ECLI:NL:RBOVE:2025:6261

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
08.071567.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bankhelpdeskfraude met meerdere slachtoffers en aanzienlijke schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bankhelpdeskfraude. De verdachte werd beschuldigd van het oplichten van 35 slachtoffers in de periode van 25 oktober 2022 tot en met 17 maart 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich voordeed als een bankmedewerker en slachtoffers telefonisch benaderde met de mededeling dat er verdachte activiteiten op hun bankrekening waren. Door deze slachtoffers te misleiden, wist de verdachte hen te bewegen tot het afgeven van hun bankgegevens en het verhogen van hun daglimiet, waarna geldbedragen van hun rekeningen werden afgeschreven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 400 dagen, waarvan 105 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. Daarnaast is de verdachte aansprakelijk gesteld voor de schade die de slachtoffers hebben geleden, met een totale schadevergoeding van meer dan € 73.000 aan de Coöperatieve Rabobank U.A. en andere benadeelde partijen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien het feit dat veel slachtoffers kwetsbare ouderen waren.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.071567.23 (P)
Datum vonnis: 30 oktober 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] in [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 11 september 2025, 18 september 2025 en 16 oktober 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsvrouw mr. M. Eekhout, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij de Coöperatieve Rabobank U.A. door de heer [naam] is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 8 oktober 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte al dan niet samen met (een) ander(en):
feit 1:in de periode van 25 oktober 2022 tot en met 17 maart 2023 35 aangevers heeft opgelicht;
feit 2:op 8 november 2022 heeft geprobeerd één aangever op te lichten;
feit 3:op 4 april 2023 leadlijsten voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of haar medeverdachten wisten dat deze bestemd waren tot het plegen van oplichtingen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 oktober 2022 tot en met 17 maart 2023 te [verschillende plaatsen] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] en/of [slachtoffer 23] en/of [slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] en/of [slachtoffer 26] en/of [slachtoffer 27] en/of [slachtoffer 28] en/of [slachtoffer 29] en/of [slachtoffer 30] en/of [slachtoffer 31] en/of [slachtoffer 32] en/of [slachtoffer 33] en/of [slachtoffer 34] en/of [slachtoffer 35]
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het tenietdoen van een inschuld, te weten
- het verhogen van de daglimiet van de bankrekening en/of het online overboeken van een of meerdere geldbedragen vanaf de bankrekening van/door voornoemde slachtoffers en/of
- het maken van een foto van het identiteitsbewijs van/door voornoemde slachtoffers en/of
- het opgeven/invoeren/afgeven van de pincode van de bankpas en/of de inlogcode voor het internetbankieren en/of de bankpas en/of de Randomreader/Raboreader van/door voornoemde slachtoffers en/of
- het afgeven van een of meerdere horloges (Omega Titanium en/of Rado) en/of een of meerdere contante geldbedragen (4.580 dollar en/of 7.000 euro) van/door voornoemd slachtoffer [slachtoffer 10] door
- ( telefonisch) contact op te nemen met voornoemde slachtoffers en zich hierbij (in strijd met de waarheid) voor te doen als een medewerker van de Rabobank en/of de ING en/of
- ( telefonisch) tegen voornoemde slachtoffers te zeggen dat hun bankrekening gehackt was en/of dat (cyber)criminelen geld van hun bankrekening hadden afgehaald, dan wel trachtten af te halen en/of dat er verdachte activiteiten/overboeken waren op hun bankrekening en/of
- ( telefonisch) voornoemde slachtoffers te bewegen tot het installeren van Anydesk, althans een soortgelijk programma op hun computer, waardoor verdachte en/of haar medeverdachten toegang hadden tot die computer en/of
- ( telefonisch) voornoemde slachtoffers te bewegen tot het verhogen van de daglimiet van hun bankrekening en/of het online overboeken van een of meerdere geldbedragen vanaf hun bankrekening en/of
- ( telefonisch) voornoemde slachtoffers te bewegen tot het opgeven/invoeren van de pincode van hun bankpas en/of de inlogcode voor hun internetbankieren op hun computer en/of mobiele telefoon en/of
- ( telefonisch) tegen voornoemde slachtoffers te zeggen dat er een medewerker van de Rabobank bij hen thuis zou komen om hun bankpas en/of hun Randomreader/Raboreader en/of een of meerdere horloges (Omega Titanium en/of Rado) en/of een of meerdere contante geldbedragen (4.580 dollar en/of 7.000 euro) op te halen en/of
- voornoemde slachtoffers thuis te bezoeken en hun bankpas en/of hun Randomreader/Raboreader en/of een of meerdere horloges (Omega Titanium en/of Rado) en/of een of meerdere contante geldbedragen (4.580 dollar en/of 7.000 euro) mee te nemen en/of
- een of meerdere geldbedragen van de bankrekening van voornoemde slachtoffers af te halen en/of over te boeken;
2
zij op 8 november 2022 te [verschillende plaatsen] , althans in Nederland
ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededaders voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
