ECLI:NL:RBOVE:2025:603

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
4 februari 2025
Zaaknummer
08-157408-24, 08-092760-24, 08-376907-24, 18-347562-24, 08-365161-24 (P) (ttz. gevoegd)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 19-jarige jongen voor meerdere diefstallen en schuldwitwassen

Op 4 februari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 19-jarige jongen veroordeeld tot een jeugddetentie van 32 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een werkstraf van 60 uren. De verdachte heeft zich binnen een jaar schuldig gemaakt aan vijf strafbare feiten, waaronder meermalen diefstal door middel van braak, medeplegen van diefstal en schuldwitwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van gereedschappen, een pompwagen, geld en (kermis)munten, en een fiets. Daarnaast is er een bewezenverklaring van schuldwitwassen met betrekking tot discoverlichtingen. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om schadevergoedingen te betalen van in totaal € 3.875,55 aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde werkstraf van 28 uren toegewezen, subsidiair twee weken jeugddetentie. De rechtbank heeft rekening gehouden met de kwetsbaarheid van de verdachte en de noodzaak van begeleiding door de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-157408-24, 08-092760-24, 08-376907-24, 18-347562-24,
08-365161-24 (P) (ttz. gevoegd)
Datum vonnis: 4 februari 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2005 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 januari 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J.B.A. Kalk, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat door de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de zaak met parketnummer 08-376907-24 is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08-157408-24
1.
al dan niet samen met een ander of anderen gereedschappen heeft gestolen terwijl hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
al dan niet samen met een ander of anderen een bedrijfsauto heeft gestolen;
parketnummer 08-092760-24
al dan niet samen met een ander of anderen een pompwagen heeft gestolen;
parketnummer 08-376907-24
geld en (kermis)munten heeft gestolen terwijl hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en/of verbreking;
parketnummer 18-347562-24
discoverlichtingen heeft witgewassen;
parketnummer 08-365161-24
een fiets heeft gestolen.
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
parketnummer 08-157408-24
1
hij op of omstreeks 20 januari 2024 te Hardenberg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere gereedschappen en/of de koffers waar deze gereedschappen in zitten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2
hij op of omstreeks de periode van 19 januari 2024 tot en met 20 januari 2024 te Vroomshoop, gemeente Twenterand tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een voertuig (Opel Vivaro met kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08-092760-24
hij op of omstreeks 16 maart 2024 te Vroomshoop, althans in de gemeente Twenterand tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een pompwagen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08-376907-24
hij op of omstreeks 14 september 2024 te Vroomshoop, althans in de gemeente Twenterand geld en/of (kermis)munten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geld en/of munten onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
parketnummer 18-347562-24
hij op of omstreeks 20 september 2024, te Emmen, (van) een of meer (disco)verlichting(en), althans een of meer voorwerpen
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
parketnummer 08-365161-24
hij op of omstreeks 16 november 2024 te Almelo een fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Politie Oost-Nederland, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De bewijsmotivering

3.1
Parketnummer 08-157408-24
3.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde onder 1 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard en dat voor het ten laste gelegde onder 2 vrijspraak moet volgen.
3.1.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het volgende standpunt gesteld, zakelijk weergegeven.
Het onder 1 tenlastegelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, met dien verstande dat verdachte ontkent de ruit te hebben gebroken en ook niet heeft gezien dat dat is gebeurd zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. Voor het onder 2 tenlastegelegde dient vrijspraak te volgen wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
3.1.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Nu verdachte dit feit, behoudens de braak en/of verbreking, heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit behalve voor de ruit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) in de bijlage met motivering van de braak.
Over die braak stelt de rechtbank het volgende vast.
Verdachte is, zoals hij ter zitting heeft verklaard, op 20 januari 2024 in [plaats 1] via een raampje een schuur bij de school ‘ [bedrijf 1] ’ binnengegaan en heeft samen met twee jongens die hij wel kent maar waarvan hij geen namen wil noemen gereedschappen en gereedschapskoffers weggenomen.
