Om een beslissing te kunnen nemen in het kader van artikel 1:253a BW moeten de belangen van de kinderen een eerste overweging van de rechtbank vormen. Echter, conform vaste rechtspraak (onder meer Hoge Raad 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008: BC5901) moet de rechtbank bij de beslissing over een geschil als het onderhavige, alle omstandigheden van het geval in acht nemen en alle belangen afwegen. Hieronder vallen onder meer:
* de noodzaak om te verhuizen;
* de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
* de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
* de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
* de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
* de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
* de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
* de leeftijd van de minderjarigen, hun mening en de mate waarin zij geworteld zijn in hun omgeving of juist gewend zijn aan verhuizingen;
* de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.