ECLI:NL:RBOVE:2025:463

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
08/125517-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel met meerdere slachtoffers

Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het helpen van vijf vrouwen uit de Dominicaanse Republiek en Colombia bij het verkrijgen van wederrechtelijk verblijf in Nederland. De verdachte heeft deze vrouwen, die geen verblijfsvergunning hadden, ondergebracht in woningen en hen laten betalen voor hun verblijf, wat hem een bron van inkomsten opleverde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een leidende rol had in de mensensmokkeloperatie en dat hij samen met anderen handelde. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de kwetsbare positie van de slachtoffers en het feit dat de verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van zijn strafbare handelen. De uitspraak is gedaan na openbare terechtzittingen op 10 december 2024 en 14 januari 2025, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging heeft gehoord.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/125517-23 (P)
Datum vonnis: 28 januari 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1972 in [geboorteplaats 1] (Nederlandse Antillen),
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[woonplaats 1],
nu verblijvende aan de [woonplaats 2].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 december 2024 en 14 januari 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 10 december 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet samen met anderen, vijf vrouwen uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van wederrechtelijk verblijf in Nederland, terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt (mensensmokkel).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2023 tot en met 6 maart 2023 te [plaats], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een ander of anderen, te weten
- [betrokkene 1] en/of
- [betrokkene 2] en/of
- [betrokkene 3] en/of
- [betrokkene 4] en/of
- [betrokkene 5]
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland of haar/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was door
- voornoemde perso(o)n(en) onderdak en/of een verblijfplaats en/of een werkplaats te bieden en/of
- contacten te leggen en/of te onderhouden ten einde voornoemde perso(o)n(en) aan een werkplaats/verblijfplaats te helpen en/of aan het werk te helpen als prostituee en/of (aldus) haar/hun prostitutiewerk mogelijk te maken en haar/hen (daarmee) te helpen aan middelen van bestaan in Nederland
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) daarvan een beroep of gewoonte heeft/ hebben gemaakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het volgende standpunt gesteld, zakelijk weergegeven.
Gelet op de berichten en verklaringen in het dossier moet medeverdachte [medeverdachte 1] als initiator van de mensensmokkel worden gezien. Zij bepaalde en deelde de lakens uit, niet verdachte. Gelet op de verklaring van verdachte is er geen overtuigend bewijs en kan hij hoogstens als medeplichtige worden aangemerkt en niet als medepleger zodat vrijspraak moet volgen.
Subsidiair, zo begrijpt de rechtbank, kan het ten laste gelegde bewezen worden verklaard met vrijspraak van de periode 3 februari 2023 tot en met 4 maart 2023 en van de strafverzwarende omstandigheid beroep of gewoonte.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft, kort samengevat, verklaard dat hij slechts een ondergeschikte rol heeft gehad bij de mensensmokkel die door anderen is gepleegd.
4.3.2
De redengevende feiten en omstandigheden die niet ter discussie hebben gestaan
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Vaststelling feiten [adres 1] in [plaats]
Op 2 februari 2023 heeft er een bestuurlijke prostitutiecontrole plaatsgevonden aan de [adres 1] in [plaats]. In de woning werden [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]), [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]) en [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]) aangetroffen. Zij waren daar alle drie werkzaam als prostituee, hadden de Dominicaanse nationaliteit en beschikten niet over een verblijfsvergunning of machtiging tot voorlopig verblijf in Nederland. Medeverdachte [medeverdachte 1], destijds de partner van verdachte, huurde deze woning. Op 7 februari 2023 werden [betrokkene 1] en [betrokkene 3] opnieuw in de woning aan de [adres 1] in [plaats] aangetroffen.
Vaststelling feiten [adres 2] in [plaats]
Op 6 maart 2023 heeft er een bestuurlijke prostitutiecontrole plaatsgevonden aan de [adres 2] in [plaats]. In de woning zijn [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4]) en [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5]) aangetroffen die als prostituee werkzaam waren vanuit de woning. Medeverdachte [medeverdachte 2] huurde deze woning.
