ECLI:NL:RBOVE:2025:4633

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
C/08/315069 / JE RK 24-882
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over ingetrokken verzoeken tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing na herstel van gezag ouders

Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders, [de vader] en [de moeder], hebben hun gezag over de kinderen hersteld na een eerdere beschikking van 3 december 2024. De Raad voor de Kinderbescherming heeft zijn verzoeken tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing ingetrokken, omdat er geen ontwikkelingsbedreiging meer zou zijn voor de kinderen en de ouders in staat zijn om de zorgen zelfstandig weg te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak als beëindigd kan worden beschouwd, aangezien er geen verdere mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden en alle betrokkenen het eens zijn over de situatie. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de financiering van het gezinshuis geregeld moet blijven en dat de inzet van een vertrouwenspersoon voor de kinderen belangrijk is. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. A.H. Wiersma.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Zwolle
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/315069 / JE RK 24-882
beschikking van 27 juni 2025
inzake
[de vader],
verder te noemen: de vader, en
[de moeder],
verder te noemen: de moeder,
beiden wonende te [woonplaats 1],
verzoekers,
advocaten: mr. M. Alta te Hoogeveen en mr. M. Krol te Rotterdam.
Als
belanghebbendenzijn aangemerkt:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Arnhem,
verder te noemen: de raad,
de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming Gelderland, regio Noord,
gevestigd te Apeldoorn,
verder te noemen: de GI.
Als
informantenzijn aangemerkt:
de heer en mevrouw [naam 1],
wonende te [woonplaats 2],
verder te noemen: de gezinshuisouders,
Omega Groep,
gevestigd te Zwolle,
verder te noemen: Omega,
Ondersteuningsteam uithuisplaatsingen toeslagenaffaire,
verder te noemen: OT,
[naam 2],
klinisch psycholoog verbonden aan Molendrift,
gevestigd te Groningen.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft bij beschikking van 3 december 2024 de beslissingen over de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing in afwachting van nadere inlichtingen aangehouden.
1.2.
In die beschikking is in het procesverloop abusievelijk niet het op 21 oktober 2024 binnengekomen verweerschrift van de ouders opgenomen.
1.3.
De rechtbank heeft daarna kennisgenomen van de volgende stukken:
- een op 2 juni 2025 binnengekomen brief en aanvullend raadsrapport van 28 mei 2025 van de raad;
- een op 2 juni 2025 binnengekomen brief namens mr. Krol.
1.4.
Er heeft geen verdere mondelinge behandeling plaatsgevonden.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn de ouders van de minderjarige kinderen:
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2013,
verder te noemen: [minderjarige 1],
2.2.
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 2014,
verder te noemen [minderjarige 2].
2.3.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen sinds 15 oktober 2014 bij de gezinshuisouders.
2.4.
Bij beschikking van deze rechtbank van 3 december 2024 is het ouderlijk gezag van de ouders over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hersteld.

3.De verdere beoordeling

3.1.
De raad handhaaft zijn verzoeken tot ondertoezichtstelling (en uithuisplaatsing) niet langer. Volgens de raad is er geen sprake van een ontwikkelingsbedreiging bij de kinderen en alle vier de ouders zijn voldoende bereid en in staat om de zorgen zelfstandig weg te nemen. De eerder geziene polarisatie tussen de ouderparen lijkt er niet meer te zijn.
3.2.
Alle betrokkenen in deze zaak (behoudens de GI in verband met verlof en niet meer actief betrokken) hebben hierover met de raad gesproken en de raad heeft in samenspraak met alle betrokkenen alle informatie gebundeld in een brief aan de rechtbank. De raad heeft de casus overgedragen aan het vrijwillig kader.
3.3.
De zaak behoeft daarom geen verdere bespreking en de rechtbank zal de zaak daarom als ingetrokken en beëindigd beschouwen.
3.4.
De rechtbank gaat ervan uit dat de financiering vanuit de gemeente van het gezinshuis geregeld is en blijft. De rechtbank vindt het verder van belang voor de kinderen dat er gekeken wordt of de inzet van mevrouw [naam 3] als vertrouwenspersoon kan worden voortgezet.
3.5.
De rechtbank zal de kinderen wederom zelf een brief te sturen, waarin de situatie wordt uitgelegd. De inhoud van de brief zal als bijlage aan deze beschikking worden gehecht en niet worden gepubliceerd.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
stelt vast dat het verzoek ondertoezichtstelling (en uithuisplaatsing) is ingetrokken en beschouwt de zaak als beëindigd.
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. H.F.J.M. Schröder, mr. M. van Bruggen en
mr. A.M. Mensink, kinderrechters, en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2025 in tegenwoordigheid van mr. A.H. Wiersma, griffier.
Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan de raad voor de kinderbescherming en de in deze beschikking vermelde gegevens worden door de raad opgenomen in zijn registratie.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.