Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser 1] V.O.F., [eiser 2] en [eiser 3],
het college van burgemeester en wethouders van Enschede
[derde belanghebbende 2] B.V., uit [plaats 2],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan over de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Enschede om een verbeurde dwangsom van € 20.000 in te vorderen. De eisers, [eiser 1] V.O.F., [eiser 2] en [eiser 3], waren van mening dat de dwangsom verbeurd was omdat er een overtreding had plaatsgevonden door het realiseren van een (beton)blokkenwand zonder de benodigde omgevingsvergunning. Echter, op het moment dat de begunstigingstermijn verstreek, was de overtreding gelegaliseerd doordat alsnog een omgevingsvergunning was verleend voor de blokkenwand. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had geweigerd om de dwangsom in te vorderen, aangezien de overtreding was beëindigd door de legalisatie. De rechtbank heeft het beroep van de eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat de weigering om de dwangsom in te vorderen in stand blijft. De eisers krijgen geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten.