ECLI:NL:RBOVE:2025:5159

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 augustus 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
11685537 \ CV EXPL 25-1448
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van eigen bijdragen vanuit de Regeling opvang ontheemden Oekraïne door Gemeente Apeldoorn

In deze zaak vordert de Gemeente Apeldoorn betaling van eigen bijdragen die verschuldigd zijn op basis van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO). De eigen bijdrage betreft kosten voor gas, water, elektra en catering. De gedaagde heeft deze bijdragen, ondanks meerdere aanmaningen, niet betaald. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat hij de eigen bijdragen niet verschuldigd is, omdat hij door gezondheidsproblemen, waaronder ziekte en depressieve klachten, niet in staat was om te betalen. De Gemeente Apeldoorn heeft in haar conclusie van repliek aangegeven dat zij de situatie van de gedaagde betreurt, maar dat deze omstandigheden geen reden zijn om de vordering niet te handhaven. De Gemeente stelt dat de eigen bijdrage vaststaat en dat de gedaagde geen gebruik heeft gemaakt van bestuursrechtelijke rechtsmiddelen om tegen het besluit op te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eigen bijdrage is opgelegd bij beschikking van 1 november 2024 en dat de gedaagde hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de vordering van de Gemeente Apeldoorn niet onrechtmatig of ongegrond is en wijst de vordering toe. Daarnaast wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter op 5 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11685537 \ CV EXPL 25-1448
Vonnis van 5 augustus 2025
in de zaak van
GEMEENTE APELDOORN,
te Apeldoorn,
eisende partij,
hierna te noemen: Gemeente Apeldoorn,
gemachtigde: mr. G.E. Hamer,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
- waarna [gedaagde] niet meer heeft gereageerd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Gemeente Apeldoorn vordert - samengevat - betaling van de eigen bijdragen die verschuldigd zijn vanuit de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO). De eigen bijdrage ziet op een bijdrage voor gas, water, elektra en voor catering. [gedaagde] heeft deze bijdragen, ondanks aanmaningen, tot op heden niet betaald.
2.2.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de vordering. Hij stelt dat hij de gevorderde eigen bijdragen niet verschuldigd is. Volgens hem is hij daartoe niet in staat geweest, omdat hij gedurende de betreffende periode te kampen had met gezondheidsproblemen, waaronder ziekte en depressieve klachten. Hierdoor is hij gestopt met werken.
2.3.
In reactie op het verweer van [gedaagde] heeft de Gemeente Apeldoorn in haar conclusie van repliek laten weten dat zij de medische situatie van [gedaagde] betreurt, maar dat deze omstandigheden volgens haar geen reden vormen om de gevorderde bedragen niet te voldoen. De Gemeente Apeldoorn stelt dat de eigen bijdrage vaststaat en dat [gedaagde] geen gebruik heeft gemaakt van de bestuursrechtelijke rechtsmiddelen, zoals bezwaar of beroep, om tegen het betreffende besluit op te komen. Om die reden ziet de Gemeente Apeldoorn geen aanleiding om van de vordering af te zien en handhaaft zij haar vordering.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Vaststaat dat de eigen bijdrage is opgelegd bij beschikking van 1 november 2024. [gedaagde] heeft tegen deze beschikking geen bezwaar gemaakt. Eventuele wijzigingen in zijn persoonlijke of financiële situatie die van invloed konden zijn op de hoogte van de eigen bijdrage, had hij binnen veertien dagen na het besluit aan de Gemeente Apeldoorn moeten doorgeven Het besluit kan niet meer worden aangevochten bij de civiele rechter, waardoor de eigen bijdrage vaststaat.
3.2.
[gedaagde] heeft, afgezien van zijn beroep op persoonlijke omstandigheden, geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vordering. Voor zover sprake was van relevante wijzigingen in zijn situatie, had het op zijn weg gelegen om deze tijdig aan de Gemeente Apeldoorn door te geven. Nu dit is nagelaten en er verder geen gronden zijn aangevoerd die de vordering kunnen weerleggen, acht de rechtbank de vordering niet onrechtmatig of ongegrond. De vordering zal dan ook worden toegewezen zoals gevorderd.
3.3.
De Gemeente Apeldoorn vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding is in overeenstemming met het tarief in het Besluit en is daarom redelijk. Daarom zal een bedrag van € 254,03 worden toegewezen.
3.4.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Gemeente Apeldoorn worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
146,14
- griffierecht
385,00
- salaris gemachtigde
306,00
(1,5 punt × € 204,00)
- nakosten
102,00
Totaal
939,14.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Gemeente Apeldoorn te betalen een bedrag van € 1.399,62,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan de Gemeente Apeldoorn, tegen behoorlijke bewijs van kwijting, te betalen de lopende termijnen (inclusief indexering) vanaf 1 februari 2025 te voldoen tot aan het einde van de verplichting,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Gemeente Apeldoorn te betalen een bedrag van € 254,03 aan buitengerechtelijke kosten,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 939,14 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2025. (jb)