ECLI:NL:RBOVE:2025:4712

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
08.315865.24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor diefstal met geweld in Almelo

Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 16-jarige jongen veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en een meldplicht bij de jeugdreclassering. De verdachte was samen met medeverdachten betrokken bij de gewelddadige diefstal van een tas van een slachtoffer op 13 april 2024 in Almelo. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal, vergezeld van geweld, met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden of te vergemakkelijken. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van het slachtoffer, de medeverdachten en de inhoud van een WhatsApp-gesprek waarin de verdachte en zijn vrienden plannen maakten om geld te maken. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een taakstraf op, waarbij rekening werd gehouden met zijn leeftijd en de aanbevelingen van de Raad voor de Kinderbescherming. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.240,94 aan het slachtoffer, die ook immateriële schade omvatte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Familie en Jeugd
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.315865.24 (P)
Datum vonnis: 15 juli 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen de minderjarige:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de met gesloten deuren gehouden terechtzitting van 1 juli 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. P.W.E. Hoezen, advocaat in Winterswijk, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met anderen [slachtoffer] op straat met geweld heeft beroofd dan wel dat verdachte deel heeft uitgemaakt van een groep die geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 13 april 2024 te Almelo
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een tas en/of een bankpas en/of meerdere OV- kaarten en/of Airpods en/of een
powerbank en/of een oplader en/of een geldbedrag en/of sleutels en/of een
identiteitskaart, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en), dat/die geheel
of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door - zakelijk weergegeven -
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij nu dat tasje moet geven, althans woorden van
gelijke aard en/of strekking en/of
-(vervolgens) die [slachtoffer] mee te voeren en/of achter die [slachtoffer] aan te rennen
en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam te
trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] op de grond viel) en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam en/of
in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of te
trappen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 april 2024 te Almelo
openlijk, te weten, op/aan het Waagplein en/of ter hoogte van de [locatie 3] , in
elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke
plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] door die [slachtoffer] (met kracht) meermalen,
althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam te trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] op de grond
viel) en/of
- op/tegen het lichaam en/of in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan
en/of te stompen en/of te trappen;

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken, nu er geen bewijs is dat verdachte opzet had op de diefstal van de tas met inhoud.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
-
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen en de door verdachte ter zitting afgelegde bekennende verklaring ten aanzien van het geweld, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 13 april 2024 was verdachte met een aantal van zijn vrienden in het centrum van Almelo. [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) voegde zich op enig moment samen met [naam 1] bij die groep. Op een bepaald moment nam de groep [slachtoffer] mee naar [locatie 1] . [naam 1] was toen al vertrokken. Daar ontstond een vechtpartij, waarbij [slachtoffer] meerdere keren op/tegen het lichaam werd getrapt, waardoor hij op de grond viel. Ook werd [slachtoffer] op/tegen het lichaam en in het gezicht gestompt, onder andere door verdachte. Op het moment dat [slachtoffer] zich aan het geweld probeerde te onttrekken, rende de groep achter hem aan, waarna er weer geweld tegen hem werd gebruikt. [slachtoffer] had een tasje bij zich waarin zijn bankpas, meerdere OV-kaarten, Airpods, powerbank, oplader, contant geld, sleutels en zijn identiteitskaart zaten. Dat tasje is tijdens/na de vechtpartij door de groep van verdachte meegenomen. ’s Avonds is met de gestolen bankpas van [slachtoffer] door een aantal van de vrienden van verdachte bij cafetaria [cafetaria] in twee minuten tijd veertien keer contactloos betaald, weliswaar niet door verdachte, maar hij heeft wel van de door de andere jongens gekochte blikjes drinken gedronken.
-
Oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening
Dat het de bedoeling van verdachte en de medeverdachten was om [slachtoffer] geld afhandig te maken volgt naar het oordeel van de rechtbank uit een WhatsApp-gesprek tussen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de nacht van 12 op 13 april 2024, waarin [medeverdachte 2] onder andere het bericht stuurt ‘Beste slaan we klapper in de middag zodat we avond pap hebben’. Waarop verdachte ‘Ben ik het mee eens’ en ‘Beste planning maken’ antwoordt. Verdachte heeft ter zitting uitgelegd dat ‘een klapper slaan’ ‘geld maken’ betekent. Door een van de medeverdachten is bij de politie verklaard dat ‘pap hebben’ ‘geld hebben’ betekent. Op de vraag van [medeverdachte 2] wie het nummer van [naam 1] heeft, antwoordt verdachte dat hij dat heeft. Met [naam 1] is een afspraak gemaakt om later die dag ‘te chillen’, terwijl [naam 1] degene is geweest die [slachtoffer] heeft meegenomen.
