In deze zaak heeft [partij A] een rechtszaak aangespannen tegen STICHTING ISALA KLINIEKEN (hierna: Isala) met betrekking tot de afgifte van embryo's die zijn ontstaan uit een overeenkomst inzake In-Vitro Fertilisatie. [partij A] heeft in november 2023 een overeenkomst gesloten met Isala voor een fertiliteitsbehandeling, waarbij embryo's zijn gecreëerd met haar eicellen en zaadcellen van een bekende donor. In januari 2025 heeft Isala aan [partij A] meegedeeld dat de embryo's niet gebruikt mogen worden, omdat de donor zijn toestemming heeft ingetrokken. [partij A] vordert nu dat Isala meewerkt aan de afgifte van deze embryo's voor terugplaatsing en zwangerschap.
In het incident heeft Isala aangevoerd dat de donor, die niet in het geding is betrokken, ook een partij is in deze rechtsverhouding. Isala heeft een beroep gedaan op de exceptio plurium litis consortium, wat inhoudt dat de vordering van [partij A] niet kan worden beoordeeld zonder de donor te betrekken. De rechtbank heeft dit verweer gehonoreerd en geoordeeld dat de donor moet worden opgeroepen om in het geding te verschijnen, op straffe van niet-ontvankelijkheid van de vorderingen van [partij A]. De rechtbank heeft [partij A] de opdracht gegeven om de donor binnen vier weken op te roepen en de processtukken te betekenen.
De rechtbank heeft tevens de proceskosten in het incident voor rekening van [partij A] gesteld, omdat zij in het ongelijk is gesteld. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 17 december 2025 voor verdere uitlating van [partij A] over de oproeping van de donor. De verdere beslissing is aangehouden.