Op 5 februari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de veroordeelde een verzoek indiende tot wijziging van de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke gevangenisstraf waren verbonden. De veroordeelde, die sinds 23 mei 2023 gedetineerd is, verzocht om het contact- en locatieverbod met elektronische monitoring per 8 februari 2025 op te heffen. De officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, heeft zich echter op het standpunt gesteld dat het verzoek afgewezen moet worden, gezien de ernst van de feiten en het gebrek aan medewerking van de veroordeelde aan de opgelegde voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde eerder een strafbaar feit heeft gepleegd door zijn enkelband door te knippen en dat hij zich niet aan de voorwaarden zal houden. De reclassering heeft ook aangegeven dat toezicht op de bijzondere voorwaarden niet uitvoerbaar is. De politierechter heeft het verzoek tot wijziging van de bijzondere voorwaarden afgewezen, maar heeft de reclassering ontheven van het toezicht op deze voorwaarden. De beslissing op de mondelinge vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 42 dagen is afzonderlijk geminuteerd.