ECLI:NL:RBOVE:2025:6398
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke geschillen met het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd op 5 november 2025, wordt het verzoek van een verzoekster om een proceskostenvergoeding door het UWV beoordeeld. De verzoekster had eerder haar beroepen tegen besluiten van het UWV ingetrokken, omdat het UWV deze besluiten had vervangen door een nieuwe beslissing op haar bezwaren. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het UWV heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het UWV geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door haar een WW-uitkering toe te kennen wegens betalingsonmacht van de ex-werkgever. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen, de bestuursrechter het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV aan verzoekster een voorschot op haar uitkering heeft toegekend en dat het UWV de bezwaren van verzoekster gegrond heeft verklaard.
De rechtbank bepaalt dat het UWV € 907,- aan proceskosten aan verzoekster moet betalen, en daarnaast het griffierecht van in totaal € 106,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter mr. F. Koster, in aanwezigheid van griffier mr. A.A.H. Beenen-Oskam. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.