4.3.3
De (aannemelijkheid van) de verklaring van [verdachte]
De rechtbank acht de verklaring van [verdachte], die er in de kern op neerkomt dat hij slechts een ondergeschikte rol heeft gehad bij de mensensmokkel, niet geloofwaardig. Zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 1] hebben verklaard dat [verdachte] een leidende rol had, dat [verdachte] hen ertoe bewoog hun woningen ter beschikking te stellen en dat [verdachte] degene was die alles regelde. Hun verklaringen vinden steun in de Whatsappberichten afkomstig van [verdachte], die zijn aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte 2], waarin [verdachte] onder andere [medeverdachte 2] opdracht geeft om het huis schoon te maken, op 5 maart 2023 laat weten dat er een dag later twee vrouwen bij hem komen en [medeverdachte 2] opdracht geeft om hem geld te brengen.
4.3.4
Overwegingen van de rechtbank
Medeplegen
Voor medeplegen is vereist dat er sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een of meer anderen gericht op mensensmokkel. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 2] en met een onbekend gebleven andere persoon, namelijk de vrouw die volgens de verklaring van [betrokkene 2] geld ophaalde en contact met klanten onderhield aan de [adres 1].
Beroep of gewoonte
Verdachte heeft in februari 2023 drie vrouwen en in maart 2023 twee vrouwen ondergebracht in twee door hem geregelde woningen en hen daarvoor tussen de zestig en honderdvijftig euro per dag aan huur laten betalen. Het handelen van verdachte getuigt van een zekere mate van professionaliteit en de huur die werd betaald was voor hem een bron van inkomsten. De rechtbank komt daarom tot bewezenverklaring van de strafverzwarende omstandigheid van het maken van een beroep of gewoonte van de mensensmokkel.
4.3.5
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte en zijn mededaders het ten laste gelegde feit hebben begaan, terwijl zij daarvan een beroep of gewoonte hebben gemaakt.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 6 maart 2023 te [plaats], tezamen en in vereniging met anderen,
anderen, te weten
- [betrokkene 1] en
- [betrokkene 2] en
- [betrokkene 3] en
- [betrokkene 4] en
- [betrokkene 5]
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij, verdachte en zijn mededaders, wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was door
- voornoemde personen onderdak en een verblijfplaats en een werkplaats te bieden en
- contacten te leggen en te onderhouden ten einde voornoemde personen aan een werkplaats/verblijfplaats te helpen en aldus hun prostitutiewerk mogelijk te maken en hen daarmee te helpen aan middelen van bestaan in Nederland
terwijl verdachte en zijn mededaders daarvan een beroep of gewoonte hebben gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bij een bewezenverklaring bepleit dat aansluiting moet worden gezocht bij het oriëntatiepunt van artikel 197 Sr en dat kan worden volstaan met een gevangenisstraf waarvan de duur gelijk is aan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Verdachte heeft vijf vrouwen uit de Dominicaanse Republiek en Colombia tegen betaling verblijf verschaft in twee woningen, zodat zij daar illegaal prostitutiewerk konden verrichten. Deze vrouwen verbleven wederrechtelijk in Nederland. Verdachte heeft van hun kwetsbare positie misbruik gemaakt. Verdachte liet de vrouwen tussen de zestig en honderdvijftig euro per dag aan huur te laten betalen, wat voor hem een bron van inkomsten was. Met zijn handelen heeft verdachte illegaal verblijf van deze vrouwen in Nederland mogelijk gemaakt. Ook heeft hij bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit waarin misbruik wordt gemaakt van kwetsbare mensen die prostitutiewerk in landen als Nederland als uitweg zien van de leefomstandigheden in het land van herkomst. Dat verdachte daarvoor geen oog heeft gehad, uit winstbejag heeft gehandeld en hiervan een beroep of gewoonte heeft gemaakt, rekent de rechtbank hem aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 29 oktober 2024, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, maar niet voor een feit als het onderhavige.
