ECLI:NL:RBOVE:2025:5731

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 september 2025
Publicatiedatum
25 september 2025
Zaaknummer
11756234 \ RR FORM 25-7
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling van vliegticketkosten na annulering van gezamenlijke vakantie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel geoordeeld dat gedaagde het bedrag van € 357,82, dat eiseres heeft voorgeschoten voor vliegtickets, moet terugbetalen. Eiseres en gedaagde hadden afgesproken om samen op vakantie te gaan naar Malta, waarbij eiseres de vliegtickets voor beide partijen heeft geboekt. Gedaagde heeft echter niet betaald, met als argument dat de afspraak was dat zij alleen zou betalen als zij samen met eiseres op vakantie zou gaan. De rechter heeft vastgesteld dat er geen bewijs is voor deze voorwaarde en dat gedaagde de kosten moet vergoeden. De rechter heeft ook geoordeeld dat gedaagde niet kan stellen dat eiseres tekort is geschoten door een andere vriendin mee te willen nemen op vakantie, aangezien dit niet in de overeenkomst was vastgelegd. Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet ook de proceskosten van € 90,- betalen. Het vonnis is uitgesproken op 23 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11756234 \ RR FORM 25-7
Vonnis van 23 september 2025 in de experimentele procedure bij de kantonrechter als regelrechter
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij, hierna te noemen: [eiseres] ,
procederend in persoon,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het aanvraagformulier van [eiseres] , met bijlagen;
- de mondelinge behandeling van 29 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

De regelrechter komt in deze zaak tot het oordeel dat [gedaagde] het bedrag van € 357,82 – de kosten van de door [eiseres] gekochte vliegtickets – moet terugbetalen. [eiseres] en [gedaagde] hebben dat namelijk afgesproken. Dat is afgesproken dat [gedaagde] de tickets niet zou hoeven te betalen als [eiseres] en [gedaagde] niet samen op vakantie zouden gaan, is nergens uit gebleken.

3.Feiten

3.1.
[eiseres] en [gedaagde] hebben afgesproken om samen op vakantie te gaan naar Malta.
3.2.
[eiseres] heeft op 18 februari 2025 vliegtickets voor haarzelf en [gedaagde] geboekt: van Düsseldorf naar Malta en weer terug. [eiseres] heeft in totaal € 751,54 voor deze vliegtickets betaald.
3.3.
[eiseres] en [gedaagde] hebben via WhatsApp contact gehad over het betalen van de vliegtickets door [gedaagde] , nadat [eiseres] een betaalverzoek aan haar heeft gestuurd:
26 februari 2025:
[eiseres]: wnr kan ik t ongeveer verwachten? dan weet ik een beetje waar ik aan toe ben
[gedaagde]: ik moet mn loon van februari aanvragen via uwv
ben bezig met loonborderingsbrief’
(…)
[eiseres]: kan t wel missen nu das echt t probleem niet
zolang ik t wel ooit krijg
is er geen probleem
[gedaagde]: ja dat 100%
(…)

4.Het geschil

De vordering
4.1.
[eiseres] vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 357,82, en de proceskosten van deze procedure.
4.2.
[eiseres] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. [eiseres] en [gedaagde] hebben op 18 februari 2025 een vakantie geboekt. [eiseres] heeft de vliegtickets ( heen- en terugreis) voor [gedaagde] voorgeschoten, in totaal een bedrag van € 357,82. [eiseres] en [gedaagde] zijn overeengekomen dat [gedaagde] dit bedrag zou terugbetalen. [gedaagde] heeft dit bedrag niet terugbetaald.
Het verweer
4.3.
[gedaagde] voert verweer. Volgens [gedaagde] zou zij de kosten van de vliegtickets alleen aan [eiseres] terugbetalen, als zij samen – zonder andere vrienden van een van hen – op vakantie zouden gaan. [eiseres] en [gedaagde] zijn uiteindelijk niet samen op vakantie gegaan, omdat [eiseres] een andere vriendin mee wilde nemen en [gedaagde] dat niet wilde. [gedaagde] vindt dat zij het vliegticket daarom niet hoeft te betalen.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak staat vast dat [eiseres] een bedrag van € 357,82 heeft betaald voor vliegtickets voor [gedaagde] . De regelrechter moet beoordelen of [gedaagde] dit bedrag aan [eiseres] moet betalen.
5.2.
Op grond van de overgelegde WhatsApp-correspondentie en hetgeen bij de mondelinge behandeling is besproken komt de regelrechter tot de conclusie dat partijen hebben afgesproken dat [eiseres] de vliegtickets van [gedaagde] zou boeken en betalen en dat [gedaagde] daarna het bedrag – zonder verdere voorwaarden – aan [eiseres] zou betalen. Op het moment dat [eiseres] aangeeft dat ze het bedrag ooit terug wil krijgen, antwoordt [gedaagde] met
‘ja dat 100%’.
Dat partijen zouden hebben afgesproken dat de betalingsverplichting alleen bestond als zij samen op vakantie zouden gaan, blijkt niet uit het overgelegde WhatsApp-gesprek en is ook niet ergens anders uit gebleken. Dat [eiseres] te kort is geschoten of onrechtmatig heeft gehandeld door bespreekbaar te maken of een (derde) vriendin misschien mee zou gaan op vakantie is niet gebleken. Bij de mondelinge behandeling is besproken dat [eiseres] met [gedaagde] in gesprek wilde over de vraag of het leuk was om met zijn drieën op vakantie te gaan, maar dat die vriendin van haar niet persé mee hoefde. Dat [gedaagde] daarna helemaal niet meer op vakantie wilde met [eiseres] (alleen) maakt nog niet dat [gedaagde] om die reden onder de kosten van de in haar opdracht en op haar naam geboekte vliegtickets uit kan komen.
5.3.
[gedaagde] voert nog aan dat als [eiseres] moeite had gedaan om de naam op het vliegticket te wijzigen, [eiseres] met een andere vriendin op vakantie had kunnen gaan. [eiseres] had met andere woorden de mogelijkheid om de kosten voor [gedaagde] te beperken.
[eiseres] heeft echter onbetwist gesteld dat zij wel contact heeft gehad met de betreffende luchtvaartmaatschappijen, maar dat het niet mogelijk was om de tenaamstelling op de tickets te wijzigen.
[gedaagde] had bovendien ook zelf kunnen proberen de tenaamstelling op haar tickets te wijzigen, hetgeen zij niet heeft gedaan. Dit argument van [gedaagde] wordt dan ook niet gevolgd.
5.4.
De regelrechter komt derhalve tot de conclusie dat [gedaagde] het bedrag van € 357,82 aan [eiseres] moet betalen.
Proceskosten
5.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en daarom moet zij de door [eiseres] gemaakte proceskosten betalen, ofwel € 90,- aan de gemaakte griffiekosten.

6.De beslissing

De kantonrechter als regelrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 357,82 aan [eiseres] ;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van € 90,00 aan [eiseres] .
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken op
23 september 2025.
Tegen dit vonnis staan geen rechtsmiddelen open.