ECLI:NL:RBOVE:2025:7302
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de redelijkheid van de beslistermijn door het college in een handhavingsverzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 12 december 2025, wordt de reactie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland op een ingebrekestelling door eisers beoordeeld. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H. Martens, hebben het college in gebreke gesteld omdat het college niet tijdig had beslist op hun handhavingsverzoek tegen IceBear Steenwijk B.V. Het college had de beslistermijn verlengd tot achttien weken, maar eisers stelden dat deze termijn onredelijk lang was. De rechtbank oordeelt dat de termijn van achttien weken redelijk is, gezien de noodzaak voor nader onderzoek en het inwinnen van adviezen. De rechtbank concludeert dat eisers het college te vroeg in gebreke hebben gesteld, waardoor zij geen recht hebben op een dwangsom. De uitspraak benadrukt de wettelijke regels omtrent beslistermijnen en ingebrekestellingen volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb).