ECLI:NL:RBOVE:2025:5514

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 september 2025
Publicatiedatum
10 september 2025
Zaaknummer
C/08/336939 / KG ZA 25-189
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan de verkoop van een woning na echtscheiding

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 10 september 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Versluis, vorderde medewerking van de gedaagde aan de verkoop van een woning na hun echtscheiding. De echtscheiding was uitgesproken op 8 februari 2024, en op 22 oktober 2024 had de rechtbank al een beschikking gegeven over de verdeling van de gemeenschap, waarbij was bepaald dat de woning, die door de gedaagde werd bewoond, verkocht moest worden. De gedaagde weigerde echter mee te werken aan de verkoop, wat leidde tot de vordering van de eiser.

De procedure begon met een dagvaarding op 12 augustus 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 27 augustus 2025. De gedaagde was niet verschenen, waardoor verstek werd verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet in verweer is gekomen en heeft de stellingen van de eiser als juist aangenomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering voldoende spoedeisend was en niet onrechtmatig of ongegrond, en heeft deze toegewezen.

In de beslissing werd de gedaagde verplicht om medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning, inclusief het verlenen van toegang aan de makelaar en het openstellen van de woning voor bezichtigingen. Tevens werd een dwangsom van € 500,00 per dag opgelegd voor het geval de gedaagde niet aan de veroordelingen voldeed, met een maximum van € 25.000,00. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van € 805,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. A.J. Louter.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/336939 / KG ZA 25-189
Vonnis in kort geding van 10 september 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
advocaat: mr. H. Versluis,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 augustus 2025,
- de mondelinge behandeling van 27 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn gehuwd geweest. Op 8 februari 2024 is door de rechtbank de echtscheiding uitgesproken. Op 22 oktober 2024 heeft de rechtbank een beschikking gewezen over de verdeling van de gemeenschap. Daarbij is bepaald dat de woning aan de [adres], die door [gedaagde] bewoond wordt, verkocht moet worden. [gedaagde] werkt niet mee aan de verkoop van de woning.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - medewerking van [gedaagde] aan de verkoop van de woning aan de [adres], op straffe van een dwangsom.

4.De beoordeling

Verstek
4.1.
[gedaagde] is, hoewel behoorlijk gedagvaard met inachtneming van de voorgeschreven termijnen en formaliteiten, niet in de procedure verschenen. Daarom is tegen haar verstek verleend.
4.2.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd. De voorzieningenrechter gaat daarom uit van de juistheid van de door [eiser] ingenomen stellingen en overgelegde stukken.
4.3.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voldoende spoedeisend, niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
Dwangsom
4.4.
De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen als in het dictum bepaald.
Proceskosten
4.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld. [eiser] heeft ter zitting betoogd dat [gedaagde] veroordeeld moet worden in de proceskosten, omdat zij iedere vorm van medewerking weigert en nergens op reageert. Daarom moet zij de proceskosten betalen. Omdat [eiser] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal [gedaagde] niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten
.De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- griffierecht
90,00
- salaris advocaat
715,00
Totaal
805,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat [gedaagde] makelaardij Kamphuis te Almelo, op eerste verzoek, ongestoord toegang tot de woning aan de [adres] te Almelo moet verlenen en alle medewerking aan de makelaar moet geven zodat de woning openbaar, zoals middels de website Funda, met foto’s en beschrijving te koop kan worden gezet,
5.2.
bepaalt dat [gedaagde] gehouden is de woning aan de [adres] te Almelo open te stellen voor bezichtigingen van potentiële kopers, daartoe een sleutel van de woning op het makelaarskantoor af te geven en tijdens de bezichtigingen de woning te verlaten en geen contact op te nemen met potentiële kopers,
5.3.
bepaalt dat [gedaagde] gehouden is mee te werken aan het plaatsen van een verkoopbord in de voortuin van de woning aan de [adres] te Almelo,
5.4.
bepaalt dat [gedaagde] gehouden is alle adviezen en aanwijzingen van de makelaar in het kader van het verkoopproces en van de oplevertermijn op te volgen en daadwerkelijk de woning te ontruimen en te verlaten binnen de door de makelaar gestelde oplevertermijn,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordeling onder 5.1 tot en met 5.4 voldoet, met een maximum van € 25.000,00,
5.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 805,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Louter en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2025.