ECLI:NL:RBOVE:2025:5407

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
3 september 2025
Zaaknummer
ak_24_4456
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering handhavend optreden tegen vestiging forensisch psychiatrische afdeling bij psychiatrisch ziekenhuis

In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 3 september 2025, wordt het beroep van [eiser] tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Deventer om handhavend op te treden tegen de vestiging van een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) in het Rielerenkgebouw in Schalkhaar behandeld. [eiser] betoogt dat de FPA niet past binnen de bestemming 'ziekenhuis' zoals vastgelegd in het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat de FPA, die patiënten met een forensische achtergrond behandelt, wel degelijk onder de bestemming 'ziekenhuis' valt. De rechtbank stelt vast dat het college op goede gronden heeft geoordeeld dat de realisatie van de FPA niet in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank wijst erop dat de zorg voor forensisch psychiatrische patiënten vergelijkbaar is met die van andere psychiatrische patiënten en dat er geen extra veiligheidsmaatregelen nodig zijn. Het beroep van [eiser] wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en het college het handhavingsverzoek terecht heeft afgewezen. [eiser] krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/4456

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats]

(gemachtigde: [gemachtigde 1]),
en

het college van burgemeester en wethouders van Deventer

(gemachtigde: [gemachtigde 2]).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Stichting Dimence Groep uit Deventer
(gemachtigde: mr. M.H. Blokvoort).
Deze partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als [eiser], het college en Dimence.

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van het verzoek om handhaving van [eiser] in verband met de ontwikkeling van een Forensisch Psychiatrische Afdeling in het Rielerenkgebouw in Schalkhaar. [eiser] meent dat dit niet past binnen het bestemmingsplan. Hij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of het college het handhavingsverzoek van [eiser] heeft kunnen afwijzen.
1.1.
De rechtbank komt tot het oordeel dat een forensisch psychiatrische afdeling past binnen de bestemming “ziekenhuis” en dat het college het handhavingsverzoek van [eiser] daarom op goede gronden heeft afgewezen. [eiser] krijgt dus geen gelijk en het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Inleiding en procesverloop

2. [eiser] heeft op 5 maart 2024 het college een brief gestuurd met betrekking tot het gebouw aan de Nico Bolkesteinlaan 65 in Schalkhaar (hierna: de Rielerenk), naast het Deventer Ziekenhuis. [eiser] woont hier vlakbij. [eiser] wijst op de plannen van Dimence om in de Rielerenk een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) te realiseren en betwijfelt of dit strookt met de bestemming op grond van het bestemmingsplan. [eiser] verzoekt het college daarom om na te gaan of er sprake is van strijd met het bestemmingsplan of met een vergunning en, voor zover nodig, over te gaan tot (preventieve) handhaving.
2.1.
Dimence heeft op 3 april 2024 op het verzoek van [eiser] gereageerd met een zienswijze.
2.2.
Het college heeft met het besluit van 30 mei 2024 geweigerd om handhavend op te treden. Op de locatie geldt op grond van het geldende bestemmingsplan de bestemming “ziekenhuis”. Omdat dit niet is gedefinieerd in het bestemmingsplan, sluit het college aan bij het normaal spraakgebruik. Volgens het college past een FPA binnen de bestemming “ziekenhuis”.
2.3.
[eiser] heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
2.4.
Het college heeft met het bestreden besluit van 14 november 2024 het bezwaar van [eiser] ongegrond verklaard. Het college is daarmee bij de afwijzing van het handhavingsverzoek gebleven.
2.5.
[eiser] heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.6.
Dimence heeft schriftelijk gereageerd op het beroep.
2.7.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.8.
De rechtbank heeft het beroep op 22 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [eiser], de gemachtigde van [eiser], de gemachtigde van het college, de gemachtigde van Dimence en D. Dijkslag namens Dimence.

