ECLI:NL:RBOVE:2025:491

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
C/08/319770 / HA ZA 24-337
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van een reparatieovereenkomst en afgifte van administratie na aankoop van een Ferrari

In deze zaak heeft de eiser in 2005 een Ferrari 575M Super America F1 gekocht van gedaagde 1, die sindsdien ook het onderhoud heeft verzorgd. Na een ongeval in 2007 is de auto gerepareerd door gedaagde 2, een aan gedaagde 1 gelieerde onderneming. Zestien jaar later, bij de verkoop van de auto, ontdekte de eiser dat de gedaagden niet bevoegd waren om de reparatie uit te voeren en dat de auto als 'crashed car' geregistreerd stond bij Ferrari. De eiser vorderde vernietiging van de reparatieovereenkomst, terugbetaling van een deel van de reparatiekosten en schadevergoeding op basis van bedrog, dwaling of verborgen gebrek. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van dwaling, bedrog of een verborgen gebrek, en wees de meeste vorderingen van de eiser af. Wel werd de gedaagden veroordeeld tot afgifte van een uitdraai uit hun administratie met betrekking tot de auto.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/319770 / HA ZA 24-337
Vonnis van 29 januari 2025
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
advocaat: mr. H.J. Ligtenbarg,
tegen

1.[gedaagde 1] B.V.,

te [vestigingsplaats 1],
hierna te noemen: [gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2] B.V.,
te [vestigingsplaats 2],
hierna te noemen: [gedaagde 2],
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden]
advocaat: mr. E.J. Eijsberg,

1.Samenvatting

1.1.
[eiser] heeft in 2005 een auto van [gedaagde 1] gekocht en sindsdien bij haar in onderhoud gehad. Na een ongeval in 2007 is de auto gerepareerd door [gedaagde 2] (een aan [gedaagde 1] gelieerde onderneming). [eiser] stelt dat hij, toen hij de auto zestien jaar later wilde verkopen, erachter is gekomen dat [gedaagden] niet bevoegd waren om de auto te repareren en dat de auto nog als “crashed car” in het systeem van Ferrari geregistreerd staat. Daarnaast is hem gebleken dat hij een hoger bedrag voor de reparatie heeft betaald dan in de administratie van [gedaagden] is geregistreerd. Hij vordert vernietiging van de reparatieovereenkomst, terugbetaling van een deel van het bedrag dat hij voor de reparatie heeft betaald en schadevergoeding op grond van bedrog, dwaling of verborgen gebrek. Hij vordert ook afgifte van een uitdraai uit de administratie van [gedaagden] met daarop vermelding van alle meldingen over de auto aan Ferrari.
1.2.
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake geweest van dwaling, bedrog of een verborgen gebrek. De vorderingen van [eiser] worden grotendeels afgewezen. De gevorderde afgifte van de uitdraai uit de administratie wordt toegewezen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte overlegging producties
- de conclusie van antwoord met productie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de akte eisvermindering
- de akte eiswijziging met aanvullende productie
- de aanvullende productie van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 18 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de spreekaantekeningen van [eiser]
- de spreekaantekeningen van [gedaagden]
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde 1] is een officiële Ferrari dealer. [gedaagde 2] is enig aandeelhoudster van [gedaagde 1].
3.2.
Op 28 oktober 2005 heeft [eiser] de Ferrari 575M Super America F1 met voertuignummer [nummer] (hierna: de auto) van [gedaagde 1] gekocht voor € 239.580,00. De auto is sindsdien ook bij haar in onderhoud geweest.
3.3.
In 2007 heeft [eiser] een ongeval met de auto gehad. [gedaagde 2] (een onderneming die gelieerd is aan [gedaagde 1]) heeft reparatiewerkzaamheden aan de auto uitgevoerd en heeft de auto daarvoor meer dan een jaar onder zich gehad. Voor de reparatie is een bedrag van € 73.831,48 aan [eiser] in rekening gebracht. [eiser] heeft dat bedrag betaald.