De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen die hiervoor onder de feiten en omstandigheden zijn opgenomen in samenhang bezien met het hiervoor weergegeven WhatsApp-gesprek, naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht zijn geweest op het wegnemen van het tasje met inhoud, onder meer inhoudende de bankpas van [slachtoffer] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsvrouw.
-
De conclusie
De rechtbank acht het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 13 april 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen een tas en een bankpas en meerdere OV- kaarten en Airpods en een powerbank en een oplader en een geldbedrag en sleutels en een identiteitskaart, die geheel of ten dele aan [slachtoffer] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door - zakelijk weergegeven -
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij nu dat tasje moet geven, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- vervolgens die [slachtoffer] mee te voeren en achter die [slachtoffer] aan te rennen en
- die [slachtoffer] met kracht meermalen tegen het lichaam te trappen ten gevolge waarvan die [slachtoffer] op de grond viel en
- die [slachtoffer] met kracht meermalen tegen het lichaam en tegen het hoofd te slaan en te stompen en te trappen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 100 uren waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen de bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld, zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) in het rapport van
3 juni 2025 te worden gekoppeld.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de begeleiding van de jeugdreclassering voor verdachte belangrijker is dan een straf.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
-
De ernst van de feiten
Verdachte heeft een ernstig strafbaar feit gepleegd.
Samen met zijn toenmalige vrienden heeft verdachte op straat een voor hem onbekende jongen bruut in elkaar geslagen en beroofd van zijn tas met inhoud. Het slachtoffer werd door een grote groep ingesloten zodat hij moeilijk kon ontkomen en heeft vervolgens flinke klappen en schoppen gekregen. Dit gewelddadige incident heeft een enorme impact gehad op het slachtoffer en heeft geleid tot gevoelens van angst en onveiligheid, gevoelens waar hij tot op de dag van vandaag nog de gevolgen van ondervindt. Dat verdachte met zijn mededaders na de brute straatroof met de gestolen pinpas naar een snackbar is vertrokken, waar aan aantal van de mededaders zichzelf en verdachte op kosten van het slachtoffer trakteren op iets lekkers te eten of te drinken, betitelt de rechtbank als bijzonder respectloos.
De rechtbank rekent verdachte dit alles aan.
-
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 13 januari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest. Verdachte is een zogenoemde first offender. Hier houdt de rechtbank rekening mee.
-
Rapportage
De Raad heeft op 3 juni 2025 over verdachte een rapport opgemaakt. Uit dit rapport volgt zakelijk weergegeven onder meer het volgende.
Verdachte komt sinds begin 2024 regelmatig bij de politie in beeld vanwege overlast, verkeerszaken en het vestigen van negatieve aandacht op zichzelf. Hij heeft een HALT-afdoening gehad en het BASTA-traject doorlopen. Ook heeft hij waarschuwingen en een boete gekregen. Dit heeft echter niet geholpen om verdachte buiten beeld van de politie te houden. Volgens de Raad heeft verdachte weinig inzicht in zijn problematiek (ASS en LVB) en de gevolgen daarvan, heeft hij een tekort aan vaardigheden, verveelt hij zich in de vrije uren, zoekt hij spanning/risico’s op, is hij gevoelig voor negatieve beïnvloeding door verkeerde vrienden, is hij snel overprikkeld en volgt hij zijn impulsen. Allemaal risicofactoren die volgens de Raad van invloed zijn (geweest) op het delictgedrag van verdachte. Beschermende factoren zijn de stageplek waar verdachte elke dag met veel plezier naartoe gaat, inzet toont en zich aan afspraken houdt. Hij reageert goed op sturing en het aanbieden van structuur. Verdachte kan rekenen op zijn ouders, die betrokken zijn, hem steunen en hun best doen om aan te sluiten bij verdachtes behoeften. Ouders staan ook open voor de adviezen van de hulpverlening. De Raad adviseert om het accent te leggen op het waarborgen van gerichte hulp en begeleiding voor een langere periode en niet zozeer op het opleggen van een straf. De verwachting is dat deze aanpak het meest zal bijdragen aan het terugdringen van de recidivekans. Van een onvoorwaardelijke straf wordt weinig effect verwacht met betrekking tot gedragsverandering bij verdachte en evenmin wordt verwacht dat hij ervan zal leren. Het inzetten van gerichte hulp en begeleiding daarentegen kan verdachte motiveren om aan zichzelf te werken en betere keuzes te maken. Ook ouders worden op deze manier zijdelings ondersteund in hun aanpak en inzet om bij verdachte aan te sluiten.
