ECLI:NL:RBOVE:2025:6779

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 november 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
C/08/337337 / HA ZA 25-271
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verstrekking van boedelbeschrijving en bankafschriften in nalatenschapskwestie tussen erfgenamen

In deze zaak vorderen eiser en gedaagde, beiden erfgenamen van hun overleden zoon, de verstrekking van een boedelbeschrijving en bankafschriften van de erflater. Eiser heeft gedaagde volmachten verleend voor de afhandeling van de nalatenschap, maar heeft deze volmachten later ingetrokken. Eiser vordert in incident de verstrekking van documenten die inzicht moeten geven in het beheer van de nalatenschap door gedaagde. Gedaagde heeft verweer gevoerd en enkele documenten overgelegd, maar heeft geweigerd om een boedelbeschrijving te verstrekken, omdat deze nog niet is opgemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser geen recht heeft op de gevraagde boedelbeschrijving, omdat deze niet bestaat. Ook de vordering tot verstrekking van bankafschriften is afgewezen, omdat gedaagde deze al had overgelegd. De rechtbank heeft de vordering tot verstrekking van bescheiden van de autoverzekering afgewezen, omdat gedaagde niet over deze bescheiden beschikt. De vordering tot verstrekking van informatie over bitcoins is eveneens afgewezen voor de periode voorafgaand aan het overlijden van de erflater, omdat eiser geen rechthebbende was op dat moment. De proceskosten in het incident zijn gecompenseerd, en de hoofdzaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/337337 / HA ZA 25-271
Vonnis in incident van 19 november 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
advocaat: mr. J. van Andel,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
advocaat: mr. M. Hoekman-Haan.

1.Waar deze zaak over gaat

1.1.
[eiser] en [gedaagde] zijn de erfgenamen van hun zoon. [eiser] heeft [gedaagde] zowel een algehele volmacht als een beperkte boedelvolmacht gegeven met betrekking tot de afhandeling en het beheer van de nalatenschap.
1.2.
[eiser] vordert in incident verstrekking van een boedelbeschrijving van de nalatenschap, afschriften van de bankrekeningen van erflater, bescheiden van zijn autoverzekering en bescheiden met betrekking tot zijn bezittingen bij Bitvavo, een bitcoin handelaar. [gedaagde] voert verweer en overlegt bij antwoord in incident en akte overlegging producties de afschriften van de bankrekeningen en de bescheiden van Bitvavo. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser] in incident af.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoofdzaak en incident, uitgebracht op 31 juli 2025,
- de conclusie van antwoord in hoofdzaak en het antwoord in incident met producties 1 tot en met 6,
- de akte overlegging producties van gedaagde met producties 7 en 8,
- de producties van eiser behorend bij de dagvaarding.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] en [gedaagde] zijn de ouders van [erflater]. [erflater] is op [overlijdensdatum] 2024 overleden. [eiser] en [gedaagde] hebben beiden de nalatenschap zuiver aanvaard.
3.2.
[eiser] heeft [gedaagde] eind 2024 zowel een algehele volmacht als een beperkte boedelvolmacht gegeven met betrekking tot de afhandeling en het beheer van de nalatenschap. [eiser] heeft deze volmachten op 31 december 2024 per e-mail ingetrokken.

