ECLI:NL:RBOVE:2025:4933

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 juli 2025
Publicatiedatum
25 juli 2025
Zaaknummer
11517515 \ CV EXPL 25-360
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van koopovereenkomst van een elektrische scooter

In deze zaak heeft de eiser een elektrische scooter gekocht van gedaagde 1. Na de aflevering van de scooter constateert de eiser gebreken en vordert ontbinding van de koopovereenkomst, waarbij zowel gedaagde 1 als gedaagde 2 zijn gedagvaard. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde 2 geen partij is bij de koopovereenkomst en dat de eiser niet bevoegd is tot ontbinding, omdat er geen sprake is van een tekortkoming en gedaagde 1 niet in verzuim is. De kantonrechter wijst de vorderingen af. De procedure omvat een dagvaarding, een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen aangegeven in overleg te willen gaan, maar de eiser heeft uiteindelijk verzocht om vonnis. De feiten tonen aan dat de eiser in september 2021 de scooter heeft gekocht, die in november 2021 is geleverd. De eiser heeft gebreken gemeld, maar de kantonrechter concludeert dat deze gebreken geen tekortkomingen zijn die ontbinding rechtvaardigen. De kantonrechter wijst de vorderingen van de eiser af en veroordeelt haar in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11517515 \ CV EXPL 25-360
Vonnis van 22 juli 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. M.A. Knobben,
procederend met een toevoeging, afgegeven onder nummer [nummer],
tegen

1.de besloten vennootschap [gedaagde 1] B.V.,

gevestigd in [vestigingsplaats 1],
hierna te noemen: [gedaagde 1],
2. de besloten vennootschap
[gedaagde 2] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats 2],
hierna te noemen: [gedaagde 2],
gedaagde partijen,
gemachtigde: [gemachtigde].

