De wrakingsgronden van verzoeker staan in het proces-verbaal van de zitting van 16 juni 2025 vermeld:
“
Ik wil een wraking voordragen van het hele rechterlijke college. Daarmee bedoel ik de rechters. Ik heb vier wrakingspunten:
1. De gedragsdeskundigen hebben een advies opgemaakt zonder dat ze mij hebben
gesproken. Er bestaat dus geen advies van twee deskundigen. De rechtbank is
hierdoor vals voorgelicht, wat gevolgen heeft voor de partijdigheid van de
rechters;
2. In de verlengingsvordering van de officier van justitie staat onzinnige taal. Zo
staat er dat uit advies van de kliniek blijkt dat de veiligheid van anderen dan wel
de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de TBS
vereist. Ook staat er dat de maatregel is toegepast ter zake van een misdrijf dat
gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam
van een of meer personen. Ik vind dit onzinnige en verwarrende taal. In het arrest
van het gerechtshof worden de woorden overgenomen zonder aan te duiden waar
het om gaat. Ik word op het verkeerde been gezet doordat er geen gewone taal
wordt gebruikt. Ik heb de indruk dat de mensen die dit schrijven niet goed bij
hun verstand zijn;
3. Het advies van de kliniek is te lang waardoor het niet helemaal ter zitting
behandeld wordt. Ik krijg dus niet de gelegenheid om mij er tegen te verdedigen,
terwijl ik het niet eens ben met wat in het advies staat;
4. Het gerechtshof stond mij de vorige zitting niet toe om de wraking voor te
dragen. Ik had er redenen voorop papier gezet. Het hof eindige de zitting, terwijl
ik die redenen wilde voordragen. De zitting is niet gegaan conform artikel 1 van
het Wetboek van Strafvordering. Deze zitting in Zwolle mag daarom ook niet
plaatsvinden. De officier van justitie moet niet-ontvankelijk worden verklaard.
Dat is nog niet gedaan, wat een vierde punt voor wraking vormt.”