ECLI:NL:RBOVE:2025:5200
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 14 augustus 2025, wordt het verzet van de opposant behandeld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn beroep door de rechtbank op 8 mei 2025. De rechtbank had het beroep niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de opposant het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet tijdig had betaald. De opposant was niet aanwezig op de zitting van 29 juli 2025, waar het verzet werd behandeld, en ook de verweerder, de Raad voor Rechtsbijstand, was niet vertegenwoordigd.
De rechtbank beoordeelt in deze uitspraak of de eerdere beslissing om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren terecht was. De rechtbank concludeert dat de opposant in verzuim is geweest door het griffierecht niet op tijd te betalen. De rechtbank wijst erop dat de opposant meerdere keren is gewezen op de betalingsverplichting en dat hij niet heeft aangetoond dat hij het griffierecht niet kon betalen. De rechtbank stelt vast dat de opposant in andere zaken wel het griffierecht heeft betaald, wat zijn stelling dat hij slechts € 51,- verschuldigd zou zijn, ondermijnt.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak wordt openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.