1.Waar deze zaak over gaat

[eiser] heeft een elektrische scooter gekocht van [gedaagde 1]. Na aflevering van de scooter constateert [eiser] gebreken. [eiser] vordert ontbinding van de koopovereenkomst en dagvaart zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2]. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde 2] geen partij is bij de koopovereenkomst. De kantonrechter is verder van oordeel dat [eiser] niet bevoegd is over te gaan tot ontbinding, omdat er geen sprake is van een tekortkoming en [gedaagde 1] niet in verzuim is. De kantonrechter wijst de vorderingen af.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, uitgebracht op 14 januari 2025,
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 3 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen laten weten met elkaar in overleg te willen gaan. In de e-mail van 11 juni 2025 van de gemachtigde van eiseres in de kantonrechter verzocht vonnis te wijzen.
2.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft in september 2021 een elektrische scooter op de website van [gedaagde 1] gekocht inclusief drie onderhoudsbeurten in een [gedaagde 1] winkel. De scooter is in november 2021 geleverd.
3.2.
In april 2022 vond de eerste onderhoudsbeurt aan de scooter bij de winkel van [gedaagde 2] plaats.
3.3.
In mei 2022 heeft [eiser] per e-mail aan [gedaagde 1] gemeld dat kort na de levering de schakelaars, zoals de lichtschakelaar, het knipperlicht en de achteruit schakelaar, niet goed werkten en dat het achterwiel aanliep. Daarnaast stelt [eiser] in deze e-mail dat de actieradius van de accu niet de aangeprezen zestig kilometer haalt en dat het aanlopen van het achterwiel is overgegaan in getik.
3.4.
[eiser] heeft in januari 2024 per brief de koopovereenkomst met [gedaagde 1] buitengerechtelijk ontbonden.
3.5.
[eiser] heeft in maart 2024 [gedaagde 1] per e-mail gesommeerd de koopprijs en extra kosten die [eiser] heeft gemaakt binnen zeven dagen te betalen. Als [gedaagde 1] niet zou betalen, dan zou [eiser] een procedure starten. [gedaagde 1] heeft niet betaald.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert (samengevat) primair een verklaring voor recht dat zij de koopovereenkomst met [gedaagde 1] of [gedaagde 2] buitengerechtelijk heeft ontbonden dan wel ontbinding van de koopovereenkomst en subsidiair vernietiging van de koopovereenkomst vanwege dwaling. Ook vordert [eiser] veroordeling van [gedaagde 1] of [gedaagde 2] in de proceskosten.
4.2.
[gedaagde 1] voert verweer. [gedaagde 2] voert ook verweer inhoudend niet-ontvankelijkheid van [eiser] in haar vorderingen.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak gaat het om de vragen of [eiser] bevoegd is of was om de koopovereenkomst met [gedaagde 1] of [gedaagde 2] te ontbinden en of de koopovereenkomst vanwege dwaling kan worden vernietigd. Eerst zal het verweer van [gedaagde 2] worden beoordeeld. Vervolgens zal het juridisch kader van ontbinding uiteen worden gezet. Dan zal inhoudelijk worden beoordeeld of de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden of alsnog kan worden ontbonden. Tot slot zal (indien nodig) beoordeeld worden of sprake is geweest van dwaling.
De vorderingen tegen [gedaagde 2] worden afgewezen
5.2.
Volgens [gedaagde 2] heeft zij geen koopovereenkomst gesloten met [eiser], maar heeft [gedaagde 1] dit gedaan. [eiser] heeft aangegeven dat zij [gedaagde 2] heeft gedagvaard, omdat het onderhoud aan haar scooter bij deze winkel heeft plaatsgevonden. [eiser] refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] de koopovereenkomst met [gedaagde 1] heeft gesloten en niet met [gedaagde 2]. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat beide partijen het hierover eens zijn. De kantonrechter wijst de vorderingen tegen [gedaagde 2] af. De kantonrechter zal hierna de vorderingen van [eiser] tegen [gedaagde 1] inhoudelijk beoordelen.
Juridisch beoordelingskader ontbinding
5.4.
Voor ontbinding is vereist dat [gedaagde 1] is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en dat de tekortkoming ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigt (artikel 6:265 lid 1 Burgerlijk Wetboek, hierna: BW). De bevoegdheid om te ontbinden ontstaat pas als [gedaagde 1] in verzuim is (artikel 6:265 lid 2 BW).
5.5.
Tussen [eiser] en [gedaagde 1] is sprake van consumentenkoop, waardoor de regels van Boek 7 Titel 1 BW van toepassing zijn. Volgens deze regels is sprake van een tekortkoming als de zaak niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. [eiser] mag in ieder geval verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor normaal gebruik nodig zijn en waarvan zij de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen, en de eigenschappen die nodig zijn voor bijzonder gebruik als dat bij de overeenkomst is voorzien (artikel 7:17 lid 2 BW). De kantonrechter zal hierna per gesteld gebrek beoordelen of sprake is van een tekortkoming en, als dat het geval is, of aan de overige vereisten voor ontbinding is voldaan.
De verminderde actieradius is geen tekortkoming
5.6.