[slachtoffer 36]
te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het tenietdoen van een inschuld,
te weten
- het verhogen van de daglimiet van de bankrekening en/of het online overboeken van een of meerdere geldbedragen vanaf de bankrekening van/door voornoemde [slachtoffer 36] en/of
- het maken van een foto van het identiteitsbewijs van/door voornoemde [slachtoffer 36] en/of
- het opgeven/invoeren/afgeven van de pincode van de bankpas en/of de inlogcode voor het internetbankieren en/of de bankpas en/of de Randomreader/Raboreader van/door voornoemde [slachtoffer 36] ,
- ( telefonisch) contact heeft opgenomen met voornoemde [slachtoffer 36] en zich hierbij (in strijd met de waarheid) voor heeft gedaan als een medewerker van de Rabobank en/of
- ( telefonisch) tegen voornoemde [slachtoffer 36] heeft gezegd dat zijn bankrekening gehackt was en/of dat (cyber)criminelen geld van zijn bankrekening hadden afgehaald, dan wel hadden trachten af te halen en/of dat er verdachte activiteiten/overboeken waren op zijn
bankrekening en/of
- ( telefonisch) voornoemde [slachtoffer 36] heeft bewogen tot het installeren van Anydesk, althans een soortgelijk programma op zijn computer, waardoor verdachte en/of haar medeverdachten toegang hadden tot die computer,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
zij op of omstreeks 4 april 2023 te [verschillende plaatsen] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, stoffen, voorwerpen en/of gegevens,
te weten een of meerdere leadlijsten, bestaande uit een of meerdere lijsten met persoonsgegevens en/of contactgegevens en/of bankgegevens, voorhanden heeft gehad,
waarvan verdachte en/of haar medeverdachten wisten dat dit/deze bestemd was/waren tot het plegen van een misdrijf als omschreven in artikel 326 Wetboek van Strafrecht, voor zover dit feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
Het gaat in deze zaak om vermeende betrokkenheid van verdachte bij bankhelpdeskfraude. De werkwijze ten aanzien van de ten laste gelegde bankhelpdeskfraude komt er kort gezegd op neer dat beoogde slachtoffers, vaak oudere mensen, werden gebeld door iemand die zich voordeed als een medewerker van een bank. De zogenaamde bankmedewerker vertelde vervolgens de beoogde slachtoffers dat er problemen zouden zijn met hun bankrekening en dat een andere medewerker van de bank langs zou komen om de pinpas op te halen. Met de opgehaalde pinpas en de afgegeven pincode kon er geld van de rekening worden gepind. Deze werkwijze vereiste betrokkenheid van meerdere personen (in ieder geval de beller en degene die de pinpas ophaalde). Een meer gedetailleerde omschrijving van de werkwijze wordt verder in het vonnis nader toegelicht.
Deze vorm van fraude is aan verdachte ten laste gelegd als het medeplegen van oplichting van 35 aangevers (verdachte zou steeds degene zijn die heeft gebeld en zich heeft voorgedaan als medewerkster van de bank), het medeplegen van een poging tot oplichting van één aangever en het medeplegen van het voorhanden hebben van leadlijsten met daarop de contactgegevens van potentiële slachtoffers.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde bepleit verdachte vrij te spreken van de volgende zaken:
  • [slachtoffer 1] (zaaksdossier 1)
  • [slachtoffer 2] (zaaksdossier 2)
  • [slachtoffer 3] & [slachtoffer 4] (zaaksdossier 3)
  • [slachtoffer 35] (zaaksdossier 32).
In deze zaken kan volgens de raadsvrouw niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die heeft gebeld en/of op een andere wijze nauw en bewust heeft samengewerkt met één of meerdere medeverdachte(n). Voor het overige heeft de raadsvrouw zich voor wat betreft feit 1 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ook voor het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel aan de rechtbank.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Feiten 1 en 2
De rechtbank zal eerst ingaan op feit 1 ten aanzien van de zaken waarvan zij verdachte partieel zal vrijspreken. Vervolgens zal de rechtbank het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bespreken. De rechtbank zal ten aanzien van deze feiten volstaan met een verkorte weergave van de bewijsmiddelen, gelet op de bekennende verklaring van de verdachte.
4.4.1.1 Vrijspraakoverwegingen ten aanzien van onderdelen van het onder 1 tenlastegelegde
De rechtbank is van oordeel, evenals door de raadsvrouw is bepleit, dat verdachte bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs van de volgende zaaksdossiers dient te worden vrijgesproken:
  • [slachtoffer 1] (zaaksdossier 1)
  • [slachtoffer 2] (zaaksdossier 2)
  • [slachtoffer 3] & [slachtoffer 4] (zaaksdossier 3)
  • [slachtoffer 35] (zaaksdossier 32).
Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat er in de zaken [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] is gebeld met een telefoon waaraan het IMEI-nummer [IMEI nummer 2]
is gekoppeld. Deze telefoon met IMEI-nummer [IMEI nummer 2] straalde ten tijde van de zaak [slachtoffer 1] aan in [verschillende plaatsen] en in de zaken [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] in Maasbree.
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die heeft gebeld. Er is weliswaar telkens gebeld door een ‘bankmedewerkster’ die zich [alias 1] noemde, een naam waar verdachte ook gebruik van maakte, echter dit is onvoldoende onderscheidend om vast te stellen dat het verdachte is geweest die heeft gebeld.