3.4.
Op 19 april 2023 is de auto in opdracht van [eiser] getaxeerd. Daarbij is de waarde vastgesteld op een bedrag van € 420.000,00.
3.5.
In datzelfde jaar heeft [eiser] de auto te koop gezet. Een potentiële koper heeft verzocht om een uitdraai uit het systeem van Ferrari S.P.A. (hierna: Ferrari) over de auto. De potentiële koper heeft de informatie daaruit aan [eiser] doorgegeven. [eiser] kwam er toen achter dat de auto in het systeem van Ferrari als “crashed car” is geregistreerd.
3.6.
Op 21 december 2023 is [gedaagde 1] namens [eiser] gesommeerd om ervoor te zorgen dat de schade bij Ferrari wordt afgemeld en de code wordt verwijderd of om de auto voor € 420.000,00 over te nemen.
3.7.
Op 22 december 2023 heeft [gedaagde 1] per e-mail aan [eiser] medegedeeld dat [gedaagde 2] destijds geen erkende Ferrari schadehersteller was en dat alleen erkende Ferrari schadeherstellers de betreffende code kunnen verwijderen. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij op 22 december 2023 contact heeft opgenomen met Ferrari over het verwijderen van de code.
3.8.
Op 28 mei 2024 heeft [gedaagde 1] per e-mail aan Ferrari verklaard dat zij de auto hebben gerepareerd en gevraagd of de code verwijderd kan worden. Op diezelfde datum heeft Ferrari gereageerd dat de code “REP” (gerepareerd door een officiële bodyshop) voor altijd blijft staan en dat de auto dus in perfecte staat is.
3.9.
Op 4 september 2024 is namens Ferrari een e-mailbericht aan [eiser] gestuurd, waar onder meer het volgende in staat:
In aansluiting op onderstaande e-mail en ons daarop volgende telefoongesprek zend ik u bijgaand een volledige uitdraai uit het systeem van Ferrari. Dit is geen openbaar raadpleegbaar systeem, maar wordt door Ferrari en haar dealers louter voor interne doeleinden toegepast.
Ik licht dit nog als volgt toe:
-
In dit systeem worden verplicht alle technische interventies of issues opgenomen die kunnen leiden tot een uitgave aan d zijde van Ferrari (garantie, gratis klantenservice, recall, regres). Ferrari beschikt niet over een ov reen systeem waarin zij alle servicewerkzaamheden opneemt. Indien en voorzover deze wel door en dealer in het systeem worden opgenomen, gebeurt dat op vrijwillige basis.
-
In dit overzicht ziet u tweemaal de code INC, dat staat voor ‘crashed car’. De oorzaak voor deze herhaling is gelegen in het feit dat kennelijk in juni 20210 door uw client een additionele garantie is aangeschaft (Pow.Normal 1A(1)). Om deze in het systeem te kunnen noteren was het nodig eerst de codering INC te verwijderen. Ma na de registratie van de additionele garantie is de codering INC meteen weer teruggezet, omdat er nog geen melding was dat het voertuig gerepareerd was. Die melding (REP) is op 25 januari 2024 in het systeem genoteerd, waardoor de codering INC automatisch is verdwenen.
3.10.