4.De beoordeling in incident

Inleiding
4.1.
[eiser] vordert in de hoofdzaak (kort samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot het afleggen van rekening en verantwoording aan [eiser] over de periode vanaf het overlijden van erflater tot en met heden op straffe van een dwangsom en, indien [gedaagde] onvolledige of geen afdoende rekening en verantwoording kan afleggen, veroordeling van [gedaagde] tot terugbetaling van de door hem van de rekening(en) van erflater afgehaalde, gepinde of gemuteerde gelden in de periode vanaf het overlijden van erflater tot en met heden, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
4.2.
[eiser] legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] is volgens [eiser] op grond van de wet verplicht aan haar rekening en verantwoording af te leggen, omdat tussen [eiser] en [gedaagde] een overeenkomst van opdracht bestond door de volmachten die [eiser] aan [gedaagde] heeft verleend. Daarnaast vloeit volgens [eiser] de verplichting tot het afleggen van rekening en verantwoording voort uit ongeschreven recht. Ook heeft [gedaagde] volgens [eiser] zonder recht of titel bedragen onttrokken aan de nalatenschap.
Vordering in incident
4.3.
[eiser] vordert in incident (kort samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot het verstrekken van:
a. de boedelbeschrijving van de nalatenschap,
b. afschriften van alle bankrekeningen van erflater bij de Rabobank, in het bijzonder van bankrekening [rekeningnummer 1] vanaf 16 januari 2025 tot en met heden en van de spaarrekening nr. [rekeningnummer 2] vanaf het overlijden van erflater tot en met heden,
c. alle bescheiden van de autoverzekering van erflater,
d. alle bescheiden van de bezittingen van erflater bij Bitvavo (een bitcoin handelaar) tijdens leven en in ieder geval vanaf 1 januari 2020 alsmede na het overlijden van erflater,
op straffe van een dwangsom en met veroordeling in de proceskosten.
4.4.
[eiser] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij deze bescheiden nodig heeft om inzicht te krijgen in het beheer van de nalatenschap door [gedaagde] en om haar vorderingen hierop aan te passen.
Antwoord in incident
4.5.
[gedaagde] voert verweer. Volgens [gedaagde] hoeft hij geen boedelbeschrijving te overleggen, omdat hij op grond van de wet en de volmachten niet verplicht is een boedelbeschrijving op te stellen. Hij heeft dit ook niet gedaan. Daarnaast hoeft hij geen informatie over de autoverzekering te verstrekken, omdat hij deze informatie niet heeft en de auto al bij leven door erflater was verkocht.
4.6.
[gedaagde] heeft bij zijn antwoord in incident de gevorderde bankafschriften van bankrekening [rekeningnummer 1] vanaf 16 januari 2025 tot en met heden en van de spaarrekening nr. [rekeningnummer 2] vanaf het overlijden van erflater tot en met heden overlegd. Ook heeft [gedaagde] bij zijn akte aanvullende producties een e-mail van Bitvavo en een balansoverzicht van het Bitvavo account van erflater per 12 juli 2024 overlegd.
Oordeel in incident
4.7.
Op grond van artikel 194 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) heeft een partij bij een rechtsbetrekking tegenover degene die beschikt over bepaalde gegevens over die rechtsbetrekking, recht op inzage, afschrift of uittreksel van die gegevens als zij daarbij voldoende belang heeft. Op grond van artikel 195 Rv kan de rechter, op verzoek van de partij die dit recht heeft, de wederpartij hiertoe bevelen.
4.8.
De rechtbank zal per vordering beoordelen of [eiser] recht heeft op verstrekking van de gegevens.
Boedelbeschrijving
4.9.
De rechtbank zal het verzoek van [eiser] om afgifte van de boedelbeschrijving door [gedaagde] afwijzen. Er is (nog) geen boedelbeschrijving van de nalatenschap opgemaakt, waardoor dit document niet bestaat. Met een inzageverzoek kan niet om een niet bestaand document worden verzocht. Indien [eiser] alsnog een boedelbeschrijving wenst, dan kan zij dit op grond van artikel 672 lid 1 Rv bij de kantonrechter verzoeken. De rechtbank merkt hierbij op dat [gedaagde] op grond van de wet niet verplicht was een boedelbeschrijving op te stellen, omdat partijen de nalatenschap zuiver hebben aanvaard en zij samen verantwoordelijk zijn voor de afwikkeling daarvan.
Bankafschriften
4.10.
Aangezien [gedaagde] de door [eiser] gespecificeerde bankafschriften reeds heeft overlegd, heeft [eiser] geen belang meer bij dit gedeelte van haar vordering. Daarnaast heeft [gedaagde] voldoende gemotiveerd betwist dat erflater nog andere bankrekeningen bij de Rabobank had ten tijde van zijn overlijden. De rechtbank zal de gehele vordering ten aanzien van de bankafschriften daarom afwijzen.
Bescheiden autoverzekering
4.11.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek om afgifte van de bescheiden van de autoverzekering ook moet worden afgewezen, omdat [gedaagde] voldoende gemotiveerd heeft betwist dat hij over deze bescheiden beschikt. Vast staat dat erflater zijn auto al bij leven had verkocht. Dit verklaart volgens [gedaagde] waarom zowel [eiser] als hijzelf geen verzekeringspapieren van de auto hebben aangetroffen in de woning van erflater. Daar komt bij dat erflater geen reden had om deze papieren te bewaren als hij, zoals [gedaagde] heeft gesteld, geen recht had op uitkering op grond van deze verzekering. De rechtbank zal de vordering dan ook afwijzen.
Bitcoins
4.12.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde] met inbreng van producties 7 en 8 heeft voldaan aan de vordering van [eiser] voor zover deze vordering ziet op de periode vanaf het overlijden van erflater tot en met heden. Uit de e-mail en het balansoverzicht van Bitvavo blijkt namelijk welke bezittingen erflater had bij Bitvavo ten tijde van zijn overlijden alsmede de waardeontwikkeling van deze bezittingen tot aan opheffing van het Bitvavo account. [eiser] heeft hierdoor geen belang meer bij dit gedeelte van haar vordering en de rechtbank zal dit gedeelte van haar vordering hierom afwijzen.
4.13.
Voor zover de vordering van [eiser] ziet op de periode voorafgaand aan het overlijden van erflater heeft [eiser] geen belang bij de bescheiden, omdat zij voor het overlijden van erflater geen rechthebbende was van de bitcoins en [eiser] niet heeft onderbouwd hoe de waardeontwikkeling van de bitcoins en de samenstelling van de wallet tijdens het leven van erflater invloed hebben op haar huidige aanspraak. De rechtbank zal de vordering dus ook voor het resterende gedeelte afwijzen.
Proceskosten in incident
4.14.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten in dit incident tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Vervolg in hoofdzaak
4.15.
De kantonrechter zal de hoofdzaak verwijzen naar de rol zodat partijen verhinderdata kunnen opgeven waarna een mondelinge behandeling van de hoofdzaak kan worden gepland.

5.Beslissing

De kantonrechter
in incident
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
compenseert de proceskosten zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt,
in hoofdzaak
5.3.
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 3 december 2025voor het bepalen van de dag en het tijdstip waarop de mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Partijen hoeven niet aanwezig te zijn bij deze rolzitting. Partijen kunnen tot uiterlijk
de vrijdag daarvoor (28 november 2025)20 verhinderdata of 40 verhinderingsdagdelen opgeven voor de maanden
januari tot en met mei 2025;
5.4.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen, alsmede dat bij de planning geen rekening zal worden gehouden met de verhinderingen van een partij die meer verhinderingen heeft opgegeven dan hiervoor onder 5.3. genoemd;
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.N.R. Wegerif en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2025. (hg)