Ook zijn er geen historische gegevens van de telefoon van verdachte bekend op 25 oktober 2022 ( [slachtoffer 1] ) en 31 oktober 2022 ( [slachtoffer 2] ). Er zijn wel historische gegevens bekend van de telefoon van verdachte op 1 november 2022 ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ). Op en rondom het tijdstip dat de zogenaamde bankmedewerkster aan de telefoon was met aangevers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , te weten vanaf 17:13 uur, straalde de telefoon van verdachte niet aan in de omgeving van het vakantiehuisje [vakantiehuisje] (waar vandaan is gebeld door de zogenaamde bankmedewerkster) maar in de omgeving van [adres] .
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 34] op 8 maart 2023 haar laatste slachtoffer is geweest. [slachtoffer 35] is op 17 maart gebeld en daarmee dus na het door verdachte bekende laatste gesprek dat zij heeft gevoerd met een slachtoffer. Daarnaast is de werkwijze in de zaak van [slachtoffer 35] afwijkend. De rechtbank acht gelet op het vorenstaande onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat verdachte betrokken is geweest bij deze oplichtingen en zal verdachte dan ook van deze vier zaaksdossiers partieel vrijspreken.
4.4.1.2 De bewijsoverwegingen ten aanzien van de feiten 1 en 2
Vanaf 25 oktober 2022 zijn er bij de politie meerdere aangiftes binnengekomen van oplichtingen gepleegd in de periode 25 oktober 2022 tot en met 8 maart 2023. Bij deze oplichtingen is er sprake van een soortgelijke werkwijze. Dit betreft de volgende slachtoffers:
  • [slachtoffer 5] (zaaksdossier 4)
  • [slachtoffer 6] (zaaksdossier 5)
  • [slachtoffer 7] (zaaksdossier 6)
  • [slachtoffer 8] (zaaksdossier 7)
  • [slachtoffer 9] (zaaksdossier 8)
  • [slachtoffer 36] (zaaksdossier 9)
  • [slachtoffer 10] (zaaksdossier 10)
  • [slachtoffer 11] (zaaksdossier 11)
  • [slachtoffer 12] (zaaksdossier 12)
  • [slachtoffer 13] (zaaksdossier 13)
  • [slachtoffer 14] (zaaksdossier 14)
  • [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] (zaaksdossier 15)
  • [slachtoffer 18] (zaaksdossier 16)
  • [slachtoffer 19] (zaaksdossier 17)
  • [slachtoffer 20] (zaaksdossier 18)
  • [slachtoffer 21] (zaaksdossier 19)
  • [slachtoffer 22] (zaaksdossier 20)
  • [slachtoffer 23] (zaaksdossier 21)
  • [slachtoffer 24] (zaaksdossier 22)
  • [slachtoffer 25] (zaaksdossier 23)
  • [slachtoffer 26] (zaaksdossier 24)
  • [slachtoffer 27] (zaaksdossier 25)
  • [slachtoffer 28] (zaaksdossier 26)
  • [slachtoffer 29] (zaaksdossier 27)
  • [slachtoffer 30] (zaaksdossier 28)
  • [slachtoffer 31] (zaaksdossier 29)
  • [slachtoffer 33] (zaaksdossier 30)
  • [slachtoffer 34] (zaaksdossier 31)
  • [slachtoffer 32] (zaaksdossier 34)
  • [slachtoffer 15] (zaaksdossier 35).
Modus operandi
Uit deze verschillende aangiftes kwam naar voren dat de daders een min of meer vaste werkwijze hanteerden om de slachtoffers bankpassen en pincodes afhandig te maken en daarmee vervolgens geld op te nemen. Ook werden er randomreaders, creditcards en in één zaak contant geld en horloges meegenomen. De aangevers van deze feiten waren veelal (kwetsbare) ouderen. Zij werden allen gebeld door verdachte die zich voordeed als [alias 1] (of een variant daarop) die zogenaamd werkzaam was bij de Rabobank. De slachtoffers kregen te horen dat bij de Rabobank informatie was binnengekomen dat er (op dat moment) geld van hun rekening werd gehaald en dat er onmiddellijk moest worden ingegrepen. Sommige van hen kregen te horen dat zij het programma
Anydeskmoesten installeren op hun computer, hetgeen vervolgens ook gebeurde, waarna toegang werd verschaft tot de computer van het slachtoffer, en in de digitale rekeningomgeving waarop aangever was ingelogd de maximale pinlimiet werd verhoogd. Dit zou nodig zijn zodat de slachtoffers via de Rabobank dan verzekerd zouden zijn. In het gesprek werd vervolgens aan de slachtoffers verzocht om de pincode door te geven. Vaak middels een zogenaamde beveiligde omgeving, zodat de bankmedewerkster deze niet kon horen. Om vertrouwen te wekken werd door de bankmedewerker in het telefoongesprek een verificatiecode genoemd die degene die de pinpas kwam ophalen moest doorgeven en vaak bleef de bankmedewerkster aan de lijn totdat de collega/koerier was verschenen. De pinpas creditcard, randomreader en/of het contante geld moesten de slachtoffers in een envelop stoppen en afgeven aan de man die aan de deur kwam, te weten [alias 2] (of een variant daarop), en hij zou zich identificeren met de code 8800. Vervolgens verscheen een man aan de deur en deze nam de bankpassen en/of creditcards en/of randomreaders en/of contant geld en/of horloges mee. Nadat de bankpassen waren opgehaald, werd er met die bankpas geld opgenomen van de bankrekening van het betreffende slachtoffer. Op het moment dat de slachtoffers in de gaten kregen dat zij waren opgelicht was het geld in de meeste gevallen al van de rekening opgenomen.