Beoordeling door de rechtbank

Vaststaande feiten en omstandigheden
3. De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden, nu die tussen partijen niet in geschil zijn.
3.1.
De Rielerenk is een psychiatrische kliniek, met op dit moment vijf klinische afdelingen, te weten: een afdeling voor ouderen, een afdeling voor verslavingszorg, een afdeling voor spoed medium care en twee afdelingen voor high intensive care.
3.2.
Dimence is bezig met een interne verbouwing, waarbij zij één van de afdelingen voor high intensive care gereed wil maken als FPA, voor patiënten die behandeling krijgen op basis van een zorgmachtiging ingevolge de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en voor patiënten die worden behandeld op basis van de Wet forensische zorg (Wfz).
3.3.
Op de locatie van de Rielerenk geldt het Omgevingsplan “
Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel C”. Op deze locatie geldt de bestemming “ziekenhuis”. Het Omgevingsplan kent geen definitie voor de bestemming ziekenhuis.
Standpunten van partijen
4. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de realisatie van een FPA past binnen de bestemming “ziekenhuis”. Voor de uitleg van de bestemming “ziekenhuis” heeft het college aansluiting gezocht bij de omschrijving in (de gratis online versie van) het Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse taal. Op basis daarvan hanteert het college de volgende definitie:
“instelling voor het verplegen van zieken”. Daarin wordt geen onderscheid gemaakt tussen ziekten van de geest of lichamelijke ziekten. Ook wordt de behandeling van personen met een forensische achtergrond niet uitgesloten. Daarom acht het college het behandelen van personen met een forensische achtergrond toegestaan op deze locatie. In de betaalde online versie van het Van Dale Groot Woordenboek staat een uitgebreidere definitie van het begrip ‘ziekenhuis’, namelijk
“instelling voor onderzoek, behandeling en verpleging van zieken en het gebouw daarvan”.Van Dale noemt expliciet dat er algemene, academische, universitaire en psychiatrische ziekenhuizen zijn. Het college stelt zich op het standpunt dat het gebruik van de Rielerenk als FPA ook onder deze definitie valt en dat zij terecht het verzoek om handhaving van [eiser] heeft afgewezen.
5. [eiser] voert aan dat het college zijn verzoek om handhaving ten onrechte heeft afgewezen. Volgens [eiser] past een FPA niet binnen de bestemming “ziekenhuis”, gelet op de forensische achtergrond van de patiënten. Dat brengt bijzondere risico’s met zich mee. Volgens [eiser] is de aard van het verblijf niet vergelijkbaar met een ziekenhuis, is de ruimtelijke uitstraling van een FPA wezenlijk anders dan die van een ziekenhuis, is bij een FPA sprake van een andere bekostigingsstructuur en is sprake van een ander wettelijk kader. Ook hebben de locaties van andere FPA’s in het land een meer algemene, maatschappelijke bestemming op grond van het bestemmingsplan. Dat wijst er allemaal op dat onder de definitie van een ziekenhuis in het normaal spraakgebruik niet een FPA wordt verstaan. [eiser] meent verder dat het college meer gewicht had moeten toekennen aan de gevolgen voor het woon- en leefklimaat (sociale veiligheid) en de openbare orde. De impact van het gebruik als FPA op de sociale veiligheid en openbare orde is groter dan die van een regulier ziekenhuis. [eiser] wijst in dit verband naar twee incidenten die zich (recent) hebben voorgedaan in de buurt van de FPA te Den Dolder. [eiser] wijst verder op de omstandigheid dat het college de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een nabijgelegen Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) van Dimence heeft afgewezen en stelt dat het college in zoverre niet consistent is.
Beoordeling door de rechtbank
6. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat het psychiatrische ziekenhuis Rielerenk in haar huidige vorm – zonder FPA – valt onder de bestemming “ziekenhuis”. Partijen zijn verdeeld over de vraag of de omstandigheid dat op de FPA patiënten met een forensische achtergrond zullen worden behandeld, leidt tot strijdigheid met de geldende bestemming “ziekenhuis”. De rechtbank moet dan ook beoordelen of het college terecht en op goede gronden heeft gesteld dat de toekomstige FPA past binnen de geldende bestemming “ziekenhuis” en of het college om die reden het verzoek om handhaving op goede gronden heeft afgewezen.
