3.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan. Verdachte heeft samen met anderen de heer [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toegebracht. De rechtbank zal hieronder de bewijsmiddelen weergeven en deze nader motiveren.
De rechtbank gaat uit van de volgende bewijsmiddelen.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van 8 juli 2023, pagina 25-27, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 8 juli 2023 ergens tussen 00:00 en 00:30 zag ik twee personen in de bosjes in het steegje liggen. Ik zag dat er nog meer jeugd in het steegje stond, een stuk of 7 personen. Ik kreeg de kans niet om wat te zeggen, meteen riep de jongen die in de bosjes lag "rustig rustig" tegen mij. Ook een jongen uit de groep riep dit. Vervolgens duwde één van de jongens mij vrij hard weg en meteen kreeg ik de hele groep over mij heen. Ze begonnen direct te slaan. Ik probeerde me te verweren door ze van me af te duwen, maar dat lukte niet. Op enig moment verloor ik mijn evenwicht. Bij dat steegje zitten garageboxen, en daar kwam ik tegenaan te vallen. Ik zag en voelde dat ik flink harde vuistslagen in mijn gezicht en op mijn borstkas kreeg. De hele groep stond dicht om mij heen en daardoor kon ik geen kant meer op. Volgens mij stond er inmiddels een groep van tien jongeren bij, waarvan enkele op iets meer afstand. Ik zakte tijdens het ontvangen van de klappen ineen en voorover. Toen hielden ze op met slaan, maar ze bleven wel om mij heen staan.
U vraagt mij om te beschrijven hoe de jongeren er uitzagen en wat hun rol was.
De jongen die in eerste instantie de duw gaf, beschrijf ik als volgt:
- vrij lange jongen, 1.80 tot 1.90 lang
- krullend donker haar
- bril met ronde glazen met donker montuur
- tenger postuur
Deze jongen gaf mij als eerste een duw. Hij stond er ook nog bij toen ik tegen de garage de klappen kreeg.
De volgende jongen kan ik als volgt beschrijven:
- getinte jongen met buitenlands uiterlijk, licht getint. Ik schat Noord Afrikaans.
- donker sluik haar, niet echt strak gekamd
Deze jongen jutte de boel echt op. Hij had een hele grote mond naar mij en vuurde de groep echt aan. Ik zag dat hij ook één van de jongens was die mij heeft geslagen toen de groep op mij insloeg.
De volgende jongen kan ik als volgt beschrijven:
- potige sterke jongen, getraind lichaam
- ongeveer 1,70 lang
- blond kort haar, beetje krullend
- wat lichtere kleding
De jongen was het meest agressief van de hele groep en ook de jongen die mij het meest en het hardst geslagen heeft. Hij was helemaal door het dolle heen en sloeg vol op mij in. Ik zag en voelde dat hij mij met zijn vuist echt vol en met kracht in mijn gezicht sloeg. Hij bleef mij maar slaan en heeft mij zeker tien keer vol in het gezicht geslagen. Ik voelde door die klappen direct een enorme pijn aan mijn hoofd en mijn gezicht.
Ik ben ook nog enkele keren in mijn buik geslagen.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 9 juli 2023, pagina 75-79, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Zaterdag 8 juli 2023 tussen 00.15 en 00.30 uur was ik op het feestje bij [naam 2] . [medeverdachte 1] viel in de bosjes van een voortuin. Ik zag een man de steeg in lopen. Ik zag dat de man [medeverdachte 1] uit de bosjes pakte. De man pakte [medeverdachte 1] vast bij zijn shirt. Ik zag dat de rest, iedereen die ook op het feestje was, bij de man stond. Ze stonden eromheen en iedereen bemoeide zich ermee. [medeverdachte 1] sloeg de man en toen ging [medeverdachte 2] ook slaan en toen bemoeiden de anderen zich er ook mee. Ik zag dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] op de man insloegen. Ik zag de vier jongens echt op hem inslaan. Ik zag dat een vuist heel hard de man raakte in zijn gezicht. Volgens mij de linkerkant. Ik hoorde een harde holle klap. Daar schrok ik zo van. Het ging echt zo hard dat ik er misselijk van werd. Ik was helemaal overstuur.
Ik ben even later weer de steeg ingegaan om te kijken. Ik zag dat [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] nog steeds bij de man stonden. Ze sloegen samen op de man in. Later zaten wij weer in de tuin bij [naam 2] . Toen zat [medeverdachte 3] daar met ijs op zijn rechterhand. Ik hoorde hem zeggen "ja ik heb hem geslagen".