Geadviseerd wordt om aan verdachte een voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden, zoals meewerken aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering en het hebben van een vaste dagbesteding, op te leggen. Dit werkt voor verdachte als stok achter de deur en het is ook een kader om verplichte begeleiding in te zetten, waaraan verdachte zich niet kan onttrekken.
-
Verdere overwegingen
Dat het feit een gewelddadig feit is waarvoor een straf moet volgen, staat buiten kijf. Crimineel agressief gedrag wordt niet getolereerd. Dit beseft verdachte ook. De rechtbank stelt daarbij voorop dat de ernst van het gepleegde feit zonder meer het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie rechtvaardigt. Maar gelet op het advies van de Raad zal de rechtbank daartoe niet overgaan. De rechtbank is evenwel van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit, niet alleen kan worden volstaan met een voorwaardelijke werkstraf, zoals geadviseerd door de Raad.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 80 uren waarvan 40 uren voorwaardelijk moet worden opgelegd. Daarbij geldt een proeftijd van twee jaren. Aan het voorwaardelijke gedeelte van de werkstraf worden de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het rapport van de Raad van 3 juni 2025 gekoppeld, te weten een meldplicht bij en toezicht door de jeugdreclassering van de William Schrikker Groep, meewerken aan ondersteuning door deze jeugdreclassering en/of hulpverlening door een andere instelling en het hebben van een door de jeugdreclasseerder te bepalen zinvolle dagbesteding.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
(vertegenwoordigd door [naam 2] ) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.240,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- geld € 99,00
- bodywarmer € 39,99
- eigen risico € 50,00
- beveiligingskosten € 21,95
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.000,00 gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de vordering geheel kan worden toegewezen, waarbij de medeverdachten hoofdelijk aansprakelijk zijn, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terwijl de vervangende hechtenis wordt gesteld op nul dagen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gezegd dat er opmerkingen gemaakt kunnen worden over de bodywarmer en de camera, maar dat geen verweer wordt gevoerd.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.240,94, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, te weten 13 april 2024.
-
Hoofdelijkheid
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht mede aansprakelijk is voor de schade die is toegebracht.
De rechtbank bepaalt op grond van artikel 36f lid 5 Sr dat de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:4:20 Sv kan worden toegepast, op 0 (nul) dagen wordt gesteld.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf in de vorm van een werkstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
80 (tachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte van
40 (veertig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de, door de gecertificeerde instelling William Schrikker Groep, afdeling jeugdreclassering, te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan door Jeugdbescherming Overijssel noodzakelijk geachte ondersteuning of verwijzing naar andere hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen;
- een zinvolle dagbesteding heeft waarbij de jeugdreclassering bepaalt wat zinvol is;
- draagt de gecertificeerde instelling William Schrikker Groep (instantiecode AST094) op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. De verantwoordelijke gemeente is Almelo;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het jeugdreclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77a, eerste tot en met vierde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] (vertegenwoordigd door
[naam 2] ), toe tot een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent) bestaande uit materiële schade en immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] : van een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2024 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt dat, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, gijzeling voor de duur van 0 (zegge: nul) dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. A. Flos en mr. G.M.J. Vijftigschild, (kinder)rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025.
Buiten staat
Mr. Vijftigschild is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2024168815. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 1 juli 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte.
Op 13 april 2024 was ik samen met mijn vrienden in Almelo. Wij hebben toen gevochten met [slachtoffer] . Ze begonnen met slaan. Ik heb [slachtoffer] vier keer geslagen en getrapt. U houdt mij het WhatsApp-gesprek voor tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en mij. Een klapper slaan, betekent geld maken. Ik hoorde later dat [slachtoffer] zijn tas was gepakt.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever op pagina 18 e.v.
