ECLI:NL:RBOVE:2025:671

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
08.063337.23
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf van 42 dagen na niet-nakomen van bijzondere voorwaarden

Op 5 februari 2025 heeft de politierechter in de rechtbank Overijssel, mr. B.W.M. Hendriks, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 42 dagen. De veroordeelde, geboren in 1996, had eerder een voorwaardelijke straf opgelegd gekregen van 60 dagen, waarvan 42 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar die inging op 10 juli 2024. De bijzondere voorwaarden waren onder andere dat de veroordeelde zich moest melden bij de reclassering en zich moest laten behandelen door een zorgverlener. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2025 heeft de veroordeelde echter aangegeven dat hij zich niet aan deze voorwaarden zou houden en dat hij niets meer met de reclassering te maken wilde hebben. De officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, heeft daarom verzocht om de voorwaardelijke straf ten uitvoer te leggen.

De politierechter heeft vastgesteld dat de vordering van de officier van justitie ontvankelijk is en heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De reclassering had eerder aangegeven dat de bijzondere voorwaarden niet uitvoerbaar waren en heeft verzocht om ontheffing van het toezicht. De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben geen bezwaar gemaakt tegen de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Gezien de herhaalde weigering van de veroordeelde om zich aan de voorwaarden te houden, heeft de politierechter besloten de vordering tot tenuitvoerlegging van de 42 dagen gevangenisstraf toe te wijzen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.063337.23
Uitspraak van de enkelvoudige strafkamer op de vordering van de officier van justitie op grond van artikel 6:6:21 Wetboek van Strafvordering (Sv) in de zaak van
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats],
nu verblijvende in P.I. [locatie],
verder te noemen de veroordeelde, bijgestaan door mr. J. Nijland, advocaat te Borne.

1.Het verloop van de procedure

Op 5 februari 2025 heeft de officier van justitie tijdens de behandeling van het verzoek van veroordeelde op grond van artikel 6:6:19 Wetboek van Strafvordering tot wijziging van de bijzondere voorwaarden
mondelingde vordering gedaan tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 11 mei 2023 aan de veroordeelde voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 42 dagen vanwege het niet nakomen van de bijzondere voorwaarden.
De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 5 februari 2025.
Bij de behandeling zijn de officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, de veroordeelde en zijn raadsvrouw gehoord.
Ook is gehoord dhr. [naam], werkzaam als reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
De politierechter heeft kennis genomen van het door de officier van justitie overgelegde dossier van de strafzaak tegen de veroordeelde en van de reactie van de reclassering op het verzoekschrift van de raadsvrouw d.d. 31 januari 2025, waarin de reclassering de rechtbank kort gezegd vraagt om de reclassering te ontheffen van het toezicht op de bijzondere voorwaarden.
2. De standpunten van de officier van justitie en de veroordeelde en de raadsvrouw
Standpunt officier van justitie
Bij de mondelinge behandeling van het verzoek tot wijziging van de bijzondere voorwaarden (deze beslissing is afzonderlijk geminuteerd), heeft de officier van justitie tevens mondeling het verzoek gedaan tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf, te weten 42 dagen gevangenisstraf. De voorwaarden waren in verband met detentie opgeschort en zouden op 8 februari 2025 gaan gelden. Veroordeelde heeft uitdrukkelijk en meermalen aangegeven dat hij zich niet aan de voorwaarden zal houden. De reclassering heeft aangegeven dat de bijzondere voorwaarden zo ook niet uitvoerbaar zijn en om die reden heeft de reclassering bij monde van de heer [naam] de politierechter verzocht om de reclassering te ontheffen van het toezicht op de bijzondere voorwaarden.
Standpunt veroordeelde en de raadsvrouw
De veroordeelde en de raadsvrouw maken geen bezwaar tegen de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. Veroordeelde wil niets meer te maken hebben met de reclassering en heeft verklaard de 42 dagen gevangenisstraf te zullen gaan uitzitten.

3.De ontvankelijkheid

De vordering is tijdig ingediend. De politierechter stelt vast dat deze ook overigens ontvankelijk is.

4.De beoordeling

Op grond van de stukken en de behandeling op de zitting stelt de politierechter het volgende vast.
De veroordeelde is bij onherroepelijk geworden vonnis van 11 mei 2023 van de politierechter in de rechtbank Overijssel veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 42 dagen voorwaardelijk. De proeftijd is gesteld op drie jaren en is ingegaan op 10 juli 2024. De bijzondere voorwaarden houden in dat veroordeelde:
  • zich meldt op afspraak met de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • zich laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
  • op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met aangeefster zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
  • zich tijdens het toezicht niet in het gebied bevindt zoals in de (als bijlage bij de AMV behorende) afbeelding is aangegeven. Veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatieverbod. In overleg met de reclassering kan er (deels) van het verboden gebied worden afgeweken. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat veroordeelde in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen;
  • gedurende het toezicht op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met veroordeelde, hetgeen mede afhankelijk is van de dagbesteding. Bij de start hoeft veroordeelde op doordeweekse dagen maximaal 17 uur niet op het verblijfadres te zijn. In de weekenden heeft veroordeelde een aaneengesloten blok van maximaal 17 uur per dag vrij te besteden. Veroordeelde werkt mee aan Elektronische Monitoring op dit locatiegebod. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen. Dit locatiegebod is door de politierechter gemaximeerd tot de duur van één jaar;
  • meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
De politierechter overweegt als volgt. Gelet op het feit dat veroordeelde tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek tot wijziging van de bijzondere voorwaarden uitdrukkelijk en meermaals heeft aangegeven dat hij zich niet aan de gestelde bijzondere voorwaarden zal houden, en dat de medewerker van de reclassering, de heer [naam], in zijn schriftelijke reactie op het verzoekschrift van de verdediging tot wijziging van de voorwaarden met opheffing van het contactverbod en het locatiegebod met elektronische monitoring, heeft verzocht om de reclassering te ontheffen van de bijzondere voorwaarden -en op zitting daarbij heeft gepersisteerd- zal de politierechter de mondeling gedane vordering tot tenuitvoerlegging van 42 dagen gevangenisstraf van de officier van justitie toewijzen.

5.De beslissing

De politierechter
gelastdat
42 dagen gevangenisstraf, op 11 mei 2023 voorwaardelijk opgelegd en nog niet tenuitvoergelegd, alsnog moeten worden tenuitvoergelegd
Deze beslissing is genomen door mr. B.W.M. Hendriks, politierechter, in tegenwoordigheid van M.K. Barin, griffier en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2025.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.