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 12 juli 2023, pagina’s 248-259, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik viel in de bosjes. Toen kwam er een meneer aanlopen. Ik pakte die man bij de armen vast en vroeg hem : "Meneer wat is er nou aan de hand?". Ik heb de man ook tegen de schutting aangedrukt. Toen rukte hij zichzelf los. Daarna sloeg hij mij op de linkerkant van mijn gezicht. Toen heb ik hem 2 of 3 tikken gegeven. Ik heb de man met mijn vuist geslagen.
De jongens sloegen die man helemaal in elkaar. Ze stonden om de man heen.
Ik gaf de man die 3 klappen omdat hij mij sloeg. Toen was die man nog steeds boos en toen kwam die man terug en toen ging de rest op die man. [medeverdachte 2] , [verdachte] , en [medeverdachte 3] .
We stopten omdat hij bloed had.
In het door aangever beschreven signalement:
- vrij lange jongen, 1.80 tot 1.90 lang;
- krullend donker haar;
- bril met ronde glazen met donker montuur;
- tenger postuur;
herken ik [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] heeft een bril en de rest van de omschrijving komt ook overeen.
In het door aangever beschreven signalement:
- getinte jongen met buitenlands uiterlijk, licht getint. Ik schat Noord-Afrikaans;
- donker sluik haar, niet echt strak gekamd;
- wat kleiner dan de rest, ik schat zo 1.70;
- tenger postuur;
herken ik [verdachte] .
In het door aangever beschreven signalement van de jongen die het meest agressief was en het hardst geslagen heeft:
- potige sterke jongen, getraind lichaam;
- ongeveer 1,70 lang;
- blond kort haar, beetje krullend;
- wat lichtere kleding;
herken ik mijzelf.
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 12 juli 2023, pagina’s 190-196, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat [medeverdachte 1] en ik de man tegen de schutting geduwd hebben.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen deurbelcamera, opgemaakt op 15 augustus 2023, pagina 121, voor zover inhoudende:
Op de geluidsfragmenten zijn twee mannenstemmen te horen.
Man 1: "Wat een mafketel joh. Ik heb hem kankerhard gestompt." of woorden van gelijke strekking.
Man 2: Ja, ik ook.
Man 1: Ik heb bloed op mijn handen.
Man 2: Ja, ik ook man.
Hierna zegt een van hen nog "What the fuck".
(…)
De verdachte [medeverdachte 1] had zichzelf op de camerabeelden herkend. De andere jongen zou [verdachte] zijn.
De verdachte [verdachte] bevestigde dat hij zichzelf op de camerabeelden herkende.
6.
Een geschrift, een letselrapportage opgemaakt door forensisch arts L. Dijkhuizen van 7 juni 2024, voor zover inhoudende:
Betrokkene: [slachtoffer]
(…)
4C Het letsel en beloop in casu
(…)
Inwendig werden de volgende letsels op CT-scan gezien; meerdere breuken aan de rechter zijde van het aangezicht (jukbeen, blow-out breuk en breuk van de oogkas en breuken rond de kaakbijholte),(…) acute subdurale en subarachnoïdale bloeding links, een terugkerende chronische subdurale bloeding en een gebroken nekwervel. (…) BE is aan de aangezichtsbreuken geopereerd. (…) Later kreeg BE tweemaal uitvalsverschijnselen en vermindering van coördinatie en kracht van de rechter lichaamshelft, bleek beide keren te berusten op een terugkerende (recidief) chronische subdurale bloeding rechts. BE is hier tweemaal aan geopereerd. Na de eerste operatie heeft BE tweemaal een insult gehad, waarvoor hij minimaal 3 maanden medicijnen tegen epilepsie heeft voorgeschreven gekregen.(…)
4D. Bespiegeling op de ernst van het letsel en gevaarzetting
(…)
De botbreuken van de oogkas (blow-out breuk) betreffen een AIS van 2 (matig).
De botbreuken van het jukbeen (verplaatste breuk) betreft een AIS van 1 (licht).(…)
De acute subdurale en subarachnoïdale bloeding betreffen een AIS van 3 (ernstig).
Het chronisch subdurale bloeding (…) resulteert in een AIS van 5 (kritiek).
De breuk van de nekwervel (…) betreft een AIS van 2 (matig). (…)
5. Hoe gevaarlijk is het letsel dat daadwerkelijk is opgetreden?(…)De chronische subdurale hersenbloeding met (kortdurend) verdrukking van de hersenen heeft in casu geleid tot levensgevaar. Door tijdig medisch ingrijpen en gezien er nog geen schade aan het bewustzijn was de prognose van de hersenbloeding goed. Indien niet tijdig was ingegrepen had de patiënt kunnen overlijden.