Ik doe aangifte van diefstal met geweld. De weggenomen goederen behoren mij geheel in eigendom toe. Niemand had het recht of de toestemming deze goederen weg te nemen
en zich toe te eigenen. Ik ben eigenaar van een zwart Louis Vuitton tasje met daarin:
mijn identiteitskaart
2 anonieme chipkaarten
NS abonnement chipkaart
powerbank
lader iPhone
100 euro contant
fiets en huissleutels
ABN bankpas
Apple airpods
Op zaterdag 13 april 2024 was ik met [naam 1] bij de Coop. Daar heb ik eten gehaald. [naam 1] was aan het praten met een hele groep jongens die daar buiten stonden.
Ik ben met het eten bij de geldautomaat gaan zitten. We zijn voor de geldmaat aan de [locatie 2] gaan zitten.
[naam 1] ging weg en toen bleef ik achter met jongelui die ik niet kende. Op gegeven moment wilde ik daar weg en probeerde ik [naam 1] te bellen. Maar [naam 1] nam niet op. Ik vroeg de jongens of hun wisten waar [naam 1] was en deze gaven aan dat ze dat wel wisten. En toen ben ik met mijn domme hoofd met ze meegelopen. Ik had mijn Louis Vuitton zwarte schoudertas met inhoud op mijn buik hangen.
Mij werd gevraagd hoe ik aan mijn mooie tasje kwam. Ik heb aangegeven dat ik deze van een vriend had overgekocht. Toen werd mij door [naam 3] gevraagd of hij mijn tasje even om mocht doen. Ik heb aangegeven dat ik dat liever niet had. Vervolgens werd hij wat opdringerig. "Geef mij dat tasje nu". Of woorden van die strekking. Op dat moment liepen we via [locatie 1] naar de [locatie 3] . Daar kon ik niet verder. Ik liep achteruit maar op een gegeven moment kon ik niet verder achteruit want er stonden ook jongens achter mij.
Ik probeerde weg te rennen en toen werd ik kennelijk opzettelijk en met kracht onderuit getrapt. Dat deed een jongen met blauwe kleding, ik weet nog dat hij lang was. Hij stond in eerste instantie achter mij en toen ik wilde wegrennen trapte hij me onderuit. Hij was geen Nederlandse jongen van afkomst. Ik voelde hoe hij kennelijk opzettelijk en met kracht zijn benen strekte richting mijn benen. Ik voelde hoe hij me raakte waardoor ik mijn evenwicht verloor en ik op de grond viel. Ik voelde hoe mijn blote handen de grond raakten. Ik voelde meteen de pijn in mijn handen en benen. Ik werd bang en ik dacht: "wat nu". De andere jongen die me begon te slaan had een New Yorker pet en was van Nederlandse afkomst. Die jongen kwam op me af en begon me te slaan terwijl ik op de grond lag. Ik hief mijn armen omhoog en ik zag en voelde hoe hij een vuist maakte en tegen mijn hoofd en buik begon te slaan. Ik voelde hoe hij kennelijk opzettelijk en met kracht mijn hoofd en buik raakte. Ik weet niet of ik werd geschopt of geslagen maar ik had achteraf een fikse schaafwond op de buik. Ik was achteraf blij dat ik een bodywarmer en een vestje aanhad.
Het was een chaos en ik kan het niet zo goed navertellen. Ik had mijn airpods op dat moment in en ik heb vanochtend nog weer geprobeerd om via mijn airpods, via zoek mijn iPhone een precieze locatie te achterhalen, maar dat is niet gelukt. Ik ben ze kwijt en ze geven nog steeds geen locatie aan. Dus iemand heeft ze kennelijk opzettelijk gereset. Denk ik. Normaal als je ze afspeelt dan wordt de locatie meteen aangegeven. Ik ben tijdens de gewelddadige chaos mijn tasje met inhoud en mijn airpods kwijtgeraakt. Ik ben gewoon bestolen.
Toen ik thuis kwam heb ik mijn wonden gekoeld.
Ik had wonden aan de linkerkant van mijn kaak.
Ik had een fikse bloedende wond aan mijn rechter elleboog.
Ik had een fikse bloedende wond op mijn buik
Ik had schaafwonden op mijn linkerbeen
Ik had schaafwonden op mijn linkerhand
Ik had een bloedende wond op mijn rechter knie.
Mijn moeder zag vervolgens alle afschrijvingen bij [cafetaria] :
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:00 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:00 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:00 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:0l ALMELO
3,40 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:0l ALMELO
5 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:02 ALMELO
6,40 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:04 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:04 ALMELO
6 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:57 ALMELO
4 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:57 ALMELO
4 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/21:58 ALMELO
9 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/22:00 ALMELO
19 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/22:01 ALMELO
10,20 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [cafetaria] , [omschrijving]
[omschrijving] , 13.04.24/22:02 ALMELO
20 euro
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant op pagina 67 e.v.
