ECLI:NL:RBOVE:2025:670

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
C/08/324717 / HA RK 24-110
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot wijziging statuten van de Stichting PCO Accrete in verband met aanpassing van de grondslag

Op 5 februari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een beschikking gegeven in de zaak van de Stichting PCO Accrete, die een verzoek tot wijziging van haar statuten had ingediend. De Stichting, opgericht als Vereniging Protestants Christelijk Onderwijs Noord West Overijssel in 1998 en later omgevormd tot een stichting, heeft als doel het bieden van protestants-christelijk onderwijs en kinderopvang in Noordwest Overijssel. De bestaande statuten, die op 1 november 2017 voor het laatst zijn gewijzigd, sluiten wijziging van de grondslag uit. De Stichting heeft echter aangegeven dat de huidige statuten niet meer aansluiten bij de hedendaagse maatschappelijke verhoudingen en dat samenwerking met andere onderwijsinstellingen noodzakelijk is voor de toekomstbestendigheid van haar aanbod.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Stichting voldoende heeft aangetoond dat ongewijzigde handhaving van de statuten leidt tot ongewenste gevolgen, zoals inefficiënt onderwijsaanbod en financiële uitdagingen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de statuten niet gewijzigd kunnen worden volgens de huidige bepalingen, en dat artikel 2:294 BW een voorziening biedt voor dergelijke situaties. De rechtbank heeft besloten om de statuten integraal te wijzigen, conform het concept dat de Stichting heeft ingediend, en heeft bepaald dat deze wijziging in het handelsregister moet worden ingeschreven.

De beschikking houdt in dat de statuten van de Stichting worden aangepast om de grondslag te verweven in de statutaire doelstelling, zodat deze beter aansluit bij de huidige tijdsgeest. De rechtbank heeft hiermee gehoor gegeven aan de noodzaak van de Stichting om haar statuten te moderniseren en de samenwerking met andere onderwijsinstellingen te faciliteren.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer / rekestnummer: C/08/324717 / HA RK 24-110
Beschikking van 5 februari 2025
in de zaak van
STICHTING PCO ACCRETE,
te Zwartsluis,
verzoekende partij,
hierna te noemen: de Stichting,
advocaat: mr. R.S. van der Spek.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot statutenwijziging ex artikel 2:294 BW, ingekomen op 25 november 2024;
- de e-mail van de griffier van 3 december 2024;
- de e-mail van de Stichting van 3 december 2024 met daarbij de juiste productie 3;
- de e-mail van de griffier van 13 januari 2025 met daarin opgenomen de zittingsagenda;
- de mondelinge behandeling van 21 januari 2025, ter gelegenheid waarvan de Stichting spreekaantekeningen met aanvullende producties heeft overgelegd en door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.De beoordeling

2.1.
Op 11 maart 1998 is de Vereniging Protestants Christelijk Onderwijs Noord West Overijssel opgericht. Op 16 maart 2017 is de rechtsvorm van deze vereniging gewijzigd in een stichting. De Stichting houdt zich bezig met basisonderwijs voor leerplichtigen en heeft diverse vestigingen in Noordwest Overijssel. De laatstelijk op 1 november 2017 gewijzigde statuten van de Stichting luiden, voor zover hier van belang, als volgt:
GRONDSLAG
Artikel 3
De stichting aanvaardt als grondslag voor haar handelen de bijbel als Gods woord.
DOEL EN MIDDELEN
Artikel 4
1. De stichting bevordert dat er op de scholen geleefd en gewerkt wordt vanuit het geloof in God, die Zich geopenbaard heeft in Jezus Christus.
2. De stichting bevordert de stichting en instandhouding van scholen voor protestants-christelijk onderwijs en kindcentra van protestants-christelijke signatuur in het gebied van Noordwest Overijssel. Daarbij is er ruimte voor scholen of kindcentra die een nauwere kerkelijke binding kennen.
3. Zij tracht dit doel te bereiken door het zoeken van samenwerking in alles wat tot de belangen van het christelijk onderwijs dan wel de christelijke kinderopvang behoort, door het houden van vergaderingen en voorts door alle andere wettige middelen welke tot het gestelde doel dienstig zijn.
4. (…).
STATUTENWIJZIGING
Artikel 15
1. Het College van Bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen, na voorafgaande goedkeuring door de Raad van Toezicht.
2. De in artikel 2bedoeld wordt: artikel 3, toevoeging rechtbank]
vermelde grondslag van de stichting kan niet door middel van een statutenwijziging worden veranderd.
(…).”
2.2.
Op 3 december 2024 heeft de Stichting de rechtbank doen toekomen een concept akte van statutenwijziging, gedateerd 4 juni 2024. Artikel 2 van dit concept luidt als volgt.

