Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verdere procesverloop
2.De feiten
3.De verdere beoordeling
nevenvoorzieningen én
voorlopigevoorzieningen. De rechtbank verwijst daarvoor naar producties I en II bij de uitlating van de vrouw van 28 februari 2025. De zaak heeft kenmerk 2345/2023.
nevenvoorzieningen aanhangig gemaakt. De man heeft de rechtbank daarbij ook verzocht om een
voorlopigevoorziening ten aanzien van de toevertrouwing van [kind].
voorlopigevoorzieningen bij de rechtbank Overijssel ingediend ten aanzien van de kinder- en partneralimentatie.
voorlopigevoorzieningenprocedure over de toevertrouwing van [kind] (zaaknummer C/08/302928 / ES RK 23-6052). Dit omdat de rechtbank in Yambol, Bulgarije, zich bevoegd had verklaard ten aanzien van de
voorlopigevoorziening met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van [kind].
voorlopigevoorzieningen van 23 april 2024 met zaaknummer C/08/309822 / ES RK 24-985 heeft de rechtbank Overijssel zich onbevoegd verklaard ten aanzien van de vaststelling kinderalimentatie omdat de rechtbank in Yambol zich bevoegd had verklaard ten aanzien van de
voorlopigevoorziening met betrekking tot de kinderalimentatie. In genoemde beschikking van 23 april 2024 heeft de rechtbank verder als
voorlopigevoorziening beslist dat de man vanaf die datum € 575,- bruto per maand moet betalen aan de vrouw als partneralimentatie.
teruggeleidingsprocedure(kenmerk 12836/2023) aanhangig gemaakt. De rechtbank in Sofia (Bulgarije) heeft op 9 april 2024 in die zaak onder andere besloten dat [kind] terug moet keren naar Nederland en onmiddellijk moet worden overgedragen aan de man (beschikking met nummer 2086 - vertaling productie 16 van de man).