In de registratie van Ferrari is onder meer het volgende opgenomen:
Codes Codes Description Start Date End Date
INC crashed car 2007-09-29 2010-05-31
INC crashed car 2010-07-22 2024-01-25
REP car fixed after accident 2024-01-25

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert samengevat en na wijziging van eis:
I. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot afgifte van een gewaarmerkte uitdraai uit de eigen administratie met daarop vermelding van alle registraties, meldingen en codes zoals die door hen met betrekking tot de auto aan Ferrari S.P.A. gemeld zijn (geweest),
II. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat zij in gebreke blijven te voldoen aan het onder I gevorderde, tot een maximum van € 1.000.000,00,
III. voor recht te verklaren dat de reparatieovereenkomst uit 2007/2008 tussen partijen is vernietigd, althans deze te vernietigen, wegens dwaling en/of bedrog,
IV. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 41.361,54, te vermeerderen met de wettelijke rente,
V. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil tussen de getaxeerde waarde van € 420.000,00 en de daadwerkelijk te realiseren verkoopopbrengst van de auto, te voldoen binnen vijf dagen na verkoop en levering van dit voertuig,
VI. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
Naar de mening van [eiser] heeft hij gedwaald bij het aangaan van de reparatieovereenkomst, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat [gedaagden] de kennis en kwalificaties hadden om de auto volgens de voorschriften van Ferrari te repareren. [eiser] stelt dat alleen een erkende bodyshop van Ferrari de reparatie aan de auto had mogen uitvoeren. [gedaagden] waren dat niet en hebben hem hier onjuist over ingelicht, althans hadden hem hierover moeten inlichten. Gevolg van het voorgaande is geweest dat de reparatie niet goed in het systeem van Ferrari verwerkt is. [eiser] beroept zich ook op bedrog aan de zijde van [gedaagden] Met onjuiste mededelingen over de bevoegdheid om reparaties aan de auto uit te voeren heeft [gedaagden] [eiser] bewogen om de auto te laten repareren. [gedaagden] hebben [eiser] ook bedrogen door hem te veel voor de reparatie te laten betalen. In de administratie van [gedaagden] is slechts € 32.469,94 voor de reparatie ingeboekt, terwijl aan [eiser] € 73.831,48 in rekening is gebracht. [eiser] stelt de reparatieovereenkomst daarom vernietigd te hebben op grond van dwaling en bedrog, zoals hiervoor omschreven. Daarnaast stelt hij dat er sprake is van een verborgen gebrek, omdat de reparatie niet correct geregistreerd is en de auto zestien jaar lang als schadevoertuig geregistreerd gestaan heeft. Hij vordert terugbetaling van het verschil tussen het bedrag dat hij voor de reparatie heeft betaald en het bedrag dat is ingeboekt. Voor verschuldigdheid van dat verschil, ter hoogte van € 41.361,54, bestaat namelijk geen enkele grondslag. Ook vordert hij schadevergoeding, bestaande uit het verschil tussen de getaxeerde waarde van € 420.000,00 en de daadwerkelijke verkoopopbrengst van de auto. De onjuiste registratie bij Ferrari drukt namelijk de waarde. De grondslag voor het vergoeden van de schade is te vinden in de noodzaak om hem na vernietiging van de reparatieovereenkomst te brengen in de situatie waarin hij zou hebben verkeerd zonder het bedrog of de dwaling dan wel in de gehoudenheid van [gedaagden] de schade te vergoeden die hij geleden heeft ten gevolge van het verborgen gebrek. Ten slotte stelt [eiser] dat hij belang heeft bij afgifte van een uitdraai van de historie en registraties van de auto uit de administratie van [gedaagden], omdat de auto anders niet verkoopbaar of veel minder waard is.
4.3.
[gedaagden] voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijkheid van [eiser], dan wel tot afwijzing van zijn vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Heeft [eiser] een vorderingsrecht?
5.1.
Onder verwijzing naar productie 1 (bij dagvaarding) en productie 7 (bij dagvaarding) merken [gedaagden] op dat [gedaagde 1] in 2005 de auto verkocht heeft aan [bedrijf] GmbH en niet aan [eiser]. [bedrijf] GmbH heeft ook in 2007 een reparatieovereenkomst met [gedaagde 2] gesloten. Aan [eiser] komt dan ook geen vorderingsrecht toe in deze zaak, aldus [gedaagden] [eiser] betwist dit. De rechtbank volgt [eiser] hier. In documenten die op de auto zien, bijvoorbeeld de registratie van de auto bij Ferrari, staat [eiser] als eigenaar vermeld en zoals [eiser] terecht aanvoert, volgt uit betalingen door [bedrijf] GmbH nog niet noodzakelijkerwijs dat deze vennootschap eigenares van de auto was. Bovendien staat op de factuur voor de reparatie geschreven:
“Fout! In privé overgenomen: niet op [bedrijf].”De rechtbank kan [eiser] dus in zijn vordering ontvangen.