Rol van verdachte
Verdachte wordt ervan verdacht dat zij betrokken is bij (een poging tot) oplichting(en) en dat zij deze feiten samen met anderen heeft gepleegd. Verdachte heeft bekend dat zij meerdere slachtoffers heeft gebeld en zich daarbij heeft voorgedaan als bankhelpdeskmedewerkster [alias 1] . Ook heeft zij bekend dat er anderen bij betrokken waren.
Medeplegen
De rechtbank gaat ervan uit dat bij deze vorm van oplichting een zekere vorm van organisatie nodig is waarbij verschillende personen betrokken zijn die ieder een bepaalde rol vervullen, met financieel gewin als gezamenlijk doel. De handelingen die zijn verricht bij de oplichtingen duiden op een gezamenlijk en vooropgezet plan. Het huren van vakantiehuisjes die werden ingericht als werkplek, het kopen van leadlijsten met daarop potentiële slachtoffers, het beschikken over leadlijsten, het bellen met de slachtoffers, het doorgeven van de pincodes, het toegang verschaffen tot de computer van het slachtoffer en het overnemen van deze computer, het verhogen van de limieten, het ophalen van de bankpassen, het opnemen van het geld met deze bankpassen, het beheren van het geld en vervolgens het verdelen van het geld, zijn handelingen die een nauwgezette planning en afstemming vereisen. Vanaf het moment dat er contact wordt gelegd met de slachtoffers, is snelheid geboden. De hiervoor genoemde handelingen moeten worden verricht voordat de frauduleuze overboekingen en geldopnames met de bankpassen worden ontdekt en rekeningen worden geblokkeerd. Deze handelingen kunnen dan ook niet los van elkaar worden gezien en vergen dus een intensieve en nauwe samenwerking tussen de verschillende betrokkenen.
In beslag genomen telefoons
Het toestel waarmee de slachtoffers waren gebeld kwam in vrijwel alle gevallen overeen met hetzelfde IMEI-nummer: [IMEI nummer] .
Op 4 april 2023 is de vakantiewoning op het vakantiepark ‘ [vakantiepark] ’ in [verschillende plaatsen] waar verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op dat moment verbleven doorzocht. In de vakantiewoning zijn onder andere meerdere telefoons en laptops in beslag genomen, waaronder ook een iPhone 6s met het IMEI-nummer [IMEI nummer 2] . Deze telefoon is onderzocht en uitgelezen. Ook zijn de historische verkeersgegevens van het IMEI-nummer [IMEI nummer] opgevraagd. Het IMEI-nummer [IMEI nummer 2] maakte in de periode van:
• 23 tot en met 27 oktober 2022 gebruik van een zendmast in [verschillende plaatsen] ;
• 28 oktober tot en met 10 november 2022 gebruik van zendmasten in [verschillende plaatsen] en het
naastgelegen [verschillende plaatsen] ;
• 13 tot en met 24 november 2022 gebruik van zendmasten in [verschillende plaatsen] ;
• 27 november tot en met 11 december 2022 gebruik van zendmasten in [adres] ;
• 24 januari tot en met 21 februari 2023 gebruik van een zendmast in [verschillende plaatsen] ,
• 3 tot en met 31 maart 2023 gebruik van zendmasten in [verschillende plaatsen] .
Bij de doorzoeking op 4 april 2023 is ook een zwarte iPhone X met telefoonnummer [telefoonnummer] van verdachte in beslag genomen en onderzocht. Uit de verkeershistorische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] (van verdachte) bleek dat dit telefoonnummer gedurende de oplichtingen van de bovengenoemde slachtoffers zich steeds in de nabije omgeving van het vakantiehuisje bevond waar verdachte verbleef en dat het IMEI-nummer [IMEI nummer] waarmee door verdachte is gebeld naar de slachtoffers gebruik maakte van dezelfde zendmast.
Conclusie
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen. Omdat verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, Sv.
