ECLI:NL:RBOVE:2025:4714

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
08.184248.24 en 08.315864.24 (ttz gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor diefstal en poging tot afpersing met geweld

Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 17-jarige jongen, die samen met medeverdachten betrokken was bij ernstige strafbare feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een leerstraf van 20 uren en een werkstraf van 180 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en poging tot afpersing. De feiten vonden plaats op 13 april 2024 en 3 juni 2024 in Almelo. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, een jongen heeft beroofd van zijn tas en inhoud, waarbij geweld is gebruikt. Daarnaast heeft hij geprobeerd een wietdealer te dwingen tot afgifte van verdovende middelen en geld, waarbij hij en zijn medeverdachten gewapend waren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafoplegging. De verdachte moet ook een schadevergoeding van € 1.240,94 betalen aan het slachtoffer van de diefstal. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, waaronder een meldplicht bij de jeugdreclassering en deelname aan hulpverlening.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie en Jeugd
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.184248.24 en 08.315864.24 (ttz gevoegd) (P)
Datum vonnis: 15 juli 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen de minderjarige:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
hierna te noemen: [verdachte] of verdachte.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de met gesloten deuren gehouden terechtzittingen van 30 juni 2025 en van 1 juli 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] door [naam 1] , juridisch medewerker bij Slachtofferhulp Nederland, is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er in chronologische volgorde, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08.315864.24
samen met anderen met gebruik van geweld [slachtoffer 1] heeft beroofd dan wel deel heeft uitgemaakt van een groep die geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] ;
Parketnummer 08.184248.24
samen met anderen heeft geprobeerd om met geweld of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] te dwingen zijn wiet en/of geld af te geven
en/of
samen met anderen heeft geprobeerd om met geweld of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] te beroven.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08.315864.24
1
hij op of omstreeks 13 april 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een tas en/of een bankpas en/of meerdere OV- kaarten en/of Airpods en/of een powerbank en/of een oplader en/of een geldbedrag en/of sleutels en/of een identiteitskaart, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door - zakelijk weergegeven -
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij nu dat tasje moet geven, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] mee te voeren en/of achter die [slachtoffer 1] aan te rennen en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam te trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond viel) en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam en/of in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of te trappen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 april 2024 te Almelo openlijk, te weten, op/aan het Waagplein en/of ter hoogte van de Hof van Gulick, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] door die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam te trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond viel) en/of
- op/tegen het lichaam en/of in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of te trappen;
Parketnummer 08.184248.24
1
hij op of omstreeks 3 juni 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van wiet en/of hasj, althans van een hoeveelheid verdovende middelen en/of een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of een derde toebehoorde(n) met dat opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] heeft/hebben gemaakt en/of
- zich (vervolgens) naar de plek van die afspraak heeft/hebben begeven en/of
- (daarbij) bivakmutsen heeft/hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen en/of
- een mes en/of een koevoet en/of een vuurwapen en/of een gasalarmpistool, althans een of meerdere wapens, heeft/hebben meegenomen en/of gedragen en/of getoond en/of
- (al dan niet met voornoemde wapens) achter die [slachtoffer 2] aan is/zijn gerend en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of
hij op of omstreeks 3 juni 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om wiet en/of hasj, althans een hoeveelheid verdovende middelen en/of een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met dat opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] heeft/hebben gemaakt en/of
- zich (vervolgens) naar de plek van die afspraak heeft/hebben begeven en/of
- (daarbij) bivakmutsen heeft/hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen en/of
- een mes en/of een koevoet en/of een vuurwapen en/of een gasalarmpistool, althans een of meerdere wapens, heeft/hebben meegenomen en/of gedragen en/of getoond en/of
- (al dan niet met voornoemde wapens) achter die [slachtoffer 2] aan is/zijn gerend en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de tenlastegelegde feiten onder parketnummer 08.315864.24 1 primair en onder parketnummer 08.184248.24, te weten de poging afpersing, zijn bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ook het standpunt ingenomen dat de tenlastegelegde feiten onder parketnummer 08.315864.24 1 primair en parketnummer 08.184248.24 zijn bewezen met dien verstande dat sprake is van een poging tot afpersing.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Parketnummer 08.315864.24 [1]
Primair
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 08.315864.24 primair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 juni 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] op pagina 18 e.v.
3.3.2
Parketnummer 08.184248.24 [2]
Aan [verdachte] is een poging tot een zogenoemde ripdeal in een cumulatief/alternatieve variant tenlastegelegd, namelijk – kort gezegd – een poging tot afpersing en/of een poging tot diefstal met geweld.
De officier van justitie en de raadsman hebben het standpunt ingenomen dat sprake is van een poging tot afpersing. [verdachte] heeft bekend dat hij op 3 juni 2024 samen met anderen heeft geprobeerd een gewapende overval (een zogenoemde ripdeal) te plegen op [slachtoffer 2] .
De rechtbank is van oordeel dat de feitelijke gang van zaken, zoals die uit de bewijsmiddelen naar voren komt, naar de uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als zo zeer te zijn gericht op de voltooiing van een geplande ripdeal, dat het niet anders kan dan dat dit ook daadwerkelijk de bedoeling was. De rechtbank overweegt daarbij dat wat betreft de bewezenverklaring en de juridische kwalificatie daarvan gelet op de cumulatief/alternatieve tenlastelegging, de poging tot diefstal met geweld in vereniging en de poging tot afpersing in vereniging zodanig verwant aan elkaar zijn, dat in het midden kan blijven op welke van de beide delicten het opzet van [verdachte] was gericht.
De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van de cumulatief/alternatief tenlastegelegde poging tot diefstal met geweld in vereniging en/of de poging tot afpersing in vereniging op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 juni 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
Het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] van 4 juni 2024 op pagina 54 e.v.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08.315864.24
1
hij op 13 april 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen een tas en een bankpas en meerdere OV- kaarten en Airpods en een powerbank en een oplader en een geldbedrag en sleutels en een identiteitskaart, die aan [slachtoffer 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door - zakelijk weergegeven -
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij nu dat tasje moet geven, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- vervolgens die [slachtoffer 1] mee te voeren en achter die [slachtoffer 1] aan te rennen en
- die [slachtoffer 1] met kracht meermalen tegen het lichaam te trappen ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond viel en
- die [slachtoffer 1] met kracht meermalen tegen het lichaam en tegen het hoofd te slaan en te stompen en te trappen;
Parketnummer 08.184248.24
1
hij op 3 juni 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van wiet en/of hasj en/of een geldbedrag, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of een derde toebehoorde met opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] hebben gemaakt en
- zich vervolgens naar de plek van die afspraak hebben begeven en
- daarbij bivakmutsen hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen en
- een mes en een koevoet en een gasalarmpistool hebben meegenomen en/of gedragen en/of getoond en
- al dan niet met voornoemde wapens achter die [slachtoffer 2] aan zijn gerend en/of die [slachtoffer 2] hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of
hij op 3 juni 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om wiet en/of hasj en/of een geldbedrag, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen
voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met dat opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] hebben gemaakt en
- zich vervolgens naar de plek van die afspraak hebben begeven en
- daarbij bivakmutsen hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen en
- een mes en een koevoet en een gasalarmpistool hebben meegenomen en/of gedragen en/of getoond en
- al dan niet met voornoemde wapens achter die [slachtoffer 2] aan zijn gerend en/of die [slachtoffer 2] hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
08.315864.24 primair
het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
08.184248.24
het misdrijf: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en/of
het misdrijf: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot de leerstraf Tools4U van 20 uren en daarnaast een deels voorwaardelijke werkstraf. De officier van justitie heeft gevorderd de duur van de werkstraf, gezien de leerstraf, te bepalen op 160 uren waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Aan het voorwaardelijke strafdeel dienen de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) in het rapport van 20 juni 2025 te worden gekoppeld. De officier van justitie heeft verder gevorderd dat de dagen die verdachte in voorarrest heeft gezeten van de werkstraf moeten worden afgetrokken.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de eis van de officier van justitie redelijk is maar dat in de bijzondere voorwaarden niet moet worden opgenomen het meewerken aan een verplichte ambulante behandeling bij Tactus en/of Accare, omdat [verdachte] hier op dit moment niet voor open staat en omdat de jeugdreclassering dit ook binnen de voorwaarde van het reclasseringstoezicht kan inzetten als zij dit nodig achten.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De feiten
[verdachte] heeft in een korte periode meerdere ernstige strafbare feiten gepleegd.