In de schuur lag op de grond onder het gebroken raam een glasscherf met daarop een vingerafdruk van verdachte. Op een stuk glas dat nog in de sponning van de gebroken ruit zat, is een vingerafdruk van medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen. Verdachte is na de inbraak in het gezelschap van onder andere [medeverdachte] gezien en door verbalisanten herkend, op camerabeelden van de trein waarmee zij van [plaats 1] naar [plaats 2] zijn gereisd.
De rechtbank concludeert dat de ruit is gebroken door verdachte en/of [medeverdachte] en komt daarom tot bewezenverklaring van onder meer de strafverzwarende omstandigheid van braak.
Feit 2
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van een voertuig zoals onder 2 is ten laste gelegd, zodat de rechtbank hem daarvan zal vrijspreken.
3.2
Parketnummer 08-092760-24
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv) in de bijlage.
3.3
Parketnummer 08-376907-24
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv) in de bijlage.
3.4
Parketnummer 18-347562-24
3.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde witwassen onder sub b van discoverlichtingen wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit omdat verdachte niet wist en ook niet kon vermoeden dat de discoverlichtingen gestolen waren. Verdachte heeft de discoverlichtingen te koop aangeboden omdat zijn kennis, vanwege het niet hebben van een ID-kaart, niet in de gelegenheid was om dit zelf te doen. Het (voorwaardelijk) opzet van verdachte ontbreekt.
3.4.3
Het oordeel van de rechtbank
3.4.3.1 Verklaring verdachte
Verdachte heeft, samengevat, verklaard dat hij op 20 september 2024 in [plaats 3] bij [bedrijf 2] (disco)verlichtingen te koop heeft aangeboden. Deze lampen had hij zelf aangeboden gekregen van een kennis. Verdachte heeft geen navraag gedaan naar de herkomst van de lampen.
3.4.3.2 Vastelling van de feiten en omstandigheden die niet ter discussie staan
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 19 of 20 september 2024 zijn twee discoverlichtingen van [bedrijf 3] en één discoverlichting van [bedrijf 4] gestolen uit een tent op het terrein van [bedrijf 4] . Verdachte heeft deze verlichtingen op 20 september 2024 te koop aangeboden bij [bedrijf 2] in [plaats 3] .
3.4.3.3 Wetenschap of vermoeden
Vast staat dat verdachte (disco)verlichtingen te koop heeft aangeboden die uit misdrijf afkomstig waren. Verdachte ontkent dat hij dat wist of had kunnen vermoeden.
De rechtbank kan op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet vaststellen dat verdachte wist dat de lampen van misdrijf afkomstig waren.
Verdachte heeft naar eigen zeggen de discoverlichtingen van een kennis gekregen om deze namens die kennis te koop aan te bieden bij [bedrijf 2] . De kennis in kwestie kon dat zelf niet doen omdat hij niet over een identiteitsbewijs zou beschikken. Op twee van de discoverlichtingen waren stickers van een verhuurbedrijf zichtbaar. Onder deze omstandigheden had verdachte nader onderzoek moeten instellen naar de herkomst en aard van de verlichtingen en is hij in die onderzoeksplicht ernstig tekort geschoten.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het ten laste gelegde schuldwitwassen wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden.
Parketnummer 08-365161-24
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv) in de bijlage.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08-157408-24
1.
hij op 20 januari 2024 te Hardenberg, tezamen en in vereniging met anderen, gereedschappen en de koffers waar deze gereedschappen in zitten, die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
parketnummer 08-092760-24
hij op 16 maart 2024 te Vroomshoop, tezamen en in vereniging met een ander, een pompwagen die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08-376907-24
hij op 14 september 2024 te Vroomshoop geld en (kermis)munten, die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en verbreking;
parketnummer 18-347562-24
hij op 20 september 2024, te Emmen, (disco)verlichtingen,
heeft verworven en voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat die
voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
parketnummer 08-365161-24
hij op 16 november 2024 te Almelo een fiets, die geheel of ten dele aan Politie Oost-Nederland toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310, 311 en 420quater van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08-157408-24
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
parketnummer 08-092760-24
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 08-376907-24
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en verbreking;
parketnummer 18-347562-24
het misdrijf: schuldwitwassen;
parketnummer 08-365161-24
het misdrijf: diefstal.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het volgende gevorderd.