[slachtoffer 5] (zaaksdossier 4)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] van 2 november 2022,
(pagina’s 400 – 402);
3. Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 2 november 2022’ van 8 september 2023, (pagina’s 901 – 904);
4. Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 6] (zaaksdossier 5)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 7 november 2022, met bijlagen, (pagina’s 403 – 408);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 2 november 2022’ van 8 september 2023, (pagina’s 901 – 904);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 7] (zaaksdossier 6)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 8 november 2022, (pagina’s 409 – 411);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 2 november 2022’ van 8 september 2023, (pagina’s 901 – 904);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 8] (zaaksdossier 7)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] van 4 november 2022, (pagina’s 412 – 414);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 3 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 916 – 918);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 9] (zaaksdossier 8)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] van 8 november 2022, met bijlagen, (pagina’s 415 – 420);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 3 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 916 – 918);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 36] (zaaksdossier 9) – Feit 2
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 36] van 8 november 2022, (pagina’s 421 – 423);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 8 november 2022’ van 8 september 2023, (pagina’s 905 – 906);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 10] (zaaksdossier 10)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] van 15 november 2022, met bijlagen, (pagina’s 424 – 435);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 9 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 907 – 911);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 11] (zaaksdossier 11)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] van 14 november 2022, met bijlagen, (pagina’s 436 – 440);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 10 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 912 – 915);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18
september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 12] (zaaksdossier 12)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] van 10 november 2022, (pagina’s 441 – 443);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 10 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 912 – 915);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 13] (zaaksdossier 13)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] van 13 november 2022, (pagina’s 444 – 447);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 13 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 919 – 924);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
Van [slachtoffer 14] (zaaksdossier 14)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 14] van 16 november 2022, met bijlage, (pagina’s 448 – 451, zaaksdossier 14);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 13 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 919 – 924);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 16] en [slachtoffer 16] (zaaksdossier 15)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 16] mede namens [slachtoffer 17] van 24 november 2022 met bijlagen, (pagina’s 452 – 460);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 16 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 925 – 927);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 18] (zaaksdossier 16)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 18] van 1 december 2022, (pagina’s 461 – 466, zaaksdossier 16);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 23 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 928 – 931);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 19] (zaaksdossier 17)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 19] van 2 december 2022, (pagina’s 467- 472);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 23 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 928 – 931);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 20] (zaaksdossier 18)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 20] van 25 november 2022, met bijlagen, (pagina’s 473 – 478);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 24 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 932 – 936);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 21] (zaaksdossier 19)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 21] van 7 december 2022, met bijlage (pagina’s 479 – 482);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 24 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 932 – 936);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 22] (zaaksdossier 20)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 22] van 30 november 2022, (pagina’s 483 – 488);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 24 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 932 – 936);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 23] (zaaksdossier 21)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 23] van 9 december 2022, (pagina’s 489 – 495);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 28 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 937 – 940);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 24] (zaaksdossier 22)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 24] van 28 november 2022, (pagina’s 496 – 499);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 28 november 2022’ van 14 september 2023, (pagina’s 937 – 940);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 25] (zaaksdossier 23)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 25] van 7 december 2022, (pagina’s 500 – 503);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 1 december 2022’ van 15 september 2023, (pagina’s 941 – 943);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 26] (zaaksdossier 24)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 26] van 1 december 2022, (pagina’s 504 – 506);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 1 december 2022’ van 15 september 2023, (pagina’s 941 – 943);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 27] (zaaksdossier 25)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 27] van 7 december 2022, (pagina’s 507 – 508);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 3 december 2022’ van 15 september 2023, (pagina’s 944 – 948);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 28] (zaaksdossier 26)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 28] van 11 december 2022, met bijlage (pagina’s 510 – 513, zaaksdossier 26);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 4 december 2022’ van 15 september 2023, (pagina’s 949 – 952);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 29] (zaaksdossier 27)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 29] van 13 december 2022, (pagina’s 514 – 516);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 4 december 2022’ van 15 september 2023, (pagina’s 949 – 952);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 30] (zaaksdossier 28)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 30] van 8 december 2022, (pagina’s 517 – 518);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 5 december 2022’ van 15 september 2023, (pagina’s 953 – 956);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 31] (zaaksdossier 29)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 31] van 7 december 2022, (pagina’s 519 – 520);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 6 december 2022’ van 15 september 2023, (pagina’s 957 – 959);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
Holdinga (zaaksdossier 30)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 33] van 3 februari 2023, (pagina’s 521 – 523);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 2 februari 2023’ van 13 december 2023, (pagina’s 967 – 969);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 34] (zaaksdossier 31)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 34] van 12 maart 2023, (pagina’s 524 – 526);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 8 maart 2023’ van 13 december 2023, (pagina’s 896 – 897);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 32] (zaaksdossier 34)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 32] van 13 december 2022, (pagina’s 534 – 537);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 13 december 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 970 – 973);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
[slachtoffer 15] (zaaksdossier 35)
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] van 16 november 2022, (pagina’s 538 – 540, zaaksdossier 35).
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse historische gegevens van 15 november 2022’ van 22 september 2023, (pagina’s 974 – 976);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘analyse IMEI-nr. [IMEI nummer 2] ’ van 18 september 2023, (pagina’s 964 – 966).
4.4.2
Feit 3
De rechtbank acht het ten laste gelegde onder 3 wettig en overtuigend bewezen. Omdat verdachte dit feit heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, Sv.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 september 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 april 2023, (pagina’s 621-624);
Het proces-verbaal van bevindingen van 8 juni 2023, (pagina’s 839 - 842);
Het proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2023, (pagina’s 882 - 883);
Het proces-verbaal van bevindingen ‘HP Grijze laptop (IBN-code 1.6.2)’ van 7 juni 2023, (pagina's 593 – 599);
Het proces-verbaal van bevindingen van 6 april 2023, (pagina's 586 – 587).