Dwaling en/of bedrog
Juridisch kader
5.2.
Een overeenkomst die tot is stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar indien: a) de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten, of b) de wederpartij in verband met hetgeen zij over de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten. Dit staat in artikel 6:228 lid 1 sub a en b van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.3.
Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander beweegt tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling door een opzettelijk gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk verzwijgen van een feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen of door een andere kunstgreep. Dit staat in artikel 3:44 lid 3 BW.
Geen officiële bodyshop
5.4.
[eiser] stelt dat [gedaagden] geen officiële bodyshop van Ferrari waren op het moment van de reparatie en dat hij hierover heeft gedwaald en/of dat [gedaagden] hem hebben bedrogen. Volgens hem had alleen een door Ferrari erkende bodyshop de reparatie aan de auto mogen uitvoeren. [gedaagden] hoorden dit als Ferrari dealers te weten, maar hebben gedaan alsof zij gekwalificeerd waren om de auto te repareren, althans hadden hem moeten inlichten dat zij dat niet waren. Volgens [eiser] registreert Ferrari namelijk of werkzaamheden door een erkende partij zijn uitgevoerd en is deze registratie belangrijk voor de waarde van de auto. Als [eiser] had geweten dat [gedaagden] geen officiële bodyshop waren, had hij de auto niet door hen laten repareren. Aangezien [gedaagden] niet bevoegd waren om de auto te repareren, is de auto niet als hersteld afgemeld in het systeem van Ferrari. Inmiddels is geregistreerd dat de auto gerepareerd is, maar staat in het systeem dat de auto zestien jaar lang een “crashed car” was. [eiser] stelt dat de waarde van de auto daardoor aanzienlijk is verminderd en dat de koper die hij voor de auto had, is afgehaakt.
5.5.
[gedaagden] betwisten dat er sprake is van dwaling en/of bedrog. Volgens hen is iedere garage bevoegd om reparaties aan de auto uit te voeren en hebben zij zich niet voorgedaan als officiële bodyshop van Ferrari. Volgens [gedaagden] bestonden er in 2007 in het geheel nog geen officiële bodyshops en blijkt ook nergens uit dat [eiser] dacht dat zij dat waren. Toen Ferrari het concept van bodyshops heeft ingevoerd, zijn zij bovendien een officiële bodyshop geworden. Tijdens de mondelinge behandeling hebben [gedaagden] wel naar voren gebracht dat zij een door Ferrari erkende dealer en reparateur waren, maar dat een plicht of mogelijkheid om een reparatie te laten registeren bij Ferrari daar niet het gevolg van is.
5.6.
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van dwaling en/of bedrog. [eiser] heeft op de mondelinge behandeling namelijk verklaard dat hij, in de wetenschap dat [gedaagden] een erkende Ferraridealer was, hun alleen heeft gevraagd om de auto te repareren en dat partijen verder hebben gesproken over registratie bij Ferrari van de reparatie. [gedaagden] hebben [eiser] hier dus niet onjuist over ingelicht. Daarnaast is de auto inmiddels als gerepareerd geregistreerd in het systeem van Ferrari. Het is voor Ferrari kennelijk dus niet relevant dat [gedaagden] op het moment van de reparatie geen officiële bodyshop waren (voor zover die toen al bestonden). Ook staat hier niets over in het systeem vermeld. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook niet worden geoordeeld dat [gedaagden] aan [eiser] hadden moeten mededelen dat zij geen officiële bodyshop van Ferrari waren.
Lager bedrag ingeboekt dan gefactureerd
5.7.