Met toepassing van het jeugdstrafrecht dient opgelegd te worden een jeugddetentie voor de duur van 32 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, een proeftijd van twee jaren en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden waaraan toegevoegd moet worden de begeleiding door [naam] . Daarnaast een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen jeugddetentie. De bijzondere voorwaarden en het toezicht dienen dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het jeugdstrafrecht moet worden toegepast en gesteld dat hij de door de officier van justitie gevorderde straf passend vindt.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich binnen een jaar schuldig gemaakt aan vijf strafbare feiten. Door diefstallen van gereedschappen, een pompwagen, geld en (kermis)munten en een fiets heeft verdachte schade veroorzaakt en laten zien dat hij geen respect heeft voor de eigendommen van anderen. Naast financiële schade voor de benadeelden, brengt diefstal ook onrustgevoelens en overlast met zich mee, zoals door de benadeelde [slachtoffer 1] over de bij hem gepleegde inbraak ook naar voren is gebracht.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen. Verdachte draagt daardoor bij aan de handel in gestolen goederen en dat kan ook schade opleveren voor bedrijven (in dit geval [bedrijf 2] ) die bijvoorbeeld reputatieschade kunnen lijden als zij ongewild betrokken raken bij witwaspraktijken.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 2 januari 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland (hierna ook: de reclassering) van 29 augustus 2024. Het rapport houdt – samengevat – het volgende in. Verdachte is een kwetsbare jongeman met problemen op het gebied van psychosociaal functioneren. Verdachte kent een belast verleden, waarbij een steunend sociaal vangnet ontbreekt. Er is een uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis en recent is er door Trajectum psychologisch onderzoek gedaan. Bij Trajectum krijgt verdachte psychomotorische therapie. Verdachte gebruikt middelen en psychologisch onderzoek heeft uitgewezen dat verdachte kampt met ADHD problematiek en een cognitieve beperking. Dit vraagt naast de huidige onrust in zijn leefsituatie om ondersteuning en begeleiding. Na een onstabiele periode op het gebied van huisvesting woont hij sinds enkele maanden bij de [locatie] [1] . Ook is er vanuit de gemeente Twenterand ambulante begeleiding ingezet.
Verdachte ontvangt een Wajong uitkering en er is bewindvoering ingezet.
De reclassering ziet risico's op het gebied van het sociaal netwerk. Verdachte staat, ondanks enig wantrouwen in de hulpverlening als gevolg van negatieve ervaringen in het verleden, momenteel open voor begeleid wonen en begeleiding.
Gezien de delictgeschiedenis, de jonge leeftijd van verdachte en de ingeschatte recidiverisico’s is reclasseringsbemoeienis geïndiceerd. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden.
Gelet op de kwetsbaarheid en de cognitieve beperkingen van verdachte is toepassing van het jeugdstrafrecht passend. Een gevangenisstraf zal het huidige hulpverleningstraject negatief beïnvloeden en kan een risicoverhogend effect hebben op de recidivekans. Verdachte is in staat om een werkstraf uit te voeren.
De rechtbank heeft ter zitting vastgesteld dat verdachte ambulant begeleid wordt door [naam] , werkzaam voor de gemeente Twenterand. De begeleiding vindt plaats in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Ter zitting is gebleken dat verdachte en zijn begeleidster goed en regelmatig contact hebben en dat verdachte in zijn dagelijks leven veel baat heeft bij de begeleiding die hij van haar ontvangt.
Toepassing van het jeugdstrafrecht
De rechtbank kan - ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaren maar nog niet die van 23 jaren heeft bereikt - het jeugdstrafrecht toepassen. De rechtbank stelt vast dat verdachte de bewezenverklaarde feiten heeft begaan toen hij meerderjarig was. De rechtbank ziet echter in de persoonlijkheid van verdachte aanleiding om het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte een jonge kwetsbare man is die kampt met ADHD-problematiek en een cognitieve beperking. Daarnaast kan verdachte nog profiteren van een pedagogische aanpak.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft, naast naar het hiervoor genoemde, ook gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en de LOVS-oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen.
