ECLI:NL:RBOVE:2025:4473

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
7 juli 2025
Zaaknummer
08/253734-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte voor het voorhanden hebben van vuurwapens en gasdrukwapens

Op 7 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een gasrevolver, een gaspistool en twee gasdrukpistolen. De tenlastelegging omvatte het bezit van vuurwapens van categorie III en I volgens de Wet wapens en munitie. Tijdens de openbare terechtzitting op 23 juni 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie en de raadsman van de verdachte hebben beiden gepleit voor vrijspraak van de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft, na het horen van de argumenten, geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de feiten 1 en 2. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van de beschuldigingen. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/253734-23 (P)
Datum vonnis: 7 juli 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats],
wonende aan de [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 23 juni 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:een gasrevolver en gaspistool voorhanden heeft gehad;
feit 2:twee gasdrukpistolen voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
zij op of omstreeks 09 februari 2023 te Enschede, in een schuur behorende bij een woning, gelegen op/aan de [adres] tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, één of meer wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie,
te weten:
- een gasrevolver, van het merk Melcher, type Me-38 Compact, kal.9mm en/of
- een gaspistool, van het merk Geco, type Mod. 225, kal. 9mm,
zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
2
zij op of omstreeks 09 februari 2023 te Enschede, in een schuur behorende bij een woning, gelegen op/aan de [adres] tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (een) wapen(s) van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, te weten:
- een gasdrukpistool, van het merk Colt, type Defender en/of
- een gasdrukpistool, van het merk Walther, type PKK/S,
zijnde (een) wapen(s) in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht, net als de officier van justitie en de raadsman, niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 en 2 ten laste is gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

4.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. J. Wentink en
mr. T.H. Kapinga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2025.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.