ECLI:NL:RBOVE:2025:5484

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
9 september 2025
Zaaknummer
08-003241-22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen omzetting van de taakstraf in vervangende hechtenis

Op 3 september 2025 heeft de politierechter van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak waarin een bezwaarschrift werd ingediend tegen de omzetting van een taakstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde had een taakstraf van 30 uren opgelegd gekregen, maar had deze niet uitgevoerd. De advocaat-generaal had op 9 juli 2025 de tenuitvoerlegging van 15 dagen vervangende hechtenis bevolen, omdat de veroordeelde de taakstraf niet binnen de gestelde termijn had verricht. Het bezwaarschrift, ingediend door mr. J.B.A. Kalk, werd op 4 augustus 2025 ontvangen door de rechtbank en behandeld op de openbare zitting van 3 september 2025. Tijdens de zitting heeft de veroordeelde de zaal voortijdig verlaten, wat zijn standpunt over de uitvoering van de taakstraf ondermijnde. De politierechter heeft vastgesteld dat de veroordeelde niet in staat was om de taakstraf uit te voeren vanwege gezondheidsproblemen, maar dat hij ook verschillende kansen had gekregen van de reclassering. De politierechter heeft het bezwaarschrift ongegrond verklaard, omdat er geen aanleiding was om te twijfelen aan het reclasseringsadvies en de veroordeelde zelf verantwoordelijk was voor het niet uitvoeren van de taakstraf. De beslissing om de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen werd bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
parketnummer : 08-003241-22
parketnummer hof : 21-002066-22
raadkamernummer : 25-020145
datum : 3 september 2025
Uitspraak van de politierechter op het bezwaar op grond van artikel 6:3:3 en artikel 6:6:23 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[de veroordeelde] ,
geboren op [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
hierna te noemen: de veroordeelde,
bijgestaan door mr. J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede.

1.Het verloop van de procedure

Op 9 juli 2025 heeft de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging van 15 dagen vervangende hechtenis bevolen, omdat de veroordeelde de taakstraf niet binnen de daartoe gestelde termijn heeft verricht. De kennisgeving daarvan, met originele verzenddatum 9 juli 2025, is op 31 juli 2025 aan de veroordeelde in persoon uitgereikt.
Het bezwaarschrift tegen dat bevel is gedateerd 4 augustus 2025 en op diezelfde dag op de griffie van de rechtbank Overijssel, zittingslocatie Almelo, ontvangen. Het bezwaarschrift is namens de veroordeelde ingediend door mr. J.B.A. Kalk.
Het bezwaarschrift is behandeld op de openbare terechtzitting van 3 september 2025. Bij de behandeling zijn de officier van justitie en de raadsman gehoord. De veroordeelde is ter zitting verschenen en heeft tijdens de behandeling van het reclasseringsrapport de zittingszaal voortijdig verlaten.
De politierechter heeft kennisgenomen van de door de advocaat-generaal overgelegde relevante stukken met betrekking tot de strafzaak waarin de taakstraf is opgelegd of ten uitvoer is gelegd en de stukken die betrekking hebben op de omzetting van de taakstraf in vervangende hechtenis, waartegen het bezwaarschrift is gericht.

2.De ontvankelijkheid

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend. De politierechter stelt vast dat de veroordeelde ook overigens ontvankelijk is in zijn bezwaar.

3.De standpunten van de verdediging en de officier van justitie

Standpunt verdediging
De raadsman heeft namens veroordeelde bezwaar gemaakt tegen de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Er is sprake van miscommunicatie met de reclassering. Vanwege gezondheidsproblemen is het voor veroordeelde niet haalbaar gebleken om de taakstraf buiten [plaats] uit te voeren. Veroordeelde wil de taakstraf alsnog graag uitvoeren. Daar komt bij dat de steeds slechter wordende gezondheid van veroordeelde het ondergaan van de vervangende hechtenis in de weg staat. De raadsman heeft primair verzocht het bezwaarschrift gegrond te verklaren. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de behandeling van het bezwaarschrift aan te houden, teneinde de reclassering nader te kunnen horen over het advies.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift, omdat de reclassering de veroordeelde meer dan voldoende kansen heeft geboden om de taakstraf te verrichten. Er is geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van het reclasseringsrapport.

4.De beoordeling

Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting stelt de politierechter het volgende vast.
De veroordeelde is bij onherroepelijk geworden arrest van de enkelvoudige strafkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, van 7 maart 2025, op tegenspraak veroordeeld tot onder meer een taakstraf voor de duur van 30 uren. Daarbij is bepaald dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur 15 dagen. Uit de stukken is gebleken dat de veroordeelde de taakstraf in zijn geheel niet heeft verricht. Het resterende aantal uren van deze taakstraf bedraagt derhalve 30 uren, te vervangen door 15 dagen hechtenis.
De politierechter overweegt als volgt. De politierechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van het reclasseringsadvies en wijst daarom het verzoek tot aanhouding af. Veroordeelde heeft al een kans gekregen, nu aan hem geen (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals in eerste aanleg wél aan hem was opgelegd, maar een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf is opgelegd door het gerechtshof. Veroordeelde heeft deze kans tot het uitvoeren van de taakstraf niet aangegrepen. Uit het reclasseringsadvies volgt dat veroordeelde tijdens het intakegesprek heeft aangegeven dat hij zich vanwege lichamelijke klachten niet in staat achtte om een taakstraf uit te voeren. Aan veroordeelde zijn vervolgens verschillende opties voorgelegd, om de taakstraf alsnog uit te kunnen voeren. Veroordeelde bleef bij het standpunt dat hij niet in staat was om ergens naartoe te gaan, ongeacht de nabijheid van de werkplek. De reclassering heeft veroordeelde vervolgens bedenktijd gegeven, maar ook na deze bedenktijd bleef veroordeelde bij zijn standpunt. Het is geheel en al aan veroordeelde zelf te wijten dat de taakstraf als mislukt is teruggestuurd naar de officier van justitie. Hij heeft hier bovendien – zo volgt uit het reclasseringsrapport – na de bedenktijd zelf toe verzocht. Tijdens de bespreking van het verloop van de taakstraf ter raadkamerzitting raakte veroordeelde zeer gefrustreerd, waarna hij zich op grensoverschrijdende wijze heeft uitgelaten jegens de aanwezigen en vervolgens de zaal heeft verlaten. Nog daargelaten dat de terugmelding van de reclassering al geen enkele ruimte laat voor een herkansing tot het verrichten van de taakstraf, heeft veroordeelde met zijn gedrag vandaag ter zitting nog eens onderstreept dat een eventuele herkansing tot het verrichten van de taakstraf tot mislukken gedoemd is.
Verder is naar het oordeel van de politierechter niet gebleken van omstandigheden die in de weg zouden staan aan het ondergaan van de vervangende hechtenis. De politierechter is daarom van oordeel dat de beslissing van de officier van justitie om de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen niet gewijzigd hoeft te worden. Het bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard.

5.De beslissing

De politierechter:
-
wijsthet verzoek tot aanhouding
af;
- verklaart het bezwaarschrift
ongegrond.
Deze beslissing is genomen door mr. B.W.M. Hendriks, politierechter, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2025.