Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De vordering van de officier van justitie
2.De procedure
3.Procesafspraken
- [medeveroordeelde], de partner van veroordeelde, heeft uit de mede door hem gepleegde strafbare feiten een wederrechtelijk verkregen voordeel genoten van € 850.000,--. Een deel van dit door hem wederrechtelijk verkregen voordeel is door hem en veroordeelde gezamenlijk genoten. Dit brengt met zich dat veroordeelde een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten van € 425.000,--;
- de verdediging voert geen inhoudelijk en/of draagkracht verweer;
- de betalingsverplichting stellen de officier van justitie en de verdediging vast op
- € 421,210,81;
- veroordeelde doet afstand van het beslag ter waarde van € 3.789,19, gedaan ter inning van het ontnemingsbedrag. Met dit bedrag is reeds rekening gehouden bij het vaststellen van de betalingsverplichting;
- veroordeelde zal voor de inhoudelijke behandeling (als gebaar van betalingsbereidheid) een bedrag van € 300.000,-- overdragen aan de politie/het Openbaar Ministerie (OM) ter inning van een deel van de betalingsverplichting. Het OM zal dan de Turkse autoriteiten verzoeken het aldaar op verzoek van Nederland gelegde beslag op te heffen, indien dit aan de orde is. Bovendien zal het OM in deze ontnemingszaak en de daarmee samenhangende strafzaak geen beslag leggen op de woning in Turkije, als veroordeelde en [medeveroordeelde] allebei genoemd bedrag vóór 1 november 2024 hebben overgedragen. Dit laat onverlet dat de Turkse autoriteiten zelfstandig en/of op andere gronden beslag kunnen leggen;
- het resterende bedrag (van € 121.210,81) zal op de reguliere wijze in het kader van de executie door veroordeelde aan het CJIB moeten worden voldaan;
- de officier van justitie en de verdediging zien af van het instellen van hoger beroep, als en nadat de rechtbank overeenkomstig de inhoud van de procesafspraken vonnis wijst;
- de procesafspraken vervallen indien en voor zover de rechtbank deze niet volgt of een ontnemingsbedrag vaststelt dat meer dan 10% afwijkt van het door de procespartijen overeengekomen ontnemingsbedrag en/of de door de procespartijen overeengekomen betalingsverplichting.
- indien de rechtbank tot een lager ontnemingsbedrag komt dan in de procesafspraken is overeengekomen en reeds door veroordeelde aan de politie/het OM is voldaan, dan zal het OM een eventueel teveel ontvangen geldbedrag na kracht van gewijsde van de ontnemingszaak aan veroordeelde terugbetalen.
4.De beoordeling van de vordering
:medeplegen van een gewoonte maken van witwassen.
5.De wettelijke voorschriften
6.De beslissing
- stelt het bedrag waarop het door
- legt veroordeelde de verplichting op tot
- bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op