Artikel 2 – Doel
De stichting heeft ten doel het geven van bijzonder onderwijs, in het bijzonder protestants-christelijk en algemeen/bijzonder primair onderwijs, zulks door het in stand houden van een of meer scholen, waaronder kunnen zijn begrepen samenwerkingsscholen, voor primair onderwijs van deze richtingen, alsmede al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
De door de stichting in stand gehouden scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen, zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing.
De stichting hanteert de volgende grondslagen voor het door haar gegeven onderwijs, te weten:
a. op haar protestants-christelijke scholen is het evangelie volgens de Bijbel richtsnoer en inspiratiebron;
b. op haar algemeen/bijzondere scholen worden ieders godsdienst of levensbeschouwing gerespecteerd;
c. op haar samenwerkingsscholen wordt op passende en respectvolle wijze invulling gegeven aan de daarin gecombineerde bijzondere en openbare identiteit.
4. De stichting zoekt samenwerking met andere organisaties en rechtspersonen die in de ruimste zin kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van haar doel, zulks ook omdat deze activiteiten verrichten, die daaraan belendend en/of ondersteunend zijn. In het bijzonder zoekt de stichting samenwerking met de stichting:
Stichting voor Protestants Christelijke Kinderopvang Accrete, statutair gevestigd te Zwartsluis, gemeente Zwartewaterland, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 05074479 , bij het in een of meer kindcentra in onderlinge samenhang aanbieden van kinderopvang en primair onderwijs.
5. De stichting beoogt niet het maken van winst.”
2.3.
Aan haar verzoek tot statutenwijziging legt de Stichting ten grondslag dat zij haar grondslag wil wijzigen door deze te verweven in de statutaire doelstelling, zodat die meer zal aansluiten bij de huidige tijdsgeest. Daarbij wenst de Stichting om pragmatische redenen niet alleen de statuten te wijzigen door artikel 3 van de vigerende statuten te laten vervallen en de grondslag met de doelstelling te verweven, maar tot een algehele statutenwijziging te komen, waarbij ook de algehele uitsluiting van de wijziging van artikel 3 van de vigerende statuten komt te vervallen. Volgens de Stichting is met haar huidige grondslag en doelstelling het aangaan van samenwerkingen met scholen die (gedeeltelijk) openbaar onderwijs aanbieden formeel niet mogelijk, terwijl daaraan – soms noodgedwongen – wel de wens en behoefte bestaat.
2.4.
De rechtbank overweegt dat in de bestaande statuten van de Stichting wijziging van haar grondslag uitdrukkelijk is uitgesloten en dat voor een dergelijke situatie artikel 2:294 BW een voorziening biedt. Dit artikel bepaalt in het eerste lid dat, indien ongewijzigde handhaving van de statuten zou leiden tot gevolgen, die bij de oprichting redelijkerwijze niet kunnen zijn gewild en de statuten de mogelijkheid van wijziging niet voorzien of zij die tot wijziging de bevoegdheid hebben, zulks nalaten, de rechtbank op verzoek van een oprichter, het bestuur of het openbaar ministerie de statuten kan wijzigen. Het tweede lid bepaalt dat de rechtbank daarbij zo min mogelijk van de bestaande statuten afwijkt; indien wijziging van het doel noodzakelijk is, wijst zij een doel aan dat aan het bestaande verwant is. Met inachtneming van het vorenstaande is de rechtbank bevoegd, zo nodig, de statuten op andere wijze te wijzigen dan is verzocht. Uit artikel 2:294 lid 1 BW volgt dat de rechtbank de statuten kan wijzigen als aan drie cumulatieve vereisten is voldaan: (a) ongewijzigde handhaving leidt tot ongewenste gevolgen, (b) de statuten kunnen niet gewijzigd worden of worden niet gewijzigd en (c) tot de rechtbank wordt een verzoek of vordering gericht.
2.5.
Ten aanzien van het vereiste sub (a) is van belang of de gevolgen zoals die zich voordoen of dreigen voor te doen redelijkerwijs kunnen zijn gewild door degene(n) die toen de statuten formuleerde(n), maar met inachtneming van de omstandigheden van het moment waarop dit moet worden beoordeeld.
2.6.
De Stichting heeft in haar verzoekschrift en met een uitgebreide en onderbouwde toelichting tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat de oorspronkelijke oprichters handelden in een tijd waarin de maatschappelijke verhoudingen anders lagen dan nu het geval is. De voorkeur van ouders en gemeenschappen voor scholen met een duidelijke levensbeschouwelijke grondslag was in 1998 in de betreffende regio goed zicht- en meetbaar (verzuiling). Als gekeken wordt naar de huidige samenstelling van zowel de maatschappij als de omgeving waarin de Stichting opereert, dan kan volgens de Stichting worden gesteld dat een stichting voor onderwijs en opvang met een protestants-christelijke signatuur in het gebied Noordwest Overijssel alleen toekomstbestendig is