De op te leggen straf
Anders dan de raadsman heeft bepleit ziet de rechtbank geen aanleiding aansluiting te zoeken bij het LOVS-oriëntatiepunt voor artikel 197 Sr nu dit artikel niet aan de orde is.
In strafverzwarende zin weegt de rechtbank mee dat verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en de schuld afschuift op anderen, dat verdachte een leidende rol heeft gehad, er sprake is van meerdere slachtoffers, dat het handelen van verdachte uitsluitend gericht was op financieel gewin en dat hij van dit strafbare feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. Ellenbroek, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2025.
Mr. Bos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer Nairobi (ONRCC23012). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting op 10 december 2024, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik word [alias 1] genoemd. De woningen aan de [adres 1] en aan de [adres 2] in [plaats] werden verhuurd aan Spaanssprekende prostituees. Ik haalde daar geld op, liet vrouwen binnen en vertaalde tussen [medeverdachte 2] en deze vrouwen. Ik heb met [medeverdachte 2] via de telefoon contact gehad over het betalen en ontvangen van het geld van de vrouwen en het schoonmaken van de kamers.
Het proces-verbaal rapportage bestuurlijk toezicht illegale prostitutie van verbalisant
[verbalisant 1] van 20 februari 2023, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 63-73):
Op 2 februari 2023 is een bestuurlijke controle gehouden op het adres [adres 1] in [plaats] waar mogelijk sprake zou zijn van het exploiteren van een seksinrichting zonder dat daar een vergunning voor is verleend. Dat er in het pand sprake was van prostitutie, bleek uit de aangetroffen situatie. Er waren vier slaapkamers ingericht als zogenoemde werkkamer. Hierin zijn diverse attributen aangetroffen waaronder veel condooms, glijmiddel, vochtige schoonmaakdoekjes, lingerie en een prullenbak met gebruikte condooms en schoonmaakdoekjes erin. De volgende personen waren aanwezig tijdens de controle:
- [betrokkene 2] , geboren [geboortedatum 2] 1991 te [geboorteplaats 2] in de Dominicaanse Republiek;
- [betrokkene 3], [betrokkene 3], geboren op [geboortedatum 3] 1983 te [geboorteplaats 3] in de
Dominicaanse Republiek;
- [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum 4] 1997 te [geboorteplaats 4] in de Dominicaanse Republiek.
[betrokkene 2] verklaarde: Ik werk als prostituee op dit adres. Ik ben sinds gisteren in [plaats] aan het werk. Ik betaal honderd euro per dag aan een vrouw die
hier dagelijks het geld op komt halen van de huur en het klantencontact onderhoudt. Dit is een blanke vrouw, rond de 40, zij spreekt Nederlands. Zij is hier gisteren geweest voor het geld.
[betrokkene 3] verklaarde: Ik ben sinds gisteravond in de woning. Ik moet 100 euro betalen aan de vrouw die zei dat zij elke avond langs zou komen om het geld op te halen.
[betrokkene 1] verklaarde: Ik ben op dit adres sinds gisteren. Ik betaal 60 zestig euro per dag voor het gebruik van deze kamer. In de kamer waar [betrokkene 1] verbleef lagen verpakkingen met condooms en babydoekjes.
