niets van zich liet horen. Zij maakte verdachte hiermee gek, zodat hij contact met haar bleef zoeken.
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is beschreven wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] in de periode van 1 oktober 2023 tot en met 27 februari 2024 veelvuldig WhatsApp berichten, e-mailberichten en andere berichten heeft gestuurd, dat hij haar veelvuldig heeft ge(video)beld en dat hij meermalen ongevraagd langs is gegaan bij haar woning. Vast staat verder dat [slachtoffer] verdachte in die periode meerdere malen heeft gevraagd om daarmee te stoppen. Ook nadat [slachtoffer] een stopbrief aan verdachte heeft gestuurd, bleef verdachte op verschillende manieren contact met haar opnemen.
De rechtbank is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster (naar objectieve maatstaven bezien) zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest.
De rechtbank volgt de raadsvrouw dus niet in haar verweer dat van een wederrechtelijke stelselmatige inbreuk geen sprake is geweest, omdat er steeds wederzijds contact is geweest tussen verdachte en [slachtoffer]. Hoewel uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] in de tenlastegelegde periode ook contact heeft gezocht en gehad met verdachte en dat verdachte in die periode met haar toestemming ook wel eens bij haar in de woning is geweest, mocht verdachte daar niet uit afleiden dat [slachtoffer] zijn voortdurende toenaderingspogingen wenste. Uit de aangifte en de verklaring van verdachte zelf komt naar voren dat [slachtoffer] bij herhaling aan verdachte heeft laten weten dat hij moest stoppen contact te zoeken met haar, dat zij de politie zou bellen als hij weer onverwacht zou langskomen en dat zij aangifte zou gaan doen van stalking. Ook heeft zij diverse malen de door verdachte gebruikte telefoonnummers geblokkeerd. Verdachte heeft daar zelf over verklaard dat hij om die reden zes, zeven of acht keer een nieuw telefoonnummer heeft gebruikt. Bovendien heeft [slachtoffer] op 26 januari 2024 een expliciete stopbrief naar verdachte verstuurd. Dit alles heeft verdachte er niet van weerhouden contact met [slachtoffer] te blijven zoeken. Gelet op de hiervoor genoemde uitingen van [slachtoffer] kan het niet anders dan dat het voor verdachte duidelijk is geweest dat hij met zijn handelen inbreuk maakte op haar persoonlijke levenssfeer.
Voor een bewezenverklaring van belaging moet verdachte het oogmerk hebben gehad [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen. Verdachte wilde [slachtoffer] dwingen om opnieuw een relatie met hem aan te gaan, het contact tussen hen niet te verbreken en geen relatie met een ander aan te gaan. Verdachte dwong [slachtoffer] te dulden dat verdachte op deze onaangename manier contact met haar opnam. Bovendien werd [slachtoffer] vrees aangejaagd door de frequentie en de inhoud van de berichten.
Gezien het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat sprake is geweest van belaging van [slachtoffer].
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte ook in de periode vóór 1 oktober 2023 stelselmatig en tegen haar zin contact met [slachtoffer] heeft gezocht, nu dit (behoudens de verklaring van [slachtoffer]) niet blijkt uit het dossier. Ook acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft belaagd door haar vader en broer te benaderen, nu zich ook hiervoor geen bewijsmiddelen in het dossier bevinden.
Verzoek uitwerken geluidsfragmenten
De raadsvrouw heeft, voor het geval de rechtbank belaging bewezen acht, verzocht de spraakmemo’s die verdachte bewaard heeft, van tussen hem en [slachtoffer] gevoerde telefoongesprekken, te laten uitwerken om de bewezenverklaarde periode te kunnen bepalen. De raadsvrouw heeft hiertoe aangevoerd dat het geluidsfragment dat verdachte ter terechtzitting heeft laten horen aantoont dat [slachtoffer] op dat moment, in november 2023, nog altijd in contact stond met verdachte en dat zij op dat moment niet duidelijk aangaf dat zij dat niet meer wilde.
De rechtbank wijst dit verzoek af, nu het uitluisteren van deze spraakmemo’s voor enige in het kader van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering te nemen beslissing niet noodzakelijk wordt geacht. Bij de bewijsoverwegingen is immers reeds meegenomen dat er in de bewezen verklaarde periode contact was tussen verdachte en [slachtoffer] en dat [slachtoffer] ook zelf contact zocht met verdachte. Dit maakt het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de belagingsperiode niet anders.