Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een veroordeelde die schuldig was bevonden aan mensensmokkel. De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 1.900,-. De veroordeelde was betrokken bij het helpen van een ander om verblijf in Nederland te verkrijgen, terwijl hij wist dat dit wederrechtelijk was. De officier van justitie had aanvankelijk een vordering ingediend voor een bedrag van € 7.250,-, maar dit werd later aangepast naar € 5.670,-. De verdediging stelde dat het wederrechtelijk verkregen voordeel slechts € 1.900,- bedroeg, gebaseerd op de huur die een prostituee aan de veroordeelde betaalde voor een kamer. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat de veroordeelde inderdaad € 1.900,- had verkregen uit de verhuur van de kamer aan de prostituee. De rechtbank heeft de verplichting opgelegd aan de veroordeelde om dit bedrag aan de Staat te betalen, op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. Het vonnis is openbaar uitgesproken en is ondertekend door de rechters en de griffier.