Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1],
wonende te [woonplaats 2],
Rechtbank Overijssel
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter in Zwolle, heeft eiser, procederend in persoon, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een aanvraagformulier dat op 15 augustus 2025 door eiser is ingediend. De rechtbank heeft gedaagde meerdere keren op de hoogte gesteld van de zitting, maar gedaagde heeft geen gehoor gegeven aan deze uitnodigingen. Op 5 november 2025, na de mondelinge behandeling, heeft de kantonrechter besloten om verstek te verlenen tegen gedaagde, omdat deze niet rechtsgeldig in het geding is verschenen en de voorgeschreven termijnen zijn nageleefd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiser niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 348,03 aan eiser, evenals de proceskosten van € 140,00. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Gedaagde heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen na aanschrijving aan de veroordelingen te voldoen, anders kunnen er extra kosten in rekening worden gebracht. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.W.G. Wijnands op 5 november 2025.