4.4.3
Medeplegen
De rechtbank overweegt ten aanzien van alle drie aan de verdachte tenlastegelegde feiten onder verwijzing naar de hiervoor omschreven werkwijze dat verdachte deze feiten tezamen en in vereniging met anderen heeft gepleegd. Door de raadsvrouw is dat ook niet weersproken.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 25 oktober 2022 tot en met 8 maart 2023 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
[slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 20] en [slachtoffer 21] en [slachtoffer 22] en [slachtoffer 23] en [slachtoffer 24] en [slachtoffer 25] en [slachtoffer 26] en [slachtoffer 27] en [slachtoffer 28] en [slachtoffer 29] en [slachtoffer 30] en [slachtoffer 31] en [slachtoffer 32] en [slachtoffer 33] en [slachtoffer 34]
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten
- het verhogen van de daglimiet van de bankrekening en/of het online overboeken van een of meerdere geldbedragen vanaf de bankrekening van/door slachtoffers en/of
- het maken van een foto van het identiteitsbewijs van/door slachtoffers en/of
- het opgeven/invoeren/afgeven van de pincode van de bankpas en/of de inlogcode voor het internetbankieren en/of de bankpas en/of de Randomreader/Raboreader van/door slachtoffers en/of
- het afgeven van een of meerdere horloges (Omega Titanium en/of Rado) en meerdere contante geldbedragen (4.580 dollar en 7.000 euro) van/door slachtoffer [slachtoffer 10]
door
- telefonisch contact op te nemen met slachtoffers en zich hierbij (in strijd met de waarheid) voor te doen als een medewerker van de Rabobank en
- telefonisch tegen slachtoffers te zeggen dat hun bankrekening gehackt was en/of dat (cyber)criminelen geld van hun bankrekening hadden afgehaald, dan wel trachtten af te halen en/of dat er verdachte activiteiten/overboeken waren op hun bankrekening en/of
- telefonisch slachtoffers te bewegen tot het installeren van Anydesk, waardoor verdachte en/of haar medeverdachten toegang hadden tot die computer en/of
- telefonisch slachtoffers te bewegen tot het verhogen van de daglimiet van hun bankrekening en/of het online overboeken van een of meerdere geldbedragen vanaf hun bankrekening en/of
- telefonisch slachtoffers te bewegen tot het opgeven/invoeren van de pincode van hun bankpas en/of de inlogcode voor hun internetbankieren op hun computer en/of mobiele telefoon en
- telefonisch tegen slachtoffers te zeggen dat er een medewerker van de Rabobank bij hen thuis zou komen om hun bankpas en/of hun Randomreader/Raboreader en/of horloges (Omega Titanium en Rado) en/of contante geldbedragen (4.580 dollar en 7.000 euro) op te halen en
- slachtoffers thuis te bezoeken en hun bankpas en/of hun Randomreader/ Raboreader en/of horloges (Omega Titanium en Rado) en/of contante geldbedragen (4.580 dollar en 7.000 euro) mee te nemen en/of
- geldbedragen van de bankrekening van slachtoffers af te halen en/of over te boeken;
2.
zij op of omstreeks 8 november 2022 in Nederland ter uitvoering van het door verdachte en haar mededaders voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 36]
te bewegen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens,
te weten
- ( telefonisch) contact heeft opgenomen met [slachtoffer 36] en zich hierbij (in strijd met de waarheid) voor heeft gedaan als een medewerker van de Rabobank en
- ( telefonisch) tegen [slachtoffer 36] heeft gezegd dat zijn bankrekening gehackt was en
- ( telefonisch) [slachtoffer 36] heeft bewogen tot het installeren van Anydesk, waardoor verdachte en haar medeverdachten toegang hadden tot die computer,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
zij op 4 april 2023 te [verschillende plaatsen] , tezamen en in vereniging met anderen, gegevens, te weten meerdere leadlijsten, bestaande uit meerdere lijsten met persoonsgegevens en contactgegevens en bankgegevens, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en haar medeverdachten wisten dat deze bestemd waren tot het plegen van een misdrijf als omschreven in artikel 326 Wetboek van Strafrecht, voor zover dit feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47, 234 en 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van poging tot oplichting;
feit 3
het misdrijf: medeplegen van gegevens voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een misdrijf omschreven in artikel 326 voor zover het feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 200 dagen waarvan 96 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen op te leggen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Eventueel kan daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd als stok achter de deur. Verder heeft de raadsvrouw verzocht een taakstraf van aanzienlijke omvang op te leggen. Vanwege de meerdaadse samenloop is de cumulatie van taakstraffen niet begrensd tot 240 uren.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
-
De aard en de ernst van de gepleegde feiten
Verdachte heeft zich in een periode van zes maanden schuldig gemaakt aan (het medeplegen van) oplichtingen en een poging daartoe, waarvan 31 personen het slachtoffer zijn geworden. Dit zijn zeer ernstige feiten. Verdachte heeft zich hierbij voor gedaan als een medewerkster van de bank die de slachtoffers wilde helpen bij het voorkomen van fraude. Verdachte heeft op die manier het vertrouwen van de slachtoffers gewonnen en hen op het verkeerde been gezet. Verdachte (en haar medeverdachten) werkten met bellijsten waarbij doelbewust mensen op hoge leeftijd werden uitgezocht om te bellen. Vervolgens is een mededader naar het adres van deze slachtoffers gegaan en heeft zich voorgedaan als koerier die de bankpassen kwam ophalen, waarna er met de afhandig gemaakte bankpassen en bijbehorende pincodes (die verdachte hen ontfutselde) geldbedragen van de rekening van de slachtoffers is gepind.