Volgens de Basisregistratie Personen (BRP) staat op dit adres: [medeverdachte 1] , geboren [geboortedatum 5] 2000, ingeschreven.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 15 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 75):
Naar aanleiding van de prostitutie controle aan de [adres 1] te [plaats], op 2 februari 2023, bleek dat [betrokkene 1] , [geboortedatum 4] 1997 te Santo Domingo Dominicaanse Republiek, een Dominicaans paspoort had getoond. Uit de gegevens in het paspoort bleek dat de nationaliteit van [betrokkene 1], Dominicaans is. In de politiesystemen bleek zij niet voor te komen ter zake een aangevraagde verblijfsvergunning of een machtiging tot voorlopig verblijf.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 15 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 76):
Naar aanleiding van de prostitutie controle aan de [adres 1] te [plaats], op 2 februari 2023, bleek dat [betrokkene 2] , [geboortedatum 2] 1991 te Santo Domingo Dominicaanse Republiek, een Dominicaans paspoort had getoond. Uit de gegevens in het paspoort bleek dat de nationaliteit van [betrokkene 2], Dominicaans is. In de politiesystemen bleek zij niet voor te komen ter zake een aangevraagde verblijfsvergunning of een machtiging tot voorlopig verblijf.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 15 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 77):
Naar aanleiding van de prostitutie controle aan de [adres 1] te [plaats], op 2 februari 2023, bleek dat [betrokkene 3] , geboren [geboortedatum 3] 1983 te Santo Domingo Dominicaanse Republiek, een Dominicaans paspoort had getoond.
Uit de gegevens in het paspoort bleek dat de nationaliteit van [betrokkene 2] [1] , Dominicaans is. In de politiesystemen bleek zij niet voor te komen ter zake een aangevraagde verblijfsvergunning of een machtiging tot voorlopig verblijf.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 10 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 78):
Op 7 februari 2023 ben ik, verbalisant, naar het adres [adres 1] gereden. In de woning waren aanwezig [betrokkene 1] en [betrokkene 3] . Zij waren beiden ook aanwezig op 2 februari tijdens de eerder genoemde prostitutie controle. Ik, verbalisant, heb [medeverdachte 1] , de huurder van de woning gebeld. Zij verklaarde: Ik heb geen idee wat er in mijn woning gebeurt op dit moment. Ik ben al een hele tijd niet in mijn woning geweest. Ik heb de sleutel aan mijn partner [verdachte] gegeven.
Een proces-verbaal, rapportage bestuurlijk toezicht illegale prostitutie van verbalisant [verbalisant 3] van 16 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 81-83):
Op 6 maart 2023 was ik, verbalisant, tezamen met andere teamleden van het prostitutie controle team van Politie Oost Nederland in dienst ten behoeve van het bestuurlijk toezicht op de onvergunde prostitutie in de gemeente [plaats]. Via de seksadvertentie website [website] zag ik, verbalisant, een advertentie van een vrouw met de werknaam " [alias 2]". Via whatsapp gesprek heb ik, verbalisant, een seks afspraak met "[alias 2]" gemaakt. Ik verbalisant kreeg van "[alias 2]" door dat ik naar het adres [adres 2] in [plaats] moest komen. Ik, verbalisant, sprak vervolgens met de vrouw die zich uitgaf als "[alias 2]". Na controle bleek zij te zijn: [betrokkene 4], geboren op [geboortedatum 6] 1992 te [geboorteplaats 5] (Colombia). In de woning bleek nog een tweede prostituee aanwezig te zijn. Na controle bleek zij te zijn: [betrokkene 5] , geboren [geboortedatum 7] 1992 te [geboorteplaats 6] (Colombia). Tijdens de controle bleek er nog een persoon in de woning aanwezig te zijn. Dit bleek de huurder van de woning te zijn: [medeverdachte 2], geboren op [geboortedatum 8] 1981 te [plaats].
Het proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 4] van 6 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 84-86):
Mijn naam is [betrokkene 4]. Ik ben geboren op [geboortedatum 6] 1992 te [geboorteplaats 5]. Ik heb de Colombiaanse nationaliteit. Ik werk met een telefoniste. Ik betaal haar om voor mij telefoniste te zijn. In mijn telefoon staat de telefoniste als [naam]. Ik ben nu sinds een dag op dit adres in [plaats]. Ik wist dat ik hier kon werken als prostituee. Ik werd opgewacht door een man. Ik heb hem tachtig euro huur betaald. De afspraak was tachtig euro per dag. De man was donker. Daarmee bedoel ik iets van Jamaica ofzo. Het was een negroïde man. Een rasta.