Samen met zijn vrienden heeft [verdachte] op straat een willekeurige jongen bruut in elkaar geslagen en beroofd van zijn tas met inhoud. Het slachtoffer werd door een grote groep ingesloten zodat hij moeilijk kon ontkomen en heeft vervolgens flinke klappen en schoppen gekregen. Dit gewelddadige incident heeft een enorme impact gehad op het slachtoffer en heeft geleid tot gevoelens van angst en onveiligheid, gevoelens waar hij tot op de dag van vandaag nog de gevolgen van ondervindt. Daarnaast heeft [verdachte] met een deel van dezelfde medeverdachten en zijn broertje, geprobeerd om een wietdealer van zijn voorraad en zijn geld te beroven. Voorzien van bivakmutsen, een mes, een koevoet en een gaspistool zijn de verdachten naar een wat afgelegen parkeergarage vertrokken, de plek waar met de dealer van te voren was afgesproken. [verdachte] voorzag in de koevoet. Een van de medeverdachten bleef op de uitkijk staan om de anderen te waarschuwen zodra de dealer in aantocht was. Op het moment dat de dealer [verdachte] en zijn mededaders naderde, de situatie niet vertrouwde en het op een rennen zette, zetten [verdachte] en zijn mededaders – met de gezichtsbedekkende kleding nog altijd voor en de wapens nog in hun handen, zichtbaar voor de toevallige voorbijgangers – de achtervolging in. Dat de dealer uiteindelijk is ontsnapt aan deze zogeheten ripdeal heeft hij te danken aan zijn eigen oplettendheid en niet aan verdachten. Dat het gebleven is bij een poging doet dan ook niets af aan het gegeven dat de verdachten wederom een gewelddadig en ernstig feit wilden plegen waarbij zij volledig voorbij zijn gegaan aan de mogelijke gevolgen en enkel oog hadden voor hun eigen gewin, wiet en snel geld. Daarbij zijn zij ook geheel voorbijgegaan aan het schrikeffect dat hun handelen op argeloze voorbijgangers heeft gehad, die getuige waren van jongens, voorzien van gezicht bedekking, die zwaaiend met wapens over straat renden. Dat dit feit door deze jonge verdachten uitgebreid is voorbesproken en dat zij goed voorbereid en voorzien van wapens en bivakmutsen op pad zijn gegaan, baart de rechtbank zorgen. [verdachte] heeft bij het plegen van al deze feiten een actieve en weloverwogen rol vervuld en heeft bovendien niet geschuwd om zelf ook geweld te gebruiken. Dit rekent de rechtbank hem aan.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 13 januari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest. Verdachte is een zogenoemde first offender. Hier houdt de rechtbank rekening mee.
Rapportage
De Raad heeft op 20 juni 2025 over [verdachte] een rapport opgemaakt. Uit dit rapport volgt zakelijk weergegeven onder meer het volgende.
[verdachte] is bekend met psychopathologie, namelijk aandacht en concentratiestoornissen in het kader van een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit waarbij nu de verdenking is dat misbruik van middelen speelt. Dit kan van invloed zijn geweest, maar de onderlinge beïnvloeding en groepsdruk zullen hoogstwaarschijnlijk van meer invloed zijn geweest.
