ECLI:NL:RBOVE:2025:462

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
08/133828-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van mensensmokkel

Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet bewezen kon worden dat zij betrokken was bij het plegen van mensensmokkel. De zaak is behandeld op openbare terechtzittingen op 10 december 2024 en 14 januari 2025, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door haar raadsvrouw, mr. D. Greven.

De tenlastelegging hield in dat de verdachte, al dan niet samen met anderen, vijf vrouwen uit winstbejag behulpzaam zou zijn geweest bij het verkrijgen van wederrechtelijk verblijf in Nederland. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de mensensmokkel van de genoemde vrouwen te bevestigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.

De officier van justitie had betoogd dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar de verdediging heeft betoogd dat de verdachte vrijgesproken moest worden. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging gevolgd en geconcludeerd dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van het verblijf van de vrouwen in de door haar gehuurde woning. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/133828-23 (P)
Datum vonnis: 28 januari 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2000 in [geboorteplaats],
huidig BRP-adres: [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 december 2024 en 14 januari 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsvrouw mr. D. Greven, advocaat in Borne, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte al dan niet samen met anderen, vijf vrouwen uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van wederrechtelijk verblijf in Nederland, terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt (mensensmokkel).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
zij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2023 tot en met 6 maart 2023 te Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een ander of anderen, te weten
- [naam 1] en/of
- [naam 2] en/of
- [naam 3] en/of
- [naam 4] en/of
- [naam 5]
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland of haar/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was door
- voornoemde perso(o)n(en) onderdak en/of een verblijfplaats en/of een werkplaats te bieden en/of
- contacten te leggen en/of te onderhouden ten einde voornoemde perso(o)n(en) aan een werkplaats/verblijfplaats te helpen en/of aan het werk te helpen als prostituee en/of (aldus) haar/hun prostitutiewerk mogelijk te maken en haar/hen (daarmee) te helpen aan middelen van bestaan in Nederland
terwijl verdachte en/of haar mededader(s) daarvan een beroep of gewoonte heeft/ hebben gemaakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. De raadsvrouw heeft daartoe samengevat het volgende aangevoerd.
Op 2 februari 2023 zijn in de huurwoning van verdachte drie vrouwen aangetroffen, te weten [naam 1], [naam 2] en [naam 3]. In het dossier zijn geen Whatsappberichten van verdachte over deze vrouwen aangetroffen. Bovendien beschikte verdachte op 2 februari 2023 niet meer over de sleutel van haar woning. Verdachte heeft de sleutel aan een medeverdachte afgegeven, maar dat is van onvoldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken. Verdachte dient van betrokkenheid bij mensensmokkel bij deze drie vrouwen te worden vrijgesproken.
Op 6 maart 2023 zijn in de woning van medeverdachte [medeverdachte] twee vrouwen genaamd [naam 4] en [naam 5] aangetroffen. In het dossier bevinden zich geen bewijsmiddelen waaruit de betrokkenheid van verdachte bij mensensmokkel van deze vrouwen blijkt. Er zijn geen berichten van verdachte over deze vrouwen aangetroffen. Bovendien hebben de vrouwen verklaard over een negroïde man en niet over iemand die aan het signalement van verdachte voldoet. Ook van betrokkenheid bij mensensmokkel bij deze vrouwen dient verdachte te worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de betrokkenheid van verdachte bij mensensmokkel van de in de tenlastelegging genoemde vrouwen in de tenlastegelegde periode niet uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan volgen. Weliswaar zijn [naam 1], [naam 2] en [naam 3] op 2 februari 2023 aangetroffen in een woning die op dat moment door verdachte werd gehuurd, maar niet is gebleken dat verdachte daar op dat moment zelf verbleef of op een andere manier wetenschap had van het verblijf van deze vrouwen in de door haar gehuurde woning.
[naam 4] en [naam 5] zijn op 6 maart 2023 in de woning van medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen. Het dossier bevat berichten tussen verdachte en [medeverdachte], die kunnen duiden op betrokkenheid bij mensensmokkel, maar daaruit valt geen betrokkenheid van verdachte bij deze vrouwen in de ten laste gelegde periode af te leiden. Omdat dat ook niet uit andere bewijsmiddelen kan worden afgeleid, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde feit.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. Ellenbroek, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2025.
Mr. Bos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.