De kantonrechter is van oordeel dat de verminderde actieradius geen tekortkoming is. [gedaagde 1] heeft aangevoerd dat zestig kilometer alleen te behalen is onder ideale omstandigheden, zoals rijden op een vlak wegdek, rijden van lange afstanden waarbij weinig hoeft te worden opgetrokken en goed oplaadgebruik van de accu door deze niet helemaal leeg te laten lopen. Ook heeft [gedaagde 1] aangegeven dat de actieradius vermindert door tijdsverloop, door het gebruik van een windscherm op de scooter, zoals bij [eiser] het geval is, en door met een passagier op de scooter te rijden vanwege het extra gewicht. Het is dus te verwachten dat de actieradius van de scooter geen zestig kilometer haalt. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat ze desondanks mocht verwachten dat ze zestig kilometer op de scooter kon rijden, ook al was dit bij aankoop van de scooter expliciet aangegeven.
5.7.
Daar komt nog het volgende bij. Volgens [gedaagde 1] heeft zij bij de eerste onderhoudsbeurt [eiser] het advies gegeven een tweede accu aan te schaffen als zij met een passagier op de scooter wilde blijven rijden. Volgens [eiser] is bij deze onderhoudsbeurt niets besproken over de actieradius en rijdt zij niet met een passagier op de scooter. Wel zijn partijen het erover eens dat [eiser] bij deze onderhoudsbeurt een tweede accu heeft aangeschaft en betaald. Als [eiser] vond dat de verminderde actieradius een tekortkoming opleverde, dan was naar het oordeel van de kantonrechter te verwachten dat [eiser] de tweede accu juist niet had betaald.
Het aanlopend achterwiel en tikkend geluid is geen tekortkoming en [gedaagde 1] is niet in verzuim
5.8.
De kantonrechter is van oordeel dat het aanlopend achterwiel en het tikkend geluid wat hieruit voortkomt geen tekortkoming is. [eiser] heeft, na de gemotiveerde betwisting van [gedaagde 1], onvoldoende onderbouwd waarom zij dit gebrek niet mocht verwachten. Volgens [gedaagde 1] zit de oorzaak van het probleem in het onderhoud van de scooter. [gedaagde 1] heeft bij de eerste onderhoudsbeurt geconstateerd dat de oorzaak van het aanlopend achterwiel zandophoping is en dat het tikkend geluid kwam doordat er zand tussen de remblokjes terecht was gekomen. [gedaagde 1] heeft [eiser] vervolgens het advies gegeven om het achterwiel tijdig schoon te maken. Tijdens de mondelinge behandeling is niet duidelijk geworden of het probleem door het opvolgen van het advies van [gedaagde 1] is verholpen of niet. [eiser] heeft hierover tijdens de mondelinge behandeling niet kunnen verklaren, omdat alleen de gemachtigde van [eiser] aanwezig was om een toelichting te geven en niet [eiser] zelf. Dit komt voor risico van [eiser].
5.9.
Mocht het achterwiel nog steeds aanlopen of een tikkend geluid hoorbaar zijn nadat [eiser] het advies van [gedaagde 1] heeft opgevolgd, dan is de kantonrechter van oordeel dat [eiser] niet bevoegd is en was om de koopovereenkomst te ontbinden. [eiser] heeft namelijk onvoldoende onderbouwd dat zij [gedaagde 1] in gebreke heeft gesteld over deze tekortkoming of dat [gedaagde 1] op een andere manier in verzuim is geraakt.
De niet functionerende schakelaars zijn geen tekortkoming
5.10.
De kantonrechter is van oordeel dat de schakelaars die niet functioneerden geen tekortkoming zijn, omdat dit is hersteld. [gedaagde 1] heeft dit probleem tijdens de eerste onderhoudsbeurt verholpen. [eiser] heeft dit erkend. Dit probleem is dus verholpen voordat [eiser] kenbaar maakte de koopovereenkomst buitengerechtelijk te willen ontbinden.
[eiser] was en is niet bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden
5.11.
Aangezien de gestelde gebreken door [eiser] geen tekortkoming opleveren en [gedaagde 1] in ieder geval in verzuim is ten aanzien van het aanlopend achterwiel en tikkend geluid, was [eiser] niet bevoegd de koopovereenkomst in januari 2024 buitengerechtelijk te ontbinden. De buitengerechtelijke ontbinding heeft hierdoor geen effect gehad en de koopovereenkomst is niet ontbonden. Ook is [eiser] niet bevoegd de koopovereenkomst gerechtelijk te ontbinden vanwege dezelfde redenen. De kantonrechter wijst de primaire vordering dus af.
De koopovereenkomst kan niet worden vernietigd vanwege dwaling
5.12.
Doordat de kantonrechter de primaire vordering heeft afgewezen, komt hij toe aan beoordeling van de secundaire vordering van vernietiging van de koopovereenkomst vanwege dwaling. Van dwaling is sprake als de overeenkomst onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten (artikel 6:228 lid 1 BW). Volgens [eiser] is de scooter ongeschikt om mee deel te nemen aan het verkeer en had zij, als zij dit had geweten, de scooter niet gekocht.
5.13.
De kantonrechter wijst ook deze vordering af, omdat [eiser] onvoldoende heeft gesteld dat sprake is van dwaling. [eiser] heeft bijvoorbeeld niet gesteld welke eigenschappen zij aan de scooter miste om deel te nemen aan het verkeer en op welke manier de scooter ongeschikt was waarvoor zij de scooter wilde gebruiken.
Proceskosten
5.14.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde 1] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
813,00

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser] tegen [gedaagde 2] en [gedaagde 1] af,
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 813,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op
22 juli 2025.