ECLI:NL:RBOVE:2025:595

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
4 februari 2025
Zaaknummer
11323213 \ CV EXPL 24-1889
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremies door zorgverzekeraar Zilveren Kruis

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 4 februari 2025 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij. Zilveren Kruis vorderde betaling van een bedrag van € 884,70, vermeerderd met rente en kosten, van de gedaagde, die tekortgeschoten was in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen voor de zorgverzekering. De gedaagde had de premies voor de maanden maart tot en met augustus 2024 niet betaald, ondanks herhaalde aanmaningen. De gedaagde voerde verweer en stelde dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen omdat hij geen contract had afgesloten en er geen wilsovereenstemming was.

De kantonrechter overwoog dat volgens de Zorgverzekeringswet iedereen die in Nederland woont of werkt verplicht is om een zorgverzekering af te sluiten, tenzij er een ontheffing is verleend. Aangezien er geen ontheffing was verleend aan de gedaagde, was hij verplicht om premie te betalen. De rechtbank oordeelde dat de zorgverzekeringsovereenkomst tussen Zilveren Kruis en de gedaagde tot stand was gekomen en dat de gedaagde gehouden was om de openstaande premies te betalen. Het gevorderde bedrag van € 884,70 werd toegewezen, evenals de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.

De gedaagde werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten betalen, die door de rechtbank werden begroot op € 802,88. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Zilveren Kruis het bedrag direct kon vorderen, ook al was er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep gedaan.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11323213 \ CV EXPL 24-1889
Vonnis van 4 februari 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Zilveren Kruis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 september 2024
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 21 januari 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Zilveren Kruis vordert - samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 884,70, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Zilveren Kruis legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen haar als zorgverzekeraar en [gedaagde] als verzekeringnemer een zorgverzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen en dat [gedaagde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de op hem rustende betalingsverplichtingen. [gedaagde] heeft de premies voor de maanden maart tot en met augustus 2024, ondanks sommatie, onbetaald gelaten. Het gaat om een bedrag van € 147,45 per maand aan premie basisverzekering, in totaal een bedrag van € 884,70 (premies 6 maanden x € 147,45).
2.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij de vrijheid heeft om al dan niet een zorgverzekering af te sluiten. Hij heeft geen contract afgesloten en er is geen wilsovereenstemming.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Ten aanzien van het verweer van [gedaagde] dat tussen hem en Zilveren Kruis geen overeenkomst tot stand is gekomen omdat een wilsverklaring ontbreekt, overweegt de kantonrechter als volgt.
3.2.
In de Zorgverzekeringswet (verder Zvw), in samenhang met de Wet Langdurige Zorg, is bepaald (in artikel 2) dat iedereen die in Nederland woont of werkt verplicht is om een zorgverzekering af te sluiten. Dat is anders indien een ontheffing verleend is wegens gemoedsbezwaren. Gesteld noch gebleken is dat aan [gedaagde] een ontheffing wegens gemoedsbezwaren is verleend. De uitzondering is dus niet van toepassing.
3.3.
Dat betekent dat de verzekeringsplicht ook voor [gedaagde] geldt en dat hij verplicht is premie te betalen; dit volgt uit artikel 17 Zvw. Het CAK (Centraal Administratie Kantoor) heeft namens de overheid de bevoegdheid om niet-verzekerden te dwingen toch een verzekering af te sluiten. Weigert een niet-verzekerde na herhaalde aanmaningen een verzekering af te sluiten, dan kan het CAK als wettelijk vertegenwoordiger namens die persoon een verzekering afsluiten. CAK heeft namens [gedaagde] een zorgverzekering afgesloten bij Zilveren Kruis.
3.4.
Op grond van de zorgverzekeringsovereenkomst is [gedaagde] gehouden verzekeringspremies te betalen aan Zilveren Kruis. Zilveren Kruis heeft gesteld en voldoende toegelicht dat en welke bedragen over welke periode open staan. Het gevorderde bedrag van € 884,70 is dan ook verschuldigd.
3.5.
De gevorderde wettelijke rente van € 13,46 zal, als onweersproken en op de wet gegrond, eveneens worden toegewezen.
3.6.
Zilveren Kruis vordert een bedrag van € 107,05 als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
3.7.
Aldus wordt toegewezen een bedrag van € 1.005,21 in totaal (hoofdsom € 884,70 plus rente van € 13,46 plus incassokosten van € 107,05).
3.8.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Zilveren Kruis worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,38
- griffierecht
328,00
- salaris gemachtigde
270,00
(2 punten × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
802,88

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen een bedrag van € 1.005,21, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 884,70, met ingang van 18 september 2024, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 802,88, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2025.