In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een zorgprofessional, aangeduid als verzoekster, en haar werkgever, Stichting GGNet. Verzoekster, die sinds 2001 werkzaam was als activiteitenbegeleider, werd op staande voet ontslagen nadat zij zonder behandelnoodzaak het patiëntendossier van een bekende ex-profvoetballer had ingezien. Verzoekster verzocht om vernietiging van het ontslag, terwijl GGNet een tegenverzoek deed tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat de omstandigheden niet voldoende dringende redenen voor ontslag op staande voet rechtvaardigden. Hoewel verzoekster verwijtbaar had gehandeld, was dit niet van een zodanige ernst dat het ontslag gerechtvaardigd was. De kantonrechter wees het verzoek van verzoekster toe en vernietigde het ontslag, maar ging wel akkoord met het tegenverzoek van GGNet tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met toekenning van een transitievergoeding aan verzoekster. De arbeidsovereenkomst eindigt op 1 april 2025, en verzoekster heeft recht op doorbetaling van haar salaris tot dat moment.