De rechtbank acht oplegging van een deels voorwaardelijke jeugddetentie, met de door de reclassering geadviseerde voorwaarden passend en geboden. Het voorwaardelijke strafdeel heeft als doel verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat de verdachte wordt behandeld en begeleid, ook dat uit oogpunt van recidivebeperking. In aanvulling op de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht verbindt de rechtbank daaraan de voorwaarde van het meewerken aan de begeleiding die hem wordt geboden door [naam] , werkzaam bij ‘Tender Care”/Gemeente Twenterand. De rechtbank zal de Reclassering Nederland belasten met het toezicht op naleving van de voorwaarden en de begeleiding van verdachte.
De rechtbank legt verdachte daarnaast een werkstraf op van zestig uren.
De door de officier gevorderde dadelijke uitvoerbaarheid van het reclasseringstoezicht en de bijzondere voorwaarden wijst de rechtbank af omdat niet voldaan is aan de voor toewijzing daarvan in artikel 77zaSr gestelde voorwaarde.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
Parketnummer 08-157408-24
[aangever 1] heeft zich namens [bedrijf 1] als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.908,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de post herstel inbraakschade deur en ruit € 1.908,00.
Parketnummer 08-376907-24
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.967,55, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat, na aanpassing van de vordering ter terechtzitting, uit de volgende posten:
- rolluiken € 942,15
- raam € 335,00
- computer excl. btw € 550,40
- wisselgeld € 50,00
- munten voor attractie € 50,00
- twee steeksleutels € 40,00.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [aangever 1] , namens [bedrijf 1] hoofdelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 1.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering van [slachtoffer 1] kan integraal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast dient voor beide vorderingen de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd, waarbij het aantal dagen gijzeling op 0 (nul) wordt gesteld.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [aangever 1] namens [bedrijf 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering, omdat de ten laste gelegde braak niet bewezen kan worden verklaard.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de vordering van [slachtoffer 1] geen betaalbewijs van schade is overlegd maar enkel een offerte. De benadeelde partij moet om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten onder de parketnummers
08-157408-24 en 08-376907-24 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. Ter zitting heeft de benadeelde partij [slachtoffer 1] toegelicht dat de offerte is betaald en de reparaties zijn uitgevoerd.
De rechtbank zal het door [aangever 1] , namens [bedrijf 1] gevorderde in zijn geheel toewijzen te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 20 januari 2024.
De rechtbank zal het door [slachtoffer 1] gevorderde in zijn geheel toewijzen tot een bedrag van € 1.967,55 te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 14 september 2024.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten zijn toegebracht.
De rechtbank bepaalt op grond van artikel 36f lid 5 Sr dat de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering kan worden toegepast, op nul dagen wordt gesteld.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
Voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie parketnummer 08-119204-23
Bij vonnis van de meervoudige kamer in de rechtbank Overijssel van 23 november 2023 is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting toewijzing van de vordering tenuitvoerlegging gevorderd, met omzetting van de twee weken jeugddetentie naar een werkstraf voor de duur van 28 uren.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tenuitvoerlegging van de officier van justitie moet worden toegewezen. Verdachte heeft zich voor het einde van de proeftijd schuldig gemaakt aan het plegen van nieuwe strafbare feiten. Gelet op de omstandigheid dat jeugddetentie het reeds ingezette hulpverleningstraject negatief zal beïnvloeden en een risicoverhogend effect kan hebben op de recidivekans zal de rechtbank in plaats van het bevelen van de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie de tenuitvoerlegging van een werkstraf gelasten van 28 uren subsidiair twee weken jeugddetentie.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77c, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08-157408-24 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummers 08-157408-24 onder 1,
08-092760-24, 08-376907-24, 18-347562-24 en 08-365161-24 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08-157408-24
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
parketnummer 08-092760-24
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 08-376907-24
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en verbreking
;
parketnummer 18-347562-24
het misdrijf: schuldwitwassen;
parketnummer 08-365161-24
het misdrijf: diefstal.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
32 (tweeëndertig) dagen;
- bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte van
30 (dertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Molenstraat 50 in Enschede op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de Trajectum of een soortgelijke zorgverlener, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de zorgverlener zullen worden gegeven;
  • verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of
vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
  • meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan bewindvoering. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
  • meewerkt aan controle van het gebruik van drugs (joints) om het middelengebruik te
beheersen. De reclassering kan urineonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- zich houdt aan de aanwijzingen van Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt dat verdachte mee moet werken aan de begeleiding die hem wordt geboden door
[naam] werkzaam bij ‘Tender Care” en voor de gemeente Twenterand of een soortgelijke zorgverlener. Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen die de reclassering geeft;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen;
schadevergoeding
parketnummer 08-157408-24 [aangever 1] , namens [bedrijf 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] , namens [bedrijf 1] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 1.908,00 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] , namens [bedrijf 1] van een bedrag van € 1.908,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2024 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.908,00 (zegge: negentienhonderdacht euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 0 (nul) dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
parketnummer 08-376907-24 [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 1.967,55 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 1.967,55 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 september 2024);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.967,55, (zegge: negentienhonderd zevenenzestig euro en vijfenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 september 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 0 (nul) dagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08-119204-23
- beveelt in plaats van de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 23 november 2023 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie voor de duur van twee weken de tenuitvoerlegging van een
taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 28 uren,subsidiair twee weken jeugddetentie
.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. Ellenbroek, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. T.M. Weeda, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2025.