Verdachte heeft meegewerkt aan oplichting van (hoog)bejaarde slachtoffers. Deze slachtoffers behoren tot een zeer kwetsbare groep mensen die in toenemende mate afhankelijk is van hun medemensen. Verdachte heeft daar op laffe wijze misbruik van gemaakt. Met haar handelen heeft verdachte hun gevoel van veiligheid en vertrouwen in de medemens ernstig geschaad. Daarnaast leiden dergelijke feiten tot maatschappelijke onrust. Niet alleen onder ouderen in het algemeen, maar bij de betrokken slachtoffers en hun naasten in het bijzonder. Verdachte heeft geen rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van haar daden voor de slachtoffers, maar enkel oog gehad voor haar eigen financiële voordeel. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Tot slot heeft verdachte zich -kort gezegd- schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van leadlijsten.
-
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 6 september 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft daarnaast ook acht geslagen op de opgemaakte reclasseringsadviezen van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 29 augustus 2023 en 28 augustus 2025 waaruit de persoonlijke omstandigheden van verdachte blijken. In de periode van het ten laste gelegde was verdachte dakloos en had zij geen legaal inkomen. De problemen die zich destijds in haar leven voordeden (werkeloosheid, het dakloos zijn, geen inkomen), in combinatie met schaamte voor haar leefsituatie en de druk vanuit de medeverdachten, lijken te hebben bijgedragen aan haar keuze om de delicten te plegen.
Ten tijde van het schorsingstoezicht heeft verdachte een stabiel leven opgebouwd. Zij heeft een baan waarmee zij een legaal inkomen genereert en is er sprake van stabiliteit ten aanzien van haar woonsituatie. Verder is het contact met het sociale netwerk waarin verdachte zich bevond ten tijde van de tenlastegelegde feiten verbroken. De reclassering schat daarom, mede gezien de stabiliteit die verdachte in haar leven heeft ingebouwd, het risico op recidive in als laag. De reclassering adviseert bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden.
-
De op te leggen straf
De aard en ernst van de feiten zouden zonder meer een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. Desalniettemin heeft de rechtbank oog voor de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij het recidiverisico als laag wordt ingeschat en het gegeven dat verdachte als enige verantwoordelijkheid heeft genomen voor haar handelen en op zitting heeft verklaard dat zij zich schaamt en spijt heeft van haar handelen.
Gelet op de ernst van de feiten en de wezenlijke rol die verdachte heeft gehad in de organisatie, acht de rechtbank een straf zoals door de officier van justitie geëist niet voldoende. De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 400 dagen waarvan 105 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren passend en geboden. Deze deels voorwaardelijke straf dient er toe om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 240 uren opleggen, bij niet voltooiing daarvan te vervangen door 120 dagen hechtenis.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
7.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de goederen op de beslaglijst onder de nummers 2, 5, 6 en 53 aan verdachte mogen worden teruggeven.
7.4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de hiervoor genoemde goederen aan verdachte terug te geven.
7.4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde nummer 53 (Apple iPhone telefoon rood) moet worden verbeurdverklaard, omdat het een voorwerp betreft met betrekking tot welke het feit is begaan.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de op de beslaglijst vermelde nummers 2 (toilettas Dior), 5 (tas Dior) en 6 (tas Jacquemus), aangezien deze goederen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.850,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
- afgeschreven bedrag van rekening € 2.850,--.
[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 7.503,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten die - met uitzondering van het bedrag dat is afgeschreven- niet omschreven zijn:
- afgeschreven bedragen van rekening € 2.000,--
€ 2.150,--
€ 3.250,--
€ 103,87.
[slachtoffer 23] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.685,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- fraudebedrag € 1.250,--
- camera’s + plaatsing ervan € 350,--
- nieuwe bankpas € 10,--
- gebeld naar instanties € 75,--.
[slachtoffer 28] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.330,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
- pinbedrag van Rabobank € 2.330,--.
[slachtoffer 35] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 94,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
- nieuw paspoort € 94,--.
Coöperatieve Rabobank U.A. heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 80.519,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- schadeloosstelling 24 benadeelden € 77.639,31
- onderzoekskosten € 2.880,--.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij [slachtoffer 3] en [slachtoffer 28] niet-ontvankelijk te verklaren omdat de schade al is gecompenseerd door de Rabobank. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 35] heeft de officier van justitie gevorderd deze vordering niet-ontvankelijk te verklaren wegens het ontbreken van een onderbouwing. Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 4] , [slachtoffer 23] en Rabobank heeft de officier van justitie gevorderd deze vorderingen (deels) toe te wijzen tot respectievelijk € 7.400,--, € 1.260,-- en € 80.519,31. De officier van justitie voert daartoe aan dat deze vorderingen voldoende zijn onderbouwd, verzoekt oplegging van de wettelijke rente en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 35] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, gelet op de bepleite vrijspraken.
