ECLI:NL:RBOVE:2025:562

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 januari 2025
Publicatiedatum
31 januari 2025
Zaaknummer
08.165356.20
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden van een terbeschikkinggestelde na eerdere veroordelingen voor ernstige misdrijven

Op 30 januari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1991. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld op 26 januari 2021 na het plegen van meerdere ernstige misdrijven, waaronder brandstichting en diefstal. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een pro Justitia rapportage van psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser en een verlengingsadvies van Reclassering Nederland. De psychiater concludeert dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een autismespectrumstoornis en een zwakbegaafdheid, maar dat de kans op herhaling laag is. De reclassering adviseert ook tot verlenging van de terbeschikkingstelling, gezien de positieve ontwikkelingen in de behandeling en de motivatie van de terbeschikkinggestelde. Tijdens de zitting op 16 januari 2025 heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar ingediend, waarop de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman geen bezwaar hebben gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eisen dat de maatregel wordt verlengd, gezien de aanwezige stoornissen en het recidiverisico. De rechtbank heeft de voorwaarden van de terbeschikkingstelling vastgesteld, waarbij enkele voorwaarden zijn opgeheven omdat deze positief zijn afgerond. De rechtbank zal over een jaar opnieuw beoordelen of de maatregel nog nodig is.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.165356.20
Datum uitspraak: 30 januari 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[de terbeschikkinggestelde] ,
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 26 januari 2021 ter beschikking gesteld, onder nader te stellen voorwaarden betreffende het gedrag, ter zake van de bewezenverklaarde misdrijven:
- telkens het misdrijf: medeplegen van opzettelijk brandstichten, terwijl daarvan gemeen

gevaar voor goederen te duchten is:

- diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van inklimming:
- diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft

en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming:

- medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht:
- medeplegen van handelen in strijd met artikel 26 lid / van de Wet wapens en munitie en het

feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III. meermalen gepleegd:

- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2. onder C van de

Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

Bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 29 september 2022 zijn voormelde voorwaarden nader vastgesteld.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 26 januari 2023. Blijkens de brief van de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van 28 november 2024 eindigt de maatregel, behoudens nadere voorziening, op 28 januari 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • de pro Justitia rapportage van dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater, van 18 oktober 2024;
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 26 november 2024, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker, en [reclasseringswerker 2] , unitmanager;
  • een viertal voortgangsverslagen van de reclassering over de periode van 1 juni 2023 tot en met 26 juni 2024.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 18 december 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
16 januari 2025. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. H. de Boer, advocaat te Zutphen;
  • de officier van justitie;
  • [reclasseringswerker 1] en [reclasseringswerker 3] , reclasseringswerkers, als deskundigen.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat de specifieke voorwaarden zoals genoemd in het verlengingsadvies worden opgeheven.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben laten weten geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de maatregel.