Buiten staat
Mr. S.K. Huisman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08-157408-24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024195152. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 21 januari 2025 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 20 januari 2024 (pag. 25 - 27);
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 20 januari 2024 (pag. 133-134);
Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict van 24 januari 2024, (pag. 174 - 178);
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, van 12 februari 2024, (pag. 188 – 193)
Het proces-verbaal van bevindingen van 30 januari 2024, (pag. 59-60 met bijlagen);
Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 31 januari 2024 (pag. 83 met bijlagen);
Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 9 februari 2024 (pag. 89 met bijlage);
Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 9 februari 2024 (pag. 95 met bijlage);
Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 12 februari 2024 (pag. 105 met bijlage).
Parketnummer 08-092760-24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024122377. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 21 januari 2025 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 16 maart 2024 (pag. 7 - 10);
Parketnummer 08-376907-24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024431648. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 21 januari 2025 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 14 september 2024 (pag. 6 - 9);
Parketnummer 18-347562-24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0100-2024257628. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 21 januari 2025 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, de verklaring van de verdachte:
Op 20 september 2024 heb ik de lampen gekregen van iemand. Het was zijn idee dat ik ze weg zou brengen naar [bedrijf 2] . Die jongen kon niet zelf naar die winkel want hij had geen ID-bewijs. Ik heb niet gevraagd hoe hij aan de lampen kwam. Ik heb er niet over nagedacht. Ik heb ze op 20 september 2024 aangeboden bij [bedrijf 2] in [plaats 3] .
2. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 20 september 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (p. 5 – 8):
Ik ben accountmanager bij [bedrijf 3] gevestigd te [vestigingsplaats] . Ik werd op 20 september 2024 gebeld door een medewerker van [bedrijf 2] in [plaats 3] die mij vertelde dat zij iemand in de zaak hadden die lampen, wilde verkopen waar een sticker op zat van ons bedrijf [bedrijf 3] . Hij stuurde mij foto’s en ik zag dat wij die twee lampen, hadden verhuurd aan [bedrijf 4] . Op de foto’s zag ik twee CLF YARA lampen met de kabels erbij.
3. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 23 september 2024 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (p. 12 – 15):
Ik doe aangifte van diefstal in de periode 20 en 21 september 2024. in [plaats 3] .
Op 20 september 2024 werd ik gebeld door een medewerker van [bedrijf 3] . Hij vertelde mij dat hij via [bedrijf 2] te horen had gekregen dat de lampen werden aangeboden voor geld. De lampen hingen eerst nog op ons terrein in een tent.
Bijlage goederen
Eurolite Led Party Light
Disco licht
Eigenaar [bedrijf 4] in [plaats 3]
Parketnummer 08-365161-24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024540086. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 21 januari 202523 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte, als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 16 november 2024 (pag. 7 - 8);
Het proces-verbaal van aanhouding van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] van 16 november 2024 (pag. 20 - 24).

Voetnoten

1.[locatie] is de regionale Opvang Voorziening voor [plaats 4] jongeren die dak- of thuisloos zijn geworden.