[eiser] stelt dat [gedaagden] hem hebben bedrogen door hem een bedrag van € 73.831,48 voor de reparatie te laten betalen, terwijl in hun eigen administratie slechts een bedrag van € 32.469,94 is vermeld (productie 12 bij dagvaarding). [gedaagden] betwisten dat er sprake is van bedrog. Volgens hen bestaat het verschil tussen deze bedragen grotendeels uit het arbeidsloon ter hoogte van € 24.441,51 (excl. btw) dat in rekening is gebracht. In productie 12 staat het bedrag dat [gedaagden] aan hun leverancier hebben betaald voor onderdelen en materialen die nodig waren voor de reparatie. Het verschil tussen het in productie 12 opgenomen bedrag van € 32.469,94 en het bedrag van € 37.601,75 (excl. btw) aan onderdelen dat op de factuur staat laat zich volgens [gedaagden] verklaren door kleinere materialen die gebruikt zijn en door de omstandigheid dat de verkoopprijzen nooit gelijk zijn aan de inkoopprijzen.
5.8.
De rechtbank is van oordeel dat [eiser] onvoldoende aangetoond heeft dat bij de facturering voor de reparatie sprake is geweest van bedrog aan de zijde van [gedaagden] Tussen partijen staat vast dat zij voor de reparatie geen prijs afgesproken hebben. Bedrog in die zin dat [gedaagden] [eiser] bewogen heeft tot het aangaan van de reparatieovereenkomst door een onjuiste mededeling te doen over de prijs of door een feit te verzwijgen dat voor de prijs van belang was, is dan ook niet aan de orde. In het geval dat [eiser] zich op het standpunt stelt dat [gedaagden] hem door het versturen van een onjuiste factuur bewogen heeft een betaling ter hoogte van het factuurbedrag te bewegen, geldt het volgende. In het licht van de hiervoor weergegeven gemotiveerde betwisting door [gedaagden] kan [eiser] niet volstaan met de opmerking dat de overige in productie 12 genoemde bedragen overeenstemmen met de aan hem toegezonden facturen. Het had op zijn weg gelegen dat nader te onderbouwen. Dat heeft hij echter niet gedaan. Hij stelt daarentegen dat [gedaagden] informatie, in het bijzonder inkoopfacturen, in het geding hadden moeten brengen, waarmee zij hun stelling dat het bedrag van € 32.469,94 betrekking heeft op onderdelen en materialen, kunnen staven. De rechtbank is echter van oordeel dat de onderbouwing door [eiser] voorafgaat aan die door [gedaagden], nu die laatsten het verband tussen het in de factuur opgenomen bedrag van € 37.601,75 en het in productie 12 vermelde bedrag uiteengezet hebben en [eiser] erkent dat “het uitvoeren van werkzaamheden door erkende reparateurs geld kost”. De slotsom luidt dat [eiser] evenmin aangetoond heeft dat [gedaagden] zich aan bedrog schuldig hebben gemaakt door [eiser] de reparatiefactuur te laten betalen.
Verborgen gebrek
5.9.
[eiser] stelt dat er sprake is van een verborgen gebrek in de reparatie, omdat [gedaagden] de auto na de reparatie niet als gerepareerd hebben gemeld (of hebben kunnen melden) bij Ferrari. Hierdoor heeft de auto daar zestien jaar lang als “crashed car” geregistreerd gestaan en is de auto aanzienlijk minder waard geworden. [gedaagden] betwisten dit.
5.10.