4.De beoordeling

De vordering is op 18 december 2024 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen de over de terbeschikkinggestelde pro Justitia rapportage, het verlengingsadvies van de reclassering en de toelichting van de deskundigen ter zitting in aanmerking.
De pro Justitia rapportage van de psychiater
Het rapport van de psychiater houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een autismespectrumstoornis, zwakbegaafdheid en een stoornis in het gebruik van XTC en speed (PEP), in remissie. Verder is er sprake van een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis met paranoïde
psychoses, in vroege remissie.
De psychiater schat de kans op herhaling binnen de maatregel van terbeschikkingstelling als laag in. Over de inschatting van toekomstig geweld in bredere zin merkt de psychiater op dat sprake is van instrumenteel geweld in relatie tot een crimineel bestaan en geweld vanuit een psychotische toestand. Vanwege de motivatie van de terbeschikkinggestelde, zijn leerbaarheid en de geboden behandeling is sprake van een lagere risico-inschatting dan destijds genoemd in de opleggingsrapportages.
Ten aanzien van het risicomanagement merkt de psychiater op dat voortzetting van het huidige beleid noodzakelijk is. De antipsychotische medicatie is in samenspraak met de psychiater afgebouwd en inmiddels gestopt. De terbeschikkinggestelde gaat over naar een eigen woning met begeleiding vanuit de RIBW en van ForFact. Die overgang is groot en de grotere mate van vrijheid stelt eisen aan zijn zelfstandigheid. Hij zal moeten leren zichzelf te begrenzen terwijl dat nu ‘extern’ gebeurt. Dit is met name noodzakelijk om te voorkomen dat hij gepreoccupeerd raakt zoals over het geloof en dan bij veel stress psychotisch wordt. De terbeschikkinggestelde wil abstinent blijven en is gemotiveerd om weer antipsychotische medicatie te nemen als dat wordt geadviseerd. De terbeschikkinggestelde ziet zelf in dat hij intensieve behandeling nodig heeft. De psychiater verwacht dat de terbeschikkinggestelde stabiel kan blijven, maar acht monitoring van zijn toestand door een forensische polikliniek dan wel ForFact en toezicht van de reclassering wel aangewezen om een psychose tijdig te onderkennen.
De psychiater adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar te verlengen. Zij acht het van belang dat de terbeschikkinggestelde ondersteuning heeft binnen het kader van de terbeschikkingstelling nu hij zelfstandig gaat wonen om te bezien hoe hij met de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid omgaat. Over een jaar kan worden onderzocht of de maatregel van terbeschikkingstelling nog nodig is terwijl de zorg dan overgedragen moet worden aan de GZZ en beoordeeld kan worden of een zorgmachtiging nodig is.
Het verlengingsadvies van de reclassering
Het rapport van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
De terbeschikkinggestelde heeft de afgelopen twee jaren geprofiteerd van de klinische behandeling binnen [locatie] . De beschermende factoren zijn gegroeid onder invloed van psycho-educatie, behandeling en begeleiding op het gebied van ASS, LVB en verslavingsproblematiek en de uitvoering van de delictanalyse. Daardoor is er nu sprake van volledige abstinentie van middelen, zijn de copingvaardigheden verbeterd en is de psychose behandeld. De terbeschikkinggestelde heeft een sterke motivatie voor het vasthouden van een gezonde structuur en daginvulling en heeft zijn financiën ondergebracht bij een bewindvoerder.
Met de afronding van de klinische behandeling en de recente uitstroom naar een zelfstandige woning met ambulante ondersteuning van de RIBW en het FACT-team van Transfore zal moeten worden bekeken of de terbeschikkinggestelde zich ook in de buitenwereld staande weet te houden. De terbeschikkinggestelde zal moeten leren herkennen wat hij (blijvend) nodig heeft aan ondersteuning en om (tijdig) hulp in te schakelen. Risicofactoren zoals middelengebruik met mogelijk psychotische episodes als gevolg, zelfoverschatting en het aankunnen van de grote mate van zelfstandigheid zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld.
De reclassering adviseert de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen met een jaar. Over een jaar kan dan worden bezien of de maatregel van terbeschikkingstelling kan overgaan in een WLZ- of een ander regulier (vrijwillig) zorgtraject. Daarnaast is een aantal bijzondere voorwaarden, kort gezegd, – de klinische behandeling, opname in een FPK/FPA en het houden aan de huisregels en aanwijzingen van de zorginstelling – positief afgerond, zodat deze kunnen komen te vervallen.
Toelichting van de deskundige ter zitting
Ter zitting hebben de deskundigen toegelicht dat de stap van het klinische traject naar zelfstandig wonen groot is. De deskundigen merken op dat de terbeschikkinggestelde is gestopt met medicatie. Er worden geen tekenen van psychotisch gedrag gezien. Dit zal worden gemonitord. De contactfrequentie van de begeleidende gesprekken is inmiddels verminderd en dat gaat goed. De terbeschikkinggestelde is op zoek naar passende dagbesteding en er is sprake van een ondersteunend sociaal netwerk. De komende periode moet worden gekeken of de terbeschikkinggestelde stabiel blijft en het hem lukt om – indien nodig – hulpvragen te stellen.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de rapportages en de toelichting van de deskundigen is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank stelt vast dat sprake is van aanwezige stoornissen en van recidiverisico. Aan de criteria voor verlenging van de terbeschikkingstelling is daarom voldaan.