Op donderdag 27 juni 2024, om 10:00, was ik, verbalisant [verbalisant] , belast met een dagdienst voor de Basisrecherche in Almelo. Ik kreeg toestemming van de officier van justitie Dronkers om in de telefoon van verdachte [medeverdachte 3] te kijken.
Ik bekeek de berichten onder het kopje ''instant messages''. Ik zocht vervolgens op de datum van het incident, 13 april 2024 en bekeek de berichten. Ik zag daarbij het volgende:
- 13-04-2024 00:09:15 ( [medeverdachte 2] ) 'Wat doen wij morgen'
- 13-04-2024 00:09:21 ( [medeverdachte 1] ) 'Chillen met [medeverdachte 3] '
- 13-04-2024 00:09:24 ( [medeverdachte 1] ) 'In de middag'
- 13-04-2024 00:09:26 ( [medeverdachte 2] ) 'Chillen'
- 13-04-2024 00:09:29 ( [medeverdachte 1] ) 'En in de avond klapper slaan'
- 13-04-2024 00:09:37 ( [verdachte] ) 'En met mij'
- 13-04-2024 00:10:19 ( [medeverdachte 2] ) 'Beste slaan we klapper in de middag zodat we avond pap hebben'
- 13-04-2024 00:10:32 ( [verdachte] ) 'Hier ben ik het mee eens'
- 13-04-2024 00:11:29 ( [verdachte] ) 'Beste planning maken'
- 13-04-2024 00:11:32 ( [medeverdachte 1] ) 'We kunnen die vape dealertje we is racen of niet'
- 13-04-2024 00:11:45 ( [medeverdachte 2] ) 'racen we gwn die [naam 8] '
- 13-04-2024 00:12:14 ( [medeverdachte 1] ) 'kan'
- 13-04-2024 00:13:24 ( [medeverdachte 2] ) 'wie heeft nummer van [naam 1] '
- 13-04-2024 00:13:29 ( [verdachte] ) 'ik'
Vervolgens zag ik dat er op 13-04-2024 rond 15:00 uur afgesproken wordt om te gaan chillen in de stad.
- 13-04-2024 18:31:08 ( [telefoonnummer 1] ) 'wij zijn hema bankjes'
- 13-04-2024 20:25:21 ( [medeverdachte 1] ) 'waar is iedereen'
- 13-04-2024 20:25:30 ( [medeverdachte 1] ) 'ysu heeft tie [naam 9] gebeld'
- 13-04-2024 20:25:53 ( [naam 4] ) 'wie heeft gebeld'
- 13-04-2024 20:33:49 ( [medeverdachte 1] ) 'kom na [naam 5] '
- 13-04-2024 20:34:11 ( [naam 4] ) 'die rare guy'
- 13-04-2024 20:34:19 ( [medeverdachte 1] ) 'ja'
- 13-04-2024 20:34:23 ( [medeverdachte 1] ) 'die turk'
- 13-04-2024 20:34:25 ( [medeverdachte 1] ) 'uit [plaats] '
- 13-04-2024 20:34:34 ( [naam 4] ) 'wtkk waarom'
- 13-04-2024 20:38:23 ( [telefoonnummer 1] ) 'wtkk'
- 13-04-2024 23:56:00 ( [naam 4] ) 'laat eens die video zien'
- 13-04-2024 23:56:11 ( [medeverdachte 1] ) 'app me prive als je wilt'
- 14-04-2024 00:00:58 ( [naam 4] ) 'hij komt niet meer naar almelo'
- 14-04-2024 00:01:14 ( [medeverdachte 1] ) 'voor m mag hopen'
- 14-04-2024 19:01:58 ( [medeverdachte 1] ) 'pak de bus wel'
- 14-04-2024 19:02:36 ( [telefoonnummer 2] ) 'kost doekoe toch'
- 14-04-2024 19:02:58 ( [medeverdachte 1] ) 'heb ov'
- 14-04-2024 19:03:01 ( [medeverdachte 1] 'van die [naam 6] '
- 14-04-2024 19:03:07 ( [medeverdachte 3] ) 'ik wil ook ov'
- 14-04-2024 19:04:36 ( [medeverdachte 1] ) ' [naam 7] heeft 2 andere'