Een gebrek doet zich voor als het door [gedaagden] verrichte reparatiewerk niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat het werk niet of niet goed uitgevoerd is. [eiser] meent dat het werk niet goed uitgevoerd is, omdat [gedaagde 1] na de reparatie deze niet bij Ferrari heeft laten registeren. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] niet aan kunnen tonen dat de reparatiewerkzaamheden niet naar behoren uitgevoerd zijn, nu [gedaagden] de reparatie niet bij Ferrari hebben laten registreren. Partijen hebben om te beginnen niets afgesproken over een dergelijke registratie. Daarnaast mocht [eiser] er ook niet op vertrouwen dat [gedaagden] die registratie zou laten doen. Uit wat de rechtbank hiervoor onder 5.4 tot en met 5.6 overwogen heeft, vloeit voort dat [eiser] ervan uit mocht gaan dat [gedaagden] de auto volgens de standaarden van Ferrari zou repareren, maar niet dat zij de reparatie, eenmaal afgerond, ook bij Ferrari zouden laten registeren. Dat [gedaagden] zich later ingespannen heeft om die registratie alsnog in het systeem van Ferrari op te laten nemen, staat daaraan niet in de weg. Die inspanning houdt immers geen erkenning van een gebrekkige afhandeling destijds in. Op deze grond kan de rechtbank de vordering van [eiser] dus evenmin geheel of gedeeltelijk toewijzen.
Vernietiging reparatieovereenkomst en betaling
5.11.
Gelet op het voorgaande kan de reparatieovereenkomst niet rechtsgeldig worden vernietigd op grond van dwaling en/of bedrog. De vordering om voor recht te verklaren dat de reparatieovereenkomst is vernietigd, dan wel om de reparatieovereenkomst te vernietigen zal dan ook worden afgewezen. Nu de reparatieovereenkomst in stand blijft en geen sprake is van een verborgen gebrek waarvoor [gedaagden] aansprakelijk zijn, zal de rechtbank ook de gevorderde (gedeeltelijke) terugbetaling en schadevergoeding afwijzen.
Afgifte uitdraai administratie
5.12.
Op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan iemand – op eigen kosten – afgifte van bescheiden (zoals documenten) vorderen, als: (i) diegene een rechtmatig belang bij afgifte heeft, (ii) het om
bepaaldebescheiden gaat, (iii) de bescheiden een rechtsbetrekking aangaan waarin diegene (of zijn rechtsvoorganger) partij is, en (iv) degene van wie afgifte wordt gevraagd de bescheiden ter beschikking of onder zich heeft.
5.13.
Naar het oordeel van de rechtbank is aan de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan. [eiser] vordert namelijk afgifte van een uitdraai uit de administratie van [gedaagden] met daarop alle registraties, meldingen en codes die door hen aan Ferrari S.P.A. zijn gemeld over de auto. Het gaat dus om bescheiden die voldoende bepaald zijn, die in het bezit zijn van [gedaagden] en die over de auto gaan waarvan [eiser] eigenaar is. Daarnaast heeft [eiser] een rechtmatig belang bij afgifte van deze uitdraai, omdat hij daarmee aan potentiële kopers kan aantonen dat de auto door [gedaagden] is gerepareerd in 2007/2008 en niet zestien jaar lang beschadigd is geweest.
5.14.
De gevorderde afgifte zal daarom worden toegewezen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis. De rechtbank zal een dwangsom toewijzen van € 5.000,00 per dag dat [gedaagden] niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,00. In samenhang met het opleggen van een dwangsom zal de rechtbank bepalen dat [gedaagden] binnen veertien dagen na de datum van het vonnis de uitdraai aan [eiser] moet afgeven.
Proceskosten
5.15.
[eiser] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagden] worden begroot op:
- griffierecht
2.889,00
- salaris advocaat
2.428,00
(2 punten × € 1.214,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
5.495,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk tot afgifte binnen veertien dagen na heden aan [eiser] van een gewaarmerkte uitdraai uit de eigen administratie met daarop vermelding van alle registraties, meldingen en codes zoals die door ieder van hen met betrekking tot de auto aan Ferrari S.P.A. gemeld zijn (geweest),
6.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk tot betaling van een dwangsom aan [eiser] van € 5.000,00 per dag dat zij in gebreke blijven te voldoen aan de veroordeling onder 6.1, tot een maximum van € 100.000,00,
6.3.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 5.495,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2025.