Belangrijke beschermende factoren in het leven van [verdachte] zijn dat hij een nuttige invulling heeft van zijn vrije tijd. Hij werkt veel en sport daarnaast ook. De focus moet liggen op het verminderen van drugsgebruik, werken aan de geestelijke gezondheid, houding en vaardigheden. Zo gebruikt [verdachte] regelmatig joints. Vanuit het diagnostiektraject van Accare is gebleken dat [verdachte] baat zou hebben bij traumatherapie en schematherapie. Echter heeft [verdachte] gezegd dat hij dit niet direct wil aangaan.
[verdachte] is in de basis een zorgzame jongen, maar wil voor de buitenwereld en vrienden stoer overkomen. Hierdoor kan [verdachte] verkeerde keuzes maken. Om de kans op recidive te verlagen, is het noodzakelijk dat [verdachte] een nuttige invulling van zijn vrije tijd blijft behouden en op een legale manier zijn geld verdient. Ook zou het [verdachte] helpen om te stoppen met het gebruik van joints en een training aan te gaan die hem helpt om weerbaarder te worden en 'nee' te kunnen zeggen tegen invloeden van buitenaf.
De leerstraf Tools4u Regulier (20 uur) is passend, omdat er uit het onderzoek vaardigheidstekorten naar voren komen. [verdachte] zou kunnen leren om zijn grenzen aan te geven, 'nee' te leren zeggen en leren om oorzaak- gevolg te leren inzien. Ook kan [verdachte] meer weerbaar worden en wellicht ook inzien dat trauma therapie en verdere behandeling voor zijn verdere ontwikkeling juist helpend kan zijn. Gezien de twee behoorlijk zware delicten, is het goed dat ook een onvoorwaardelijke werkstraf wordt opgelegd. Naast het uitvoeren van een leerstraf en een werkstraf acht de Raad het belangrijk dat als stok achter de deur een voorwaardelijke straf wordt opgelegd. Daarbij moeten ook voorwaarden aan [verdachte] worden gesteld, met toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering. De jeugdreclassering kan samen met [verdachte] werken aan de volgende doelen:
• Monitoren van nuttige invulling van de vrije tijd;
• Helpen bij het afbouwen van drugsgebruik/ indien nodig inzet van hulpverlening d.m.v. Tactus;
• Eventueel inzetten van traumatherapie/ schematherapie mocht [verdachte] dit toch in de toekomst willen.
Ter zitting van 30 juni 2025 is door [naam 2] van Jeugdbescherming Overijssel en door [naam 3] van de Raad aanvullend opgemerkt dat het hebben van een zinvolle dagbesteding in de vorm van werk of school een goede toevoeging aan de bijzondere voorwaarden is.
Verdere overwegingen
Dat de door verdachte gepleegde feiten nare en gewelddadige feiten zijn waarvoor een straf moet volgen, staat buiten kijf. Crimineel en agressief gedrag worden niet getolereerd. Hoewel de ernst van de gepleegde feiten het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie rechtvaardigen, zal de rechtbank hiertoe niet overgaan. De rechtbank heeft oog voor het feit dat [verdachte] in het afgelopen jaar stappen heeft gezet om zijn leven een andere wending te geven, waaronder het meewerken aan een diagnostisch onderzoek, fulltime werken en sporten. Het hebben en vooral het behouden van een nuttige daginvulling acht de rechtbank van groot belang ter verkleining van de kans op recidive. Aan de andere kant maakt de omstandigheid dat [verdachte] het druggebruik niet kan of wil stoppen dat er, gezien zijn gevoeligheid voor beïnvloeding, toch risico op herhaling van strafbare feiten blijft bestaan. De rechtbank is van oordeel dat de jeugdreclassering de noodzakelijke begeleidende en toezichthoudende rol kan vervullen bij het monitoren van de dag invulling en het inzetten van hulpverlening bij de afbouw van het druggebruik. Ter vergroting van zijn weerbaarheid en zijn vaardigheden acht de rechtbank van belang dat [verdachte] de leerstraf te weten Tools4U regulier van 20 uren gaat volgen. De rechtbank zal deze leerstraf dan ook aan [verdachte] opleggen. De zwaarte van de gepleegde feiten maakt dat aan [verdachte] daarnaast een aanzienlijke, deels voorwaardelijke, werkstraf moet worden opgelegd.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat aan [verdachte] moet worden opgelegd een taakstraf in de vorm van een leerstraf Tools4U Regulier (20 uur). Daarnaast moet aan verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 180 uren waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en waarbij de tijd die [verdachte] al vast heeft gezeten op de straf in mindering moet worden gebracht. De initiërende rol die [verdachte] heeft vervuld bij de strafbare feiten, daarbij zijn proceshouding in aanmerking nemend, rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank de oplegging van de werk- en leerstraf van voormelde boven de eis uitgaande duur. Aan het voorwaardelijk strafdeel koppelt de rechtbank de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het rapport van de Raad van 20 juni 2025, te weten een meldplicht bij de jeugdreclassering JBOV, meewerken aan de door de jeugdreclassering noodzakelijk geachte hulpverlening en daarnaast de voorwaarden van het hebben van een zinvolle dag- en vrije tijdsbesteding. De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] baat kan hebben bij een ambulante behandeling als traumatherapie, maar zal een dergelijke behandeling, nu [verdachte] hiervoor op dit moment niet open staat, niet als afzonderlijke bijzondere voorwaarde opleggen, te meer nu een dergelijk traject ook binnen de voorwaarde van het reclasseringstoezicht kan worden opgestart.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (08.315864.24)
