In deze zaak vordert eiser, de heer [eiser], dat de Rabobank hem in de gelegenheid stelt om de spaarhypotheek op eigen naam voort te zetten zonder halvering van de maandelijkse inleg en het te bereiken eindspaarbedrag, na het voortijdige overlijden van zijn echtgenote. Eiser stelt dat de bank hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de risico's van voortijdig overlijden bij het afsluiten van de spaarhypotheek. De rechtbank oordeelt dat de Rabobank voldoende informatie heeft verstrekt en dat de vorderingen van eiser worden afgewezen. De rechtbank concludeert dat de bank niet verplicht is om de spaarhypotheek zonder halvering van de inleg en het eindspaarbedrag voort te zetten, aangezien dit expliciet in de overeenkomst is vastgelegd. Eiser wordt in de proceskosten veroordeeld.