Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
dan weldat het aan zijn schuld te wijten is dat gevaar is ontstaan voor het spoorwegverkeer;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 26 juni 2025;
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 1] , namens [bedrijf 1] , van 3 oktober 2024 (p. 143);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 2] , namens [bedrijf 1] , van 13 juli 2024 (p. 153);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 1] , namens [bedrijf 1] , van 7 oktober 2024 (p. 163);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 3] , namens [bedrijf 1] , van 29 september 2024 (p. 167);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 12 oktober 2024 (p. 172);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 5] , namens [bedrijf 2] , van 18 oktober 2024 (p. 211);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 13 oktober 2024 (p. 177);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 13 oktober 2024 (p. 182);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 5 oktober 2024 (p. 220);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 13 oktober 2024 (p. 198);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 13 oktober 2024 (p. 202);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 13 oktober 2024 (p. 206);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 12 oktober 2024 (p. 224);
- het procesverbaal van aangifte van [aangever 4] , namens [bedrijf 1] , van 19 oktober 2024 (p. 216).
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd.
5.De strafbaarheid van verdachte
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
193 (honderddrieënnegentig) dagen;
180 (honderdtachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen.