ECLI:NL:RBOVE:2025:6010

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
AK_25_1091
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belanghebbendheid bij straatnaambesluit en de ontvankelijkheid van bezwaar

Deze uitspraak betreft de belanghebbendheid bij een door het college van burgemeester en wethouders van Borne genomen straatnaambesluit. Eiseres, die niet akkoord gaat met de in het besluit opgenomen straatnamen, stelt dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt. Het college heeft echter geoordeeld dat eiseres geen bezwaar kan maken, omdat zij geen belanghebbende is bij het besluit. De rechtbank heeft op 9 oktober 2025 de zaak behandeld en komt tot de conclusie dat het college gelijk heeft. Eiseres woont op een afstand van ongeveer drie kilometer van de nieuw te bouwen wijk De Horsten en ondervindt geen feitelijke gevolgen van het besluit. De rechtbank oordeelt dat eiseres geen objectief bepaalbaar belang heeft en dat haar bezwaren gebaseerd zijn op subjectieve opvattingen over inclusiviteit en genderneutraliteit. De rechtbank verwijst naar de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die de definitie van belanghebbende en de mogelijkheid tot beroep bij de bestuursrechter beschrijven. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft gesteld dat eiseres geen belanghebbende is en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. K. Ides, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Richart, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 25/1091

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres, hierna: [eiseres]

en

het college van burgemeester en wethouders van Borne, het college

(gemachtigde: [gemachtigde]).

Samenvatting

Deze uitspraak gaat over de belanghebbendheid bij een door het college genomen straatnaambesluit. [eiseres] is het niet eens met de in het besluit opgenomen straatnamen. Volgens het college staat voor [eiseres] geen bezwaar open tegen het straatnaambesluit, omdat zij geen belanghebbende is bij dit besluit. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het college hierin gelijk heeft. Het beroep is daarom ongegrond.

Procesverloop

1. Bij besluit van 19 november 2024, bekendgemaakt op 18 december 2024, heeft het college enkele straatnamen vastgesteld.
1.1.
Met het bestreden besluit van 21 maart 2025 heeft het college het daartegen gerichte bezwaar van [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard.
1.2.
[eiseres] heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 23 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [eiseres] en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

Aanleiding
2. Ten behoeve van de nieuw te bouwen wijk De Horsten heeft de commissie straatnaamgeving van de gemeente Borne aan het college geadviseerd om de volgende straatnamen vast te stellen:
-Dokter J.B. Schoemakerlaan
-Apothekerhof
-Breukmeesterhof
-Chirurgijnhof
-Geneesheerhof
-Heelmeesterhof
-Vroedmeesterhof
-Beekkamp
-Rodebes
2.1.
In het primaire besluit (hierna: het straatnaambesluit) heeft het college dit advies van de commissie straatnaamgeving overgenomen en deze straatnamen, inclusief de daarbij horende kaart, vastgesteld.
2.2.
[eiseres] heeft bezwaar gemaakt tegen het straatnaambesluit. Zij is van mening dat een straatnaam met een overduidelijk mannelijk perspectief niet gepast is in deze tijd van inclusiviteit en genderdiffusiteit. Ook past het niet bij de ambitie van de gemeente Borne om een inclusieve gemeente te zijn. Volgens [eiseres] zijn er genderneutrale alternatieven of is een meer diverse selectie van benamingen mogelijk. Verder heeft [eiseres] bezwaar gemaakt tegen de naam Rodebes, omdat de spelling van de straatnaam correct zou moeten zijn en deze plant uit twee woorden bestaat.
Standpunten van partijen
3. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat [eiseres] geen belanghebbende is bij het straatnaambesluit. [eiseres] heeft geen objectief bepaalbaar belang. Hierbij is van belang dat [eiseres] op een afstand van ongeveer drie kilometer van de wijk De Horsten woont en geen (rechtstreeks) feitelijke gevolgen van het besluit ondervindt. Zij hoeft de nieuwe namen niet aan te brengen of te gedogen op haar perceel dan wel haar woning. Dat [eiseres] de gekozen straatnamen niet gepast vindt in deze tijd vormt geen objectief bepaalbaar belang, nu dat voor iedereen kan verschillen. Omdat [eiseres] geen belanghebbende is, heeft het college het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard in het bestreden besluit.
4. [eiseres] is van mening dat het argument, dat haar bezwaar gebaseerd is op een subjectief persoonlijk perspectief, niets kan zeggen over de objectieve bepaalbaarheid van haar belang. Daarnaast vindt zij de ongepastheid van niet-inclusief en niet-genderinclusief communiceren niet een persoonlijk perspectief, maar is dit binnen de overheid een breed gedragen perspectief. Volgens [eiseres] heeft zij verder als potentieel toekomstige bewoner (want wellicht geïnteresseerd in een van de kavels) wel een persoonlijk belang. Naar de mening van [eiseres] zou bovendien anders niemand belanghebbende kunnen zijn bij dit besluit, omdat het plangebied op dit moment nog niet in ontwikkeling is.
Overwegingen
5. Op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In artikel 8:1 van de Awb is bepaald dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, is belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
6. [eiseres] woont op ruime afstand van de nieuwe wijk en heeft geen zicht op de locatie van de nieuwe wijk met de nieuwe straatnamen. [eiseres] heeft op dit moment ook geen kavel in de nieuwe wijk gekocht. Deze omstandigheden maken dat [eiseres] geen feitelijke gevolgen van het besluit ondervindt. Zij heeft dan ook geen eigen en persoonlijk belang bij het besluit. Dat [eiseres] mogelijk in de toekomst wel in de wijk De Horsten zou kunnen gaan wonen maakt dit niet anders. Dit betreft een toekomstige onzekere gebeurtenis. Aan de omstandigheid dat het overheidsbeleid in algemene zin op inclusief en genderinclusief communiceren is gericht en het straatnaambesluit hiermee in strijd zou zijn, kan [eiseres] geen eigen en persoonlijk belang ontlenen. Dit betekent dat het college naar het oordeel van de rechtbank terecht heeft gesteld dat [eiseres] geen belanghebbende is bij het straatnaambesluit.
7. [eiseres] heeft verder gesteld dat, als de redenering van het college wordt gevolgd, geen enkele inwoner van de gemeente Borne belanghebbende is bij het straatnaambesluit. De kavels van de nieuwbouwwijk zijn immers nog niet in de verkoop. [eiseres] heeft zich afgevraagd waarom dan de mogelijkheid van bezwaar onder het besluit wordt vermeld. Ter toelichting overweegt de rechtbank hierbij dat het college bij het nemen van het straatnaambesluit op grond van de Awb verplicht is te wijzen op de bezwaarmogelijkheden. Op voorhand is ook niet te bepalen of er belanghebbenden bij een besluit zijn. Zo kunnen niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen (zoals een stichting) belanghebbende zijn. In het geval van het straatnaambesluit had een rechtspersoon, die gelet op zijn doelstellingen en feitelijke werkzaamheden het belang van genderneutraliteit behartigt, mogelijk wel belanghebbende bij dit staatnaambesluit kunnen zijn.

Conclusie en gevolgen

8. [eiseres] krijgt dus geen gelijk. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en het beroep ongegrond is.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. Ides, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Richart, griffier. Uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.