4.1.[eiser] vordert in deze procedure veroordeling van SDI tot betaling van:
een bedrag van € 9.375,00 bruto minus € 3.551,50 netto, wegens loon over de periode februari 2023 tot en met juni 2023, onder gelijktijdige verstrekking van een specificatie daarvan;
een bedrag van € 3.125,00 bruto minus het reeds betaalde bedrag van € 1.654,79 netto, wegens stagevergoeding over de periode februari 2023 tot en met juni 2023, onder gelijktijdige verstrekking van een specificatie daarvan;
een bedrag van € 295,00 bruto wegens aanvulling van het minimumloon;
een bedrag van € 930,52 bruto wegens opgebouwde maar nog niet genoten vakantiedagen;
en bedrag van € 750,00 bruto wegens vakantietoeslag;
de wettelijke rente over voornoemde loonbestanddelen vanaf 24 augustus 2024 dan wel vanaf een door de kantonrechter te bepalen datum tot aan de dag van volledige betaling van voornoemde loonbestanddelen;
de wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 BW over de hiervoor gevorderde loonbestanddelen;
een bedrag van € 910,45 voor buitengerechtelijke incassokosten.
Verder vordert [eiser] afgifte van een deugdelijke eindafrekening en de afgifte van deugdelijke loonstroken over de periode februari 2023 tot en met juni 2023, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat aan de veroordeling daartoe niet wordt voldaan met een maximum van € 10.000,00. En, ten slotte, vordert zij veroordeling van SDI in de kosten en de nakosten van deze procedure.