(…)
Bijlage A. AIS/ISS methode
De AIS is een gevalideerde methode door artsen gebruikt om de ernst van het letsel vast te stellen.(…) De score loopt van 1 (licht), 2 (matig), 3 (ernstig), 4 (levensbedreigend), tot 5 (kritiek).
Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank, kort samengevat, dat aangever (de heer [slachtoffer] ) [medeverdachte 1] uit de bosjes wilde helpen. Dat [medeverdachte 1] en [verdachte] aangever vervolgens tegen de schutting duwden. Dat er meerdere mensen om [medeverdachte 1] en aangever heen stonden, waaronder [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] . Dat deze jongens zich ermee bemoeiden. Dat [medeverdachte 1] aangever sloeg en dat kort daarop ook [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] aangever sloegen. De verdachten hebben met hun vuist in het gezicht of tegen het hoofd van aangever geslagen.
Aangever heeft meerdere breuken opgelopen in zijn gezicht, kaak en nekwervel en er is een hersenbloeding ontstaan. De rechtbank merkt het letsel van aangever aan als ‘zwaar lichamelijk letsel’. De ernst van het letsel is door de forensisch arts vastgesteld. De breuken in het gezicht en van de nekwervel worden beoordeeld van licht tot matige ernst, maar de bloeding in de hersenen krijgt de hoogste score ‘kritiek’. De hersenbloeding heeft tot een voor de heer [slachtoffer] levensgevaarlijke situatie geleid. Aangever is vanwege zijn letsel meerdere keren geopereerd. Tijdens de inhoudelijke zitting is gebleken dat aangever gedeeltelijk invalide zal blijven. De invaliditeit wordt ingeschat tussen de 5% en 10%.
De juridische vraag ligt voor of verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij aangever. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het bewijs niet is vast te stellen dat bij verdachte sprake is geweest van ‘vol opzet’, maar wel van ‘voorwaardelijk opzet’. Van voorwaardelijk opzet is sprake als de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op het gevolg – in dit geval zwaar lichamelijk letsel bij aangever - heeft aanvaard.
De verdachten hebben onder andere met hun vuisten en met flinke kracht tegen het hoofd van aangever geslagen. Aangever werd ingesloten en kon zich niet verweren of uitwijken. Dat de verdachten hard sloegen volgt onder meer uit de verklaring van aangever. Hij voelde flink harde vuistslagen in zijn gezicht. Getuige [getuige] verklaart ook dat er hard met de vuist geslagen werd. De jongens sloegen allemaal op aangever in. Het ging zo hard dat ze er misselijk van werd en overstuur raakte. Daarnaast volgt uit een opname van een cameradeurbel dat na de mishandeling in een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] wordt gezegd
“Ik heb hem kankerhard gestompt.”waarop de ander zegt
“Ja, ik ook.”.
Zoals hiervoor al uiteengezet is, heeft aangever aan de vuistslagen verschillende breuken en een hersenbloeding overgehouden. De rechtbank overweegt dat fors geweld tegen het hoofd, een uiterst kwetsbaar lichaamsdeel, naar algemene ervaringsregels de aanmerkelijke kans in het leven roept dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel oploopt. Nu het algemene ervaringsregels betreffen, hadden de verdachten wetenschap van het bestaan van deze aanmerkelijke kans. Het geven van harde vuistslagen tegen het hoofd, waarbij verdachte één van de vier jongens was die óók sloeg, is naar de uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, dat hieruit volgt dat verdachte die aanmerkelijke kans op dit gevolg ook heeft aanvaard. Van contra-indicaties waaruit zou blijken dat verdachte die aanmerkelijke kans niet heeft aanvaard, is niet gebleken. De rechtbank acht bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Verdachte wordt verweten dat hij dit feit samen met anderen pleegde. In het geval van ‘medeplegen’ moet vaststaan dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking die was gericht op het zwaar mishandelen van aangever. De rechtbank is van oordeel dat deze nauwe en bewuste samenwerking voldoende volgt uit de bewijsmiddelen. Verdachte en de medeverdachten waren in elkaars aanwezigheid voor en tijdens het incident. Verdachte heeft samen met de medeverdachten een aandeel gehad in het geweld. Door zelf ook geweld uit te oefenen en betrokken te zijn - en te blijven - bij de geweldshandelingen die op aangever werden uitgeoefend, is naar het oordeel van de rechtbank de bijdrage van verdachte aan de gezamenlijk uitgevoerde mishandeling van voldoende gewicht geweest om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van medeplegen. De lezing van verdachte dat hij een hand bij zijn nek voelde, als (verkeerde) reactie daarop aangever twee keer op zijn hoofd heeft geslagen, vervolgens naar achteren is gestapt waarna de anderen aangever sloegen, is in strijd met de bewijsmiddelen. De rechtbank gaat aan die lezing voorbij.