ECLI:NL:RBOVE:2025:6090
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen omgevingsvergunning voor verbouwing wooncomplex en de vraag naar belanghebbendheid
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 15 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland. De vergunning is verleend aan [derde belanghebbende] B.V. voor de verbouwing van een wooncomplex. Eiser, die zich benadeeld voelt door deze vergunning, heeft bezwaar aangetekend, maar het college heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard op grond van het feit dat eiser geen belanghebbende zou zijn. Eiser stelt dat hij wel degelijk belanghebbende is, omdat hij geluidsoverlast ondervindt van het wooncomplex. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 september 2025 en heeft geoordeeld dat eiser geen belanghebbende is. De rechtbank concludeert dat de gevolgen van de vergunningverlening voor het woon- en leefklimaat van eiser dermate gering zijn dat hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hierdoor is het beroep van eiser ongegrond verklaard en krijgt hij geen gelijk. De rechtbank heeft ook aangegeven dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.