[slachtoffer 1] (vertegenwoordigd door [naam 4] ) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- geld € 99,00
- bodywarmer € 39,99
- eigen risico € 50,00
- beveiligingskosten € 21,95
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.000,00 gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de vordering geheel kan worden toegewezen, waarbij de medeverdachten hoofdelijk aansprakelijk zijn, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terwijl de vervangende hechtenis wordt gesteld op nul dagen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de vordering kan worden toegewezen met uitzondering van de post beveiligingskosten, nu hierbij sprake is van een te ver verwijderd verband. In plaats van het hoofdelijk opleggen van de vordering bestaat de mogelijkheid om de vordering te delen door het aantal daders en dat bedrag aan iedere verdachte toe te wijzen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde primaire feit onder 08.315864.24 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.240,94, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, te weten
13 april 2024.
hoofdelijkheid
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is. Anders dan door de raadsman voorgesteld zal de rechtbank niet overgaan tot het verdelen van de vordering over het aantal verdachten.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht mede aansprakelijk is voor de schade die door het primaire feit onder 08.315864.24 is toegebracht.
De rechtbank bepaalt op grond van artikel 36f lid 5 Sr dat de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:4:20 Sv kan worden toegepast, op 0 (nul) dagen wordt gesteld.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 45, 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg Sr.

9. De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08.315864.24 primair en onder 08.184248.24 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- 08.315864.24 primairhet misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- 08.184248.24het misdrijf: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en/of
het misdrijf: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08.315864.24 primair en het onder 08.184248.24 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf in de vorm van een leerstraf: Tools4U regulier voor de duur van 20 (twintig) urenen beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
10 (tien) dagen;
- veroordeelt de verdachte daarnaast tot een
taakstraf in de vorm van een werkstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte van
60 (zestig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan door Jeugdbescherming Overijssel noodzakelijk geachte ondersteuning of verwijzing naar andere hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen;
- een zinvolle dagbesteding heeft, in de vorm van werk en/of onderwijs, waarbij de jeugdreclasseerder bepaalt wat zinvol is;
- draagt de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel (instantiecode AST106) op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. De verantwoordelijke gemeente is Almelo;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het jeugdreclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77a, eerste tot en met vierde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (vertegenwoordigd door
[naam 4] ), (08.315864.24 primair) toe tot een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent) bestaande uit materiële schade en immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , (08.315864.24 primair): van een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2024 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit onder parketnummer 08.315864.24 primair, tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 0 (zegge: nul) dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing geschorste bevel voorlopige hechtenis 08.184248.24
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. A. Flos en mr. G.M.J. Vijftigschild, (kinder)rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockötter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025.
Mr. Vijftigschild is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024168815. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024255098. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.