Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2] B.V.,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord;
3.De feiten
- dat de pensioenregeling van de werkgever in verband waarmee het bestuur van bpfBOUW vrijstelling heeft verleend van de verplichtstelling van bpfBOUW actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan de pensioenregeling van bpfBOUW
- (…)
- dat de werkgever er naar streeft om bij elke toeslagverlening door bpfBOUW, dezelfde toeslag te verlenen te aanzien van diegenen op wie de vrijstelling betrekking heeft.
Het lukt niet altijd om de pensioenen te verhogen. Verhoging kan alleen als het geld dat uw werkgever daarvoor beschikbaar stelt, genoeg is.
betaald? De werkgever betaalt de verhogingen van de pensioenen
Als de winstdeling niet genoeg is voor de gewenste verhoging kan de werkgever extra geld beschikbaar stellen.
Is er niet voldoende geld beschikbaar voor de verhoging? Dan worden de pensioenen minder verhoogd.
4.Het geschil
5.De beoordeling
- de werkgever stelt vast welke pensioensoorten voor toetsing in aanmerking komen. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende punten:
- de pensioenregeling van de werkgever en de bedrijfstakpensioenfondsregeling worden (…) met elkaar vergeleken op basis van een berekening van de contante waarde van de uitkeringsstromen over een toekomstige periode van 35 jaar (…)
indien de contante waarde van de toekomstige uitkeringsstromen volgens de pensioenregeling van de werkgever ten minste gelijk is aan 95% van de contante waarde van de uitkeringsstromen van de bedrijfstakpensioenfondsregeling, wordt gelijkwaardigheid geacht aanwezig te zijn. (…)
actuariëlegelijkwaardigheid dient dus getoetst te worden of de contante waarde van de verwachte uitkeringsstromen van de NN-pensioenregeling over een periode van 35 jaar ten minste 95% bedragen van de verwachte uitkeringsstromen van de Bpf Bouw-pensioenregeling, als daaraan zou zijn deelgenomen. [eiser] heeft niet toegelicht waarom de NN-pensioenregeling niet langer
financieelgelijkwaardig is aan de Bpf Bouw-pensioenregeling, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat de discussie tussen partijen uitsluitend ziet op de actuariële gelijkwaardigheid van de beide pensioenregelingen.