ECLI:NL:RBOVE:2025:6819
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van afpersing en bedreiging
In de zaak voor de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, is op 7 oktober 2025 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van afpersing en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De zaak kwam voort uit een incident op 10 december 2022, waarbij de verdachte en medeverdachten zouden hebben geprobeerd de aangever, [slachtoffer], onder druk te zetten om geld en een huurpand af te staan. Tijdens de zitting op 4 september en 7 oktober 2025 heeft de rechtbank de verklaringen van de betrokken partijen gehoord, waaronder de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman, alsook de slachtofferverklaring van [slachtoffer]. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangever en getuigen onvoldoende steun boden voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de feiten had gepleegd, en sprak hem daarom vrij. Tevens werd de benadeelde partij, [slachtoffer], niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte van de feiten was vrijgesproken. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 7 oktober 2025.