als deze in meer of mindere mate samenwerking opzoekt met partijen die ook in hetzelfde lokale marktveld opereren teneinde kwalitatief goed en duurzaam onderwijs en opvang te kunnen blijven bieden. Dan moet ruimte worden gemaakt voor opname van en samenwerking met organisaties van (deels) andere signaturen, waarbij wel geldt dat de eigen identiteit gewaarborgd moet kunnen worden. Volgens de Stichting kan het vasthouden aan de huidige statuten de samenwerking met andere scholen en het bieden van toekomstbestendige voorzieningen in de weg staan, terwijl de financiering door de overheid en de krimpende leerlingaantallen de noodzaak van samenwerking vergroten. De Stichting heeft deze noodzaak met de huidige situatie in Blokzijl en Oldemarkt concreet benoemd, mede aan de hand van het voorstel van het college aan de gemeenteraad van Steenwijkerland met betrekking tot het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (2023_RAAD_00007) en een tabel met (dalende) leerlingaantallen per kindcentrum in de gemeente Steenwijkerland.
2.7.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de Stichting aldus genoegzaam toegelicht dat ongewijzigde handhaving van de statuten tot ongewenste gevolgen leidt, zoals inefficiënt onderwijsaanbod, financiële en personele uitdagingen en een verminderde mogelijkheid tot samenwerking. Ook aan de overige vereisten van artikel 2:294 lid 1 BW is voldaan. Daarbij betrekt de rechtbank dat de (primair) beoogde wijziging van de grondslag, waarmee overigens ook de medezeggenschapsraad heeft ingestemd, zo min mogelijk van de bestaande statuten afwijkt.
2.8.
Het verzoek van de Stichting gaat echter verder dan aanpassing van enkel de grondslag, in de hiervoor besproken zin. De Stichting beoogt een integrale statutenwijziging – volgens haar een modernisering –, omdat een goede uitvoering van de 'governance' gewenst is en de bestaande statuten hieraan in de weg staan. Als voorbeeld heeft de Stichting genoemd dat er goed onderscheid moet worden gemaakt tussen besturen en toezicht houden. De Stichting heeft de nieuwe statuten daarom aangepast aan de Code Goed Bestuur die wordt gehanteerd in het onderwijs en de kinderopvang. Mede vanuit pragmatisch oogpunt zal de rechtbank gehoor geven aan dit verzoek van de Stichting. Daarbij realiseert de rechtbank zich dat de wetgever in beginsel beoogd heeft dat ingeval de rechtbank in het verzoek als hier aan de orde, toestemming geeft tot wijziging van de statuten, die wijziging niet verder behoort te gaan dan strikt noodzakelijk om het ongewenste gevolg weg te nemen. De Stichting heeft erop gewezen dat aan wijziging van de statuten voor andere onderwerpen dan de grondslag, het verbod van artikel 15 van de huidige statuten niet in de weg staat, en dat zij reeds heeft besloten tot die wijziging (modernisering) voor het overige. Indien de rechtbank enkel zou overgaan tot wijziging van de statuten in die zin dat die wijziging enkel betrekking heeft op de grondslagbepalingen, dan noopt dat de Stichting tot het op eigen initiatief, naderhand, wederom een statutenwijziging te effectueren voor wat betreft de overige onderwerpen. Op die manier zouden de statuten van de Stichting op korte termijn tweemaal achter elkaar worden gewijzigd: eenmaal door de rechtbank, en vervolgens op de gebruikelijke wijze vanwege de Stichting bij notariële akte. De rechtbank is het met de Stichting eens dat het nodeloos omslachtig zou zijn om vanwege formele redenen niet meteen de wijzigingen ten aanzien waarvan de Stichting al (rechtsgeldig) heeft besloten tot statutenwijzing in deze beslissing mee te nemen, nu vast staat dat die wijzigingen anders toch door de Stichting zullen worden doorgevoerd. De rechtbank zal dan ook beslissen om de statuten van de Stichting integraal te wijzigen, conform het concept dat zij de rechtbank heeft doen toekomen.
2.9.
Het voorgaande betekent dat het verzoek van de Stichting tot statutenwijziging, op de hierna te melden wijze, voor toewijzing in aanmerking komt. Deze uitspraak neemt, als zij kracht van gewijsde krijgt, de plaats in van de wijziging als bedoeld in de tweede zin van artikel 2:293 BW. Uit de derde zin van dat artikel volgt dat de bestuurder van de Stichting verplicht is een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijzigt de bestaande statuten van de Stichting, in die zin dat de statuten komen te luiden conform de concept akte van statutenwijziging (conceptdatum: 4 juni 2024), zoals de Stichting die op 3 december 2024 aan de rechtbank heeft toegezonden, en die als
bijlage aan deze beschikking is gehecht;
3.2.
bepaalt dat de griffier ervoor zorg draagt dat deze uitspraak, als zij in kracht van gewijsde is gegaan, in het handelsregister wordt ingeschreven, een en ander conform artikel 2:302 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op
5 februari 2025. (PS)