Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WONINGSTICHTING DOMIJN,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling
135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert de woningstichting Domijn de ontruiming van een huurwoning in verband met ernstige incidenten die zich hebben voorgedaan met de huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder heeft herhaaldelijk medewerkers van Domijn geïntimideerd, beledigd, bedreigd en zelfs mishandeld. De procedure begon met een dagvaarding op 8 januari 2025, waarin Domijn een voorlopige voorziening vroeg. De zitting vond plaats op 21 januari 2025, waarbij Domijn vertegenwoordigd was door haar gemachtigde, mr. S. Goriya. De gedaagde partij was niet verschenen, waardoor verstek werd verleend.
De feiten tonen aan dat de huurder vanaf september 2024 betrokken was bij een reeks incidenten, waaronder een ernstige lekkage in de woning die hij niet adequaat had verholpen. Na meerdere pogingen van Domijn om contact op te nemen, werd de brandweer ingeschakeld om de woning te openen. De huurder vertoonde ongewenst gedrag tijdens zijn bezoeken aan het kantoor van Domijn, waarbij hij medewerkers intimideerde en zelfs fysiek geweld gebruikte. Dit leidde tot een strafrechtelijke veroordeling van de huurder door het Openbaar Ministerie.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Domijn om de huurder te veroordelen tot ontruiming van de woning niet onrechtmatig of ongegrond was. De rechter wees de vordering toe, waarbij de huurder werd veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en de proceskosten te vergoeden. De totale kosten werden begroot op € 1208,45, inclusief wettelijke rente indien deze niet tijdig werd voldaan. Het vonnis werd uitgesproken door mr. U. van Houten op 23 januari 2025.