De rechtbank stelt vast dat het risico dat uitgaat van de terbeschikkinggestelde nog steeds aanwezig is. De terbeschikkinggestelde heeft dankzij zijn motivatie en de gevolgde klinische behandeling grote stappen gezet. Het is van belang dat de terbeschikkinggestelde deze positieve lijn kan vasthouden nu hij zelfstandig woont. De terbeschikkinggestelde zal meer aangewezen zijn op zichzelf en de aangeleerde copingvaardigheden in de praktijk moeten toepassen. Ook zal hij moeten waken voor zelfoverschatting en abstinent van middelen moeten blijven. Het is van belang dat zijn psychisch welbevinden door middel van de ambulante begeleiding door de RIBW, ForFact en de reclassering goed gemonitord wordt. Over een jaar kan worden bezien wat de vorderingen van de terbeschikkinggestelde zijn en hoe het vervolgtraject eruit moet komen te zien.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met een jaar verlengen. De voorwaarden zoals die bij beslissing van 29 september 2022 zijn vastgesteld blijven onverkort van kracht, met dien verstande dat de in die beslissing genoemde voorwaarden 6 en 7 zullen worden opgeheven, omdat deze positief zijn afgerond. Hieronder wordt volledigheidshalve vermeld welke voorwaarden voor de terbeschikkinggestelde gelden.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[de terbeschikkinggestelde]met een jaar;
- heft op de voorwaarden dat:
6. de terbeschikkinggestelde zich laat opnemen in een FPK/FPA (of soortgelijke zorginstelling), zulks te bepalen door de voor plaatsing verantwoordelijke instantie, zolang de reclassering dat nodig acht. Hij volgt de aanwijzingen van de behandelaars conform de op stellen (delict preventieve) behandelovereenkomst en het nader te formuleren behandelplan op. Dit behandelplan zal op geëigende momenten bijgesteld en nader gespecificeerd worden;
7. de terbeschikkinggestelde zich houdt aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling aan hem geeft in het kader van de behandeling, ook als dit inhoudt het innemen van medicatie die nodig is voor de behandeling.
- bepaalt dat de opgelegde voorwaarden voor het overige in stand blijven:
1. dat de terbeschikkinggestelde medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs (als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht) ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
2. dat de terbeschikkinggestelde zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
3. dat de terbeschikkinggestelde tijdens de tbs met voorwaarden een (incidenteel) bezoek wil brengen aan het buitenland, de reclassering beslist hoe en op welke wijze dit zich verhoudt tot de geldende voorwaarde(n). De reclassering kan de officier van justitie in bijzondere gevallen daarover om advies vragen;
4. dat de terbeschikkinggestelde medewerking verleent aan het verstrekken van een actuele foto aan de reclassering ten behoeve van eventuele opsporing;
5. dat de terbeschikkinggestelde medewerking verleent aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere, maar niet uitsluitend, in:
- medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter
inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs (als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht) ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
- zich melden op afspraken bij de reclassering, zo vaak de reclassering dat nodig acht;
- zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering, die nodig
zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te bewegen tot het naleven van de voorwaarden:
- medewerking verlenen aan huisbezoeken;
- inzicht geven aan de reclassering over de voortgang van begeleiding of behandeling door andere instellingen/hulpverleners;
- niet verhuizen of van adres veranderen zonder toestemming van de reclassering;
- medewerking verlenen aan het uitwisselen van informatie met personen en
instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
8. indien tijdens de behandeling een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst is, zulks ter beoordeling van de reclassering, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing. Hij zal zich committeren aan het nazorgtraject waaraan te zijner tijd invulling gegeven zal gaan worden, ook als dit inhoudt het innemen van medicatie die nodig is voor de behandeling. Dit omvat tevens het bepalen van een woonplek na overleg en toestemming van de reclassering. Contact en afstemming met de wijkagent zal in de (nieuwe) woonomgeving tot stand gebracht worden;
9. dat de terbeschikkinggestelde contact onderhoudt met de reclassering en verschaft zicht op de voortgang van zijn behandeling. Hij houdt zich aan aanwijzingen, welke gaandeweg de behandeling geformuleerd zullen worden, te geven door of namens de reclassering. De reclassering zal contact onderhouden met zowel de behandelaars als met de terbeschikkinggestelde;
10. dat de terbeschikkinggestelde zich onthoudt van alcohol- en drugsgebruik tenzij hiervoor toestemming gegeven wordt door de begeleidende instellingen en reclassering. Hij werkt mee aan controles op indicatie en steekproefsgewijs;
11. dat de terbeschikkinggestelde inzicht zal geven in zijn sociaal netwerk en medewerking verlenen aan het betrekken van zijn familieleden bij de behandeling. Hij werkt mee aan systeemgesprekken;
12. dat de terbeschikkinggestelde de reclassering zicht in zijn financiën en eventuele schulden verschaft, zolang de reclassering dat nodig acht. Hij werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van betalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening en/of bewindvoering;
13. dat de terbeschikkinggestelde zich actief inzet voor stabiliteit op het gebied van dagbesteding (school, werk. re­integratie), zolang de reclassering dat nodig acht.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Vis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 januari 2025.
Buiten staat
mrs. M.H. van der Lecq en R.G.J. Gehring zijn buiten staat deze beslissing te ondertekenen.