6.1.
De bestemming “ziekenhuis” is in de planregels of in de plantoelichting niet nader gedefinieerd. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State [1] kan voor de betekenis van een begrip, bij gebrek aan aanknopingspunten in het bestemmingsplan en de plantoelichting, voor de wijze waarop een in een bestemmingsplan opgenomen begrip moet worden uitgelegd, aansluiting worden gezocht bij wat in het algemeen spraakgebruik daaronder wordt verstaan. Daarbij mag de betekenis zoals deze in het “Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal” (Van Dale) is gegeven worden betrokken. De Van Dale omschrijft een ziekenhuis als een
instelling voor onderzoek, behandeling en verpleging van zieken en het gebouw daarvan. Verder wordt als toelichting onder meer genoemd
een algemeen, een academisch, een universitair ziekenhuis; psychiatrisch ziekenhuis.
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat het college zich op goede gronden op het standpunt heeft kunnen stellen dat de Rielerenk, ook als daar een FPA is gerealiseerd, nog onder de bestemming “ziekenhuis” valt. Op de FPA is immers sprake van onderzoek, behandeling en verpleging van (psychisch) zieken. De enkele omstandigheid dat sprake is van zieken met een forensische achtergrond, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de FPA daardoor niet meer aan de bestemming “ziekenhuis” voldoet. In dat kader is relevant dat ten opzichte van de huidige situatie (waarbij sprake is van een high intensive care-afdeling) geen extra veiligheidsmaatregelen aan het gebouw of aan het terrein worden getroffen, behoudens raamfolie en een 24-uurspost met zicht op de toegangsdeur. Dit wijst erop dat de zorg die de forensisch psychiatrische patiënten hebben zeer vergelijkbaar is met de zorg die de andere psychiatrische patiënten in de Rielerenk krijgen. Dat bij forensische patiënten sprake is van een andere bekostigingsstructuur en een ander wettelijk kader, maakt dit niet anders. Dit maakt de functie van het gebouw op zich niet veel anders en is niet relevant voor het antwoord op de vraag wat in het algemeen spraakgebruik wordt verstaan onder het begrip ziekenhuis. Verder is het ook niet doorslaggevend dat de locaties van andere FPA’s in het land een bredere, maatschappelijke bestemming hebben in het bestemmings- of omgevingsplan. Dat sluit immers niet uit dat een FPA ook binnen de bestemming “ziekenhuis” kan vallen.
6.3.
Voor zover [eiser] de vergelijking heeft gemaakt met de afwijzing van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een FPK, is de rechtbank van oordeel dat het college ter zitting voldoende heeft toegelicht hoe dit verschil kan worden verklaard. Er is immers sprake van een andere locatie met een andere bestemming, die wel is gedefinieerd in het Omgevingsplan en waarbij de FPK niet binnen de geldende bestemming past. Het college heeft bij die beoordeling dus, anders dan bij de beoordeling of de FPA binnen de bestemming “ziekenhuis” past, beoordeeld of er aanleiding bestond om af te wijken van het bestemmingsplan en daarbij andere relevante aspecten betrokken. Nu sprake is van een ander toetsingskader, heeft het college hierin geen aanleiding hoeven zien voor het standpunt dat de realisatie van een FPA in de Rielerenk ook niet passend zou zijn binnen de bestemming “ziekenhuis”.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat [eiser] geen gelijk krijgt en het college het handhavingsverzoek van [eiser] op goede gronden heeft afgewezen. [eiser] krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Koster, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Diele, griffier, uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 21 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2401, of van 23 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1318.