Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- het bericht van de bewindvoerder van 1 september 2025 met de machtiging van de rechter-commissaris om deze procedure te mogen voeren,
- de conclusie van antwoord,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert de eisende partij, vertegenwoordigd door de bewindvoerder van [betrokkene], medewerking van gedaagde aan de verkoop van een woning. De eisende partij stelt dat de woning niet aan gedaagde is toebedeeld, omdat de voorwaarden uit het echtscheidingsconvenant niet zijn vervuld. Gedaagde daarentegen beweert dat hij nu in staat is om de hypothecaire schuld alleen te dragen en dat de verkoop van de woning niet noodzakelijk is. De rechtbank heeft de vorderingen van de bewindvoerder afgewezen, omdat er onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond. De voorzieningenrechter oordeelt dat de bewindvoerder niet heeft aangetoond waarom er nu, na jaren van inactiviteit, een voorlopige voorziening nodig is. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 23 september 2025.