9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08-080702-24 onder 1, 2 en 3, het onder
08-326550-23 onder 1 en 2 en het onder 08-342947-24 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08-080702-24
feit 1
het misdrijf: oplichting;
feit 2
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
parketnummer 08-326550-23
feit 1
het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
parketnummer 08-342947-24
het misdrijf: diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08-080702-24 onder 1, 2 en 3, het onder
08-326550-23 onder 1 en 2 en het onder 08-342947-24 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
t.a.v. [slachtoffer 4] (parketnummer 08-326550-23, feit 2)
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 500,00 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4]van een bedrag van
€ 500,00 (vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 500,00 (vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2023, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
t.a.v. [slachtoffer 6] (parketnummer 08-342947-24)
- wijst de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel toe tot een bedrag van € 700,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6]van een bedrag van
€ 700,00 (zevenhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2024;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 700,00 (zevenhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2024, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 14 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
t.a.v. [slachtoffer 5] (parketnummer 08-342947-24)
- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 434,99 (bestaande uit € 34,99 aan materiële schade en € 400,00 aan immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5]van een bedrag van
€ 434,99 (vierhonderd vierendertig euro en negenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2024;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 434,99 (vierhonderd vierendertig euro en negenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2024, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. J. Wentink en
mr. N.P. Heisterkamp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2025.
Buiten staat
Mr. Heisterkamp is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08-080702-24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023058214, gesloten op
7 maart 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 18 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 43-44):
Op 18 oktober 2022, omstreeks 15:00 uur, was ik in mijn woning te [plaats] . Ik hoorde iemand kloppen op het raam bij mijn voordeur. Ik zag een man bij mijn voordeur staan. Ik hoorde de man zeggen dat hij post voor mij had. Ik hoorde de man zeggen dat er 20 eurocent te weinig was betaald voor de postzegel. Ik hoorde de man zeggen dat hij van zijn baas geen contant geld mocht aannemen, maar ik kon wel pinnen. Vervolgens zag ik de man een soort pinapparaat uit de binnenzak van zijn jas halen. De man hield mijn pas op het pinapparaat. Ik hoorde de man zeggen dat het betaald was en dat hij de post aan mij zou geven. Vervolgens zag ik de man zonder wat te zeggen weglopen. Vervolgens zag ik dat ik een andere pinpas terug had gekregen. De pas die ik terug kreeg, staat op naam van de heer [naam] .
Ik kan de man als volgt omschrijven:
- zwart kort haar
- een blanke man
- ongeveer 180cm lang
- een wat voller postuur
- donkere kleding
Ik zag, omstreeks 19:33 uur, dat er 1433,40 euro van mijn rekening was gepind.
De eerste keer werd er 500 euro gepind. Dit was om 15:25 uur bij de Geldmaat gelegen op winkelcentrum [locatie 2] .
De tweede keer is er 106,80 euro gepind. Dit was om 15:28 uur bij de Jumbo gelegen op [locatie 2] .
De derde keer is er 826,60 euro gepind. Dit was om 15:33 uur bij de [bedrijf] .
2. Het proces-verbaal van bevindingen van 3 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 73):
Ik, verbalisant, heb de beelden bekeken in verband met een babbeltruc welke heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2022 te Enschede. De volgende beelden zijn in dit onderzoek beschikbaar gesteld:
- 2 video’s van ‘Geldmaat’, gelegen op het winkelcentrum [locatie 2] .