De raadsvrouw heeft ook gesteld dat de vordering van [slachtoffer 28] moet worden afgewezen, omdat haar geleden schade al is vergoed door de Rabobank.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 23] heeft de raadsvrouw verzocht de schadeposten ten aanzien van de beveiligingscamera’s en de belcontacten niet-ontvankelijk te verklaren, de overige schade kan worden toegewezen. Tot slot heeft de raadsvrouw ten aanzien van de vordering van de Rabobank verzocht deze deels toe te wijzen tot een bedrag van € 68.829,31 waarvan 15% voor rekening van verdachte komt. De raadsvrouw heeft verzocht de Rabobank in haar vordering daar waar het de onderzoekskosten betreft niet-ontvankelijk te verklaren. Tot slot heeft de raadsvrouw verzocht geen schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 35]
De vorderingen van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 35] hebben betrekking op het onder 1 ten laste gelegde. Omdat verdachte van dit feit partieel wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partijen op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vorderingen.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 23]
Materiële schade
-
Fraudebedrag en pinpas
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten (fraudebedrag en pinpas) zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.260,--.
-
Camera deurbel en micro SD-kaart
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De rechtbank is van oordeel dat de kosten van de aanschaf van een camera deurbel en SD-kaart kunnen worden aangemerkt als rechtstreekse schade als bedoeld in artikel 51f lid 1 Sv. De benadeelde heeft ook gemotiveerd waarom hij deze cameradeurbel heeft aangeschaft, namelijk op advies van de politie en heeft ter onderbouwing de facturen van de cameradeurbel en SD-kaart verstrekt. Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat de benadeelde ongeveer twee dagen na de oplichting een camera deurbel en SD-kaart heeft aangeschaft om het door de oplichting ontstane gevoel van onveiligheid te verminderen waardoor deze schade ook te beschouwen is als rechtstreekse schade. De door de benadeelde partij gevorderde vergoeding van de aangeschafte buitenlamp is onvoldoende onderbouwd en zal daarom worden afgewezen. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 79,84.
De rechtbank zal het gevorderde in totaal toewijzen tot een bedrag van € 1.339,84, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 28]
De rechtbank zal de vordering van benadeelde partij afwijzen, omdat de door haar geleden schade volledig door de Rabobank is vergoed.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost ter zake schadeloosstelling is – met uitzondering van de posten die zien op aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] - niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. Anders dan de verdediging acht de rechtbank de verzochte onderzoekskosten toewijsbaar, nu door de Rabobank voldoende is onderbouwd welke werkzaamheden zijn verricht waar vergoeding van wordt gevraagd en een tijdsbesteding van één uur per klant de rechtbank redelijk voorkomt.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 73.469,31 (€ 77.639,31 minus de vergoedingen van [slachtoffer 1] € 3.960,-- en [slachtoffer 3] € 2.850,-- = € 70.829,31 + 22 x € 120,- aan onderzoekskosten), te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Aan de schadevergoedingsmaatregel wordt gijzeling verbonden. Voor de bepaling van de omvang van de gijzeling is het bepaalde in artikel 36f, vijfde lid, juncto artikel 6:4:20 Sv van toepassing.
De duur van de gijzeling beloopt ten hoogste één jaar, waarbij in deze zaak geldt dat onder één jaar 365 dagen moet worden verstaan. Indien de gijzeling van al de toegewezen vorderingen bij elkaar wordt opgeteld, zou de gijzeling de maximaal toegestane duur van een jaar overschrijden. Gelet hierop zal de rechtbank naar evenredigheid per vordering het aantal dagen gijzeling bepalen.
[slachtoffer 23] : 7 dagen gijzeling;
Coöperatieve Rabobank : 358 dagen gijzeling.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 60a Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van poging tot oplichting;
feit 3
het misdrijf: medeplegen van gegevens voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een misdrijf omschreven in artikel 326 voor zover het feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
400 (vierhonderd) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
105 (honderdvijf) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
schadevergoeding
[slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 35]
- bepaalt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 35]
(feit 1) in het geheel niet-ontvankelijk zijn in de vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
[slachtoffer 23]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 23] toe tot een bedrag van
€ 1.339,84 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 23] (feit 1) van een bedrag van € 1.339,84, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.399,84, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 7 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 28]
- wijst af de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 28] (feit 1);
Coöperatieve Rabobank U.A.
- wijst de vordering van de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A. toe tot een bedrag van € 73.469,31 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A. (feit 1) van een bedrag van € 73.469,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2023 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 73.469,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 358 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het op de beslaglijst genoemde voorwerp onder nummer 53;
- gelast de teruggave van de op de beslaglijst vermelde nummers 2, 5 en 6 aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. D. van den Berg en
mr. D.K. ten Cate , rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2025.