Ik heb geen vergunning om dit werk te mogen doen in Nederland.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 15 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 87):
Naar aanleiding van de prostitutie controle aan de [adres 2] te [plaats], op 6 maart 2023, bleek dat [betrokkene 4], geboren op [geboortedatum 6] 1992 te [geboorteplaats 5], een Colombiaans paspoort had getoond.
Uit de gegevens in het paspoort bleek de nationaliteit van [betrokkene 4], Colombiaans te zijn. In de politiesystemen bleek zij niet voor te komen ter zake een aangevraagde verblijfsvergunning of een machtiging tot voorlopig verblijf.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 5] van 6 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 88-92):
Ik werk vrijwillig in de prostitutie.​​​​​​​ Ik heb een Colombiaans paspoort. Ik ben sinds 5 maart 2023 in de woning aan de [adres 2] in [plaats]. Ik heb deze kamer gehuurd van de eigenaar van deze woning. Deze eigenaar is nu ook in deze woning aanwezig. Ik moet 150 euro per dag betalen. Een donkere jongen heeft de deur van de [adres 2] geopend. Wij hebben beiden de huur aan de negroïde man betaald. In de woning was toen ook de man aanwezig die door jullie vanmiddag is aangehouden (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]).
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 7 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 94-96):
[betrokkene 5] (de rechtbank leest: [betrokkene 5]) heeft haar getuigenverklaring op basis van haar eigen opgegeven identiteit afgelegd. Er bleek nog een fotokopie van haar paspoort op haar mobiele telefoon getoond te kunnen worden van haar identiteitsgegevens. Deze fotokopie kwam overeen met de door haar opgegeven identiteitsgegevens.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 15 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 93):
Naar aanleiding van de prostitutie controle aan de [adres 2] te [plaats] op 6 maart 2023, bleek dat [betrokkene 5] (de rechtbank leest: [betrokkene 5]) [betrokkene 5], geboren op [geboortedatum 7] 1992 te [geboorteplaats 6] in Colombia, ons geen paspoort had getoond. De identiteit van betrokkene is op basis van haar eigen verklaring vastgelegd. In de politiesystemen bleek zij niet voor te komen ter zake een aangevraagde verblijfsvergunning of een machtiging tot voorlopig verblijf.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 22 maart 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 116-117):
In het onderzoek werd onderstaande telefoon op 6 maart 2023, voor waarheidsvinding onder [medeverdachte 2], inbeslaggenomen.
Merk : OPO (de rechtbank begrijpt: OPPO)
Type : Reno
Model : 8 lite.
Ik verbalisant zag in de applicatie WhatsApp en gesprek tussen verdachte [medeverdachte 2] en iemand die de gebruikersnaam "[accountnaam]" gebruikt. Deze "[accountnaam]" maakt gebruik van telefoonnummer +[telefoonnummer]. Uit onderzoek bleek dat dit telefoonnummer in gebruik is bij [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 5] 2000. In dit WhatsApp gesprek vroeg [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] naar het telefoonnummer van [alias 1]. Tevens noemt [medeverdachte 2] [alias 1] ook [verdachte]. [medeverdachte 1] geeft door dat het telefoonnummer van [alias 1] [telefoonnummer] is. Tevens noemt [medeverdachte 1] in deze chat [alias 1] [verdachte] ([verdachte]).
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 10 maart 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 111-115):
Onderzoek OPPO Reno lite
Ik zag in de applicatie WhatsApp een gesprek tussen [medeverdachte 2] en "[alias 1] Waarschijnlijk". Deze "[alias 1] Waarschijnlijk" maakt gebruik van telefoonnummer +[telefoonnummer].
In dit WhatsApp gesprek wordt gesproken over kamerverhuur aan dames in de woning van [medeverdachte 2]. In dit gesprek zijn 179 berichten naar elkaar verzonden. Hieronder volgt een samenvatting.
Aanvang Chat gesprek
1-2-2023 14:01:27(UTC+0)
[alias 1] Waarschijnlijk:
Zijn de twee kamers schoon?
[medeverdachte 2] :
Met 30 minuten zijn ze klaar.
[alias 1] Waarschijnlijk:
Maak je de hele huis schoon?
[medeverdachte 2] :
Ja tuurlijk balkon badkamers wc kamers
[alias 1] Waarschijnlijk:
Oke alles moet klaar zijn voor die tijd
10-2-2023 19:29:59(UTC+0)
[alias 1] Waarschijnlijk:
Breng me die 50
[alias 1] Waarschijnlijk: ingesproken bericht
Hee [alias 3], die ene bij jou gisteren hebben die 10 euro benzine gedaan tocvh?
Jij ging die ophalen bij station die 10 euro heb je niet aan mij gegeven. Waarom?
5-3-2023 11:48:35(UTC+0)
[alias 1] Waarschijnlijk: ingesproken bericht
Weet je wat het is, die vrouwen weten niet of ze komen vandaag nog of ze komen morgen. Zo, ik hoor het eerst en dan geef ik door aan jou hoe laat of ze daar zijn.
5-3-2023 11:51:26(UTC+0)
[medeverdachte 2]: ingesproken bericht
Maar zoals het nou gaat, dit is teamwork. Zo hoor je een bedrijf te werken weet je. In overleg, Hiërarchie, duidelijkheid. Dan loopt alles gewoon gesmeerd.
5-3-2023 13:32:55(UTC+0)
[alias 1] Waarschijnlijk:
Morgen komen twee bij jou.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van [medeverdachte 1] van 7 juni 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 361-376):
[verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte]) had schulden. Hij zei dat hij een oplossing had. Hij wilde mijn huis gebruiken om meiden te plaatsen om in de prostitutie te werken. [verdachte] zocht een nieuwe woning. Hij is bij [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]) uitgekomen. Er waren steeds twee dames in [medeverdachte 2] zijn huis. De dames kwamen uit Colombia. Elke dame betaalde 100 euro per dag aan huur. De bijnaam van [verdachte] is [alias 1].
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van [medeverdachte 2] van 7 juni 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 411-436):
O: Wij willen je graag verder horen over whatsappgesprekken die zijn aangetroffen op je telefoon. Het gaat om de Oppo Reno 8 lite die op 6 maart 2023 in beslag is genomen. Het gaat om een gesprek met [alias 1] Waarschijnlijk en om het gesprek met [accountnaam].
V: Wat is de relatie tussen [alias 1] waarschijnlijk en [accountnaam]?
A: [accountnaam] baart de kinderen van [alias 1].
Ik had contact via WhatsApp
Als er een beslissing genomen moest worden dan deed [alias 1] dat.
De dames kregen de sleutel van de voordeur van [alias 1]. Ik had hem een sleutel gedaan van beneden - de portiekdeur - en van boven. [naam] heeft de link gelegd tussen [alias 1] en mij, zij is een ex van [alias 1].
A: Zijn vrouwen. Die bij mij in huis zaten.
V: Wat waren dit voor vrouwen?
A: Prostituees.
V: Als wij je de rol geven van: verschaffen van slaapplaats.
A: Ja klopt.
[alias 1] was de baas. Hij regelde alles. Op het moment dat de vrouwen in Nederland kwamen tot dat ze weer weggingen. [alias 1] kwam voor die vrouwen om geld op te halen.
V: Uit welke landen komen de vrouwen die bij jou gewerkt hebben?
A: Uit Colombia.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van [verdachte] van 11 juli 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 290-302):
[medeverdachte 1] ([medeverdachte 1]) heeft mij de sleutel gegeven van haar woning aan de [adres 1] in [plaats].

Voetnoten

1.De rechtbank vat de naam [betrokkene 2] op als een kennelijke verschrijving en leest: [betrokkene 3].