In deze zaak vorderen eiser en gedaagde, beiden erfgenamen van hun overleden zoon, de verstrekking van een boedelbeschrijving en bankafschriften van de erflater. Eiser heeft gedaagde volmachten verleend voor de afhandeling van de nalatenschap, maar heeft deze volmachten later ingetrokken. Eiser vordert in incident de verstrekking van documenten die inzicht moeten geven in het beheer van de nalatenschap door gedaagde. Gedaagde heeft verweer gevoerd en enkele documenten overgelegd, maar heeft geweigerd om een boedelbeschrijving te verstrekken, omdat deze nog niet is opgemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser geen recht heeft op de gevraagde boedelbeschrijving, omdat deze niet bestaat. Ook de vordering tot verstrekking van bankafschriften is afgewezen, omdat gedaagde deze al had overgelegd. De rechtbank heeft de vordering tot verstrekking van bescheiden van de autoverzekering afgewezen, omdat gedaagde niet over deze bescheiden beschikt. De vordering tot verstrekking van informatie over bitcoins is eveneens afgewezen voor de periode voorafgaand aan het overlijden van de erflater, omdat eiser geen rechthebbende was op dat moment. De proceskosten in het incident zijn gecompenseerd, en de hoofdzaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling.