Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
en/ofdat hij door (dreiging met) geweld geld van die [slachtoffer] heeft gestolen.
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het medeplegen van opzettelijk wederrechtelijk iemand van de vrijheid beroven.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
het medeplegen van opzettelijk wederrechtelijk iemand van de vrijheid beroven;
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 19.397,55, (zegge: negentienduizend driehonderdzevenennegentig euro en vijfenvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 april 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 131 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;