Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
feit 1)
,[slachtoffer] heeft bedreigd (
feit 2) en opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel tot medewerking aan een speeksel- en bloedonderzoek (
feit 3);
feit 1) en opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel tot medewerking aan een bloedonderzoek (
feit 2).
3. De bewijsmotivering
Bewijsoverweging
Partiële vrijspraak
Conclusie
Bewijsoverweging
Partiële vrijspraak
Conclusie
- zich gedurende de periode van 28 november 2020 tot en met 24 februari 2021 dient te onthouden van contact met mevrouw [slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2] 1966 te [geboorteplaats 2] (Suriname), en
- zich gedurende de periode van 28 november 2020 tot en met 24 februari 2021 niet dient op te houden in/op/rond de [adres 1];
hij, op 27 november 2020 te Rotterdam, [slachtoffer], heeft mishandeld door
- (haar) aan de haren te trekken en (vervolgens) aan de haren voort te slepen/sleuren en
- tegen het hoofd te slaan;
hij, op 27 november 2020 te Rotterdam, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen "ik sla je niet. Ik gooi je gewoon van 2 hoog naar beneden";
hij, op 27 november 2020 te Rotterdam, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55d en 55e Wetboek van Strafvordering, gedaan door een ambtenaar, te weten, [verbalisant 1], inspecteur bij de politie eenheid Rotterdam, belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen en onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen of van hem had gevorderd mee te werken aan een speekseltest en een bloedonderzoek, hieraan geen gevolg te geven;
hij, op meerdere tijdstippen in de periode van 24 maart 2021 tot en met 26 maart 2021 te Enschede [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] meermaals tegen het lichaam te slaan, en
- een kratje tegen het hoofd van die [slachtoffer] te gooien;
hij, op 26 maart 2021 te Borne, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, gedaan door een ambtenaar, te weten, [verbalistant 6], hulpofficier van justitie, welke ambtenaar was belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen en onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen om mee te werken aan een bloedonderzoek, hieraan